1. ruimte
1.1. ruimte
1.2. sfeer
1.2.1. vroeger:gespannen nu:rustig
1.3. symbolische ruimte
1.3.1. droom van Pierre
2. personages
2.1. rol
2.1.1. protagonist
2.1.1.1. Pierre
2.1.1.2. Adèle
2.1.2. schizofreen
2.1.2.1. Corentin want hij was zat
2.1.3. nevenpersonages
2.1.3.1. de rest
2.2. ontwikkeling
2.2.1. round character
2.2.1.1. Pierre
2.2.1.2. Adèle
2.2.1.3. Corentin
2.2.2. flat character
2.2.2.1. de rest
2.2.3. geen stereotypes
3. vertelsituatie
3.1. hij-vorm
3.2. personaