Controverse: Mensen met een verstandelijke beperking moeten verplicht worden om de anticonceptiep...

Plan your projects and define important tasks and actions

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Controverse: Mensen met een verstandelijke beperking moeten verplicht worden om de anticonceptiepil te nemen. by Mind Map: Controverse: Mensen met een verstandelijke beperking moeten verplicht worden om de anticonceptiepil te nemen.

1. PRO

1.1. Volgens het NJI-rapport hebben ouders met een verstandelijke beperking moeite met het opvoeden van kinderen (Kalthoff, 2015, p 23).

1.1.1. De kans op mishandeling, verwaarlozing en uithuisplaatsing is groter (Kalthoff, 2015, p. 12).

1.1.2. Volgens Kalthoff (2015, p. 12) lopen kinderen met een normale aanleg na enige jaren echter al een grote achterstand in hun ontwikkeling op, doordat ze binnen het gezin niet voldoende worden gestimuleerd. Daarbij komt kijken dat, als het kind ouder wordt, hij aan parentificatie doet. Dit wilt zeggen de rol van de ouders overnemen. Dit zorgt voor extra druk voor het kind.

1.1.3. Vooral als deze kinderen zowel fysiek als mentaal ouder worden, ervaren ouders met een verstandelijke beperking moeilijkheden (Kalthoff, 2015, p 23).

1.2. Volgens Oostveen (11 december 2015, al. 2) is Iris opgegroeid bij een moeder die een verstandelijke beperking heeft. De vader is vertrokken toen ze zwanger was. Wat Iris onthouden heeft, is de schaamte. De schaamte dat ze elke dag stinkt naar de geur van urine van een kat en dat ze werd aangekeken door ouders en leeftijdsgenoten.

1.2.1. Volgens Oostveen (11 december 2015, al. 3) heeft Iris weinig affectie gehad en weinig opvoeding meegekregen van haar thuis. Iris heeft zichzelf moeten opvoeden. Ze wenst geen ander kind dit toe.

1.3. Volgens de Gezonheidsraad (2002) speelt de wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) een centrale rol. In deze wet liggen grondrechten en medisch-ethisch beginselen ten grondslag. Het WGBO zegt namelijk dat er twee voorwaarden moeten voldaan zijn voordat een arts een medische handeling mag verrichten. Deze voorwaarden zijn van toepassing op de anticonceptiepil. Ten eerste moet de arts ‘de zorg van een goed hulpverlener’ in zijn gedachten houden. Als tweede heeft hij altijd de toestemming van de patiënt nodig. Met andere woorden kunnen deze twee voorwaarden een complicatie vormen bij een persoon met een verstandelijke beperking.

1.3.1. Veel mensen met een verstandelijke beperking die ouder zijn dan 18 jaar, zijn in de ogen van de wet handelingsbekwaam. Dit kan ongewild tot vervelende, ongewenste situaties en verplichtingen leiden. Daarom is het vaak verstandig ervoor te zorgen dat er een vertegenwoordiger is. Deze kan iemand met een verstandelijke beperking op specifieke gebieden beschermen, tegen zichzelf en tegen de wereld om hem heen (Goed Vertegenwoordigd, z.d.) .

1.3.2. Is de patiënt wilsonbekwaam, dan kan - ondanks verzet van de patiënt - behandeling onder dwang worden toegepast (Kalthoff, 2015, p. 10).

1.4. Het Gielsbos zegt dat ze de bewoners verplichten de anticonceptiepil te nemen. Dit doen ze, omdat er in het verleden al enkele moeilijkheden zijn gebeurd (Verlinden, persoonlijke communicatie, 2 maart 2018).

1.5. Uit een overzichtsstudie door het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat de affectieve band tussen verstandelijk beperkte ouders en hun kind heel sterk maar ook wispelturig kan zijn. Veel ouders hebben namelijk grote stemmingswisselingen en zijn zwart-wit in hun reacties. Dat is onveilig voor het kind: het weet niet waar het aan toe is. Ook lukt het de ouders vaak niet om regels te stellen en consequent te zijn (Kalthoff, 2015, p. 12).

1.5.1. Daarvoor ontbreekt het ze aan overwicht en inzicht. Wanneer een kind in een tehuis wordt opgenomen, nemen de ouders vaak afstand van hun ouderschap, zo blijkt uit onderzoek (Kalthoff, 2015, p. 12).

1.5.2. Er is vastgesteld dat kinderen baat hebben bij een stabiele omgeving en een consequente benadering. Niet alle mensen met een verstandelijke beperking kunnen alle verantwoordelijkheden van het ouderschap voldoende overzien (Verdonck, 2011, p. 5).

2. Contra

2.1. Het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) zegt dat ieder mens het recht heeft een gezin te stichten en kinderen te krijgen, tenzij dit recht beperkt wordt door nationale regels (Kalthoff, 2015, p. 31).

2.2. Uit onderzoek blijkt dat ook ouders met een verstandelijke beperking opvoedvaardigheden kunnen ontwikkelen (Pronk, 18 maart 2016, al. 4).

2.2.1. Marja Hodes, psycholoog en onderzoeker aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, zegt dat het beeld van mensen met een verstandelijke beperking het niet zo slecht doet. Één derde van de mensen met een verstandelijke beperking die een kind krijgt, doet dit goed genoeg. Daarbij komt nog dat, als deze mensen een goede opvoedingsondersteuning krijgen, dit percentage hoger kan worden (Pronk, 18 maart 2016, al.1).

2.2.1.1. Om de opvoeding goed te laten verlopen, is het belangrijk dat ouders met een verstandelijke beperking het gevoel moeten hebben dat ze kunnen terugvallen op sociale contacten (Pronk, 18 maart 2016, al. 2).

2.2.1.2. Volgens Pronk (18 maart 2016, al. 2) is het belangrijk dat ouders met een verstandelijke beperking voldoende informatie krijgen over de medische hulpverlening.

2.2.1.3. Hulp durven vragen is een belangrijke factor die de opvoeding kan verbeteren (Pronk, 18 maart 2016, al. 2).

2.3. Een verstandelijke beperking is géén bepalende factor voor falend ouderschap, blijkt uit onderzoek. Andere belangrijke factoren zijn: armoede, werkloosheid, huisvesting en gezondheidsklachten van ouders (Pronk, 18 maart 2016, al. 5).

2.4. Volgens Healthy Start (z.d.) zijn er onderzoeken gebeurd naar mensen met een verstandelijke beperking en hoe zij hun kinderen opvoeden. Healthy Start is een Australische strategie. Deze strategie is speciaal ontworpen voor ouders die problemen ervaren met het opvoeden van hun kinderen.

2.4.1. Healthy Start zegt namelijk dat mensen met een verstandelijke beperking de self fulfilling prophecy ervaren. Dit wilt zeggen dat de samenleving deze mensen verwijt dat ze geen kind kunnen opvoeden. Door dit verwijt, gaan de mensen met een verstandelijke beperking hierin geloven. Als de opvoeding dan niet lukt dan maakt dat niet uit, want de samenleving had gezegd dat het niet ging lukken, althans Healthy Start (z.d.).

2.4.2. Healthy Start heeft ook onderzoek gedaan op IQ. De mensen met een verstandelijke beperking waar ze onderzoek op hebben gedaan, hadden een IQ onder de 70. Uit het onderzoek is gebleken dat IQ geen verband heeft met opvoeding. Healthy Start zegt wel dat de mensen met een verstandelijke beperking een eigen manier van opvoeden moeten hanteren. Healthy Start legt de nadruk dan op krachtgericht werken. Ze kijken naar wat ze kunnen in plaats van wat ze niet kunnen, althans Healthy Start (z.d.).

2.5. Baert en Raymaekers (2009, p. 91) zeggen dat ons beeld is vervormd.

2.5.1. Volgens Baert en Raymaekers (2009, p. 91) zijn er geen cijfers over hoeveel mensen met een verstandelijke beperking een kind hebben. Met andere woorden zijn er ouders met een verstandelijke beperking die het wel goeddoen, maar daar horen wij weinig tot niets van. Het enige dat de maatschappij hoort, is wanneer er een kind wordt verwaarloosd of mishandeld.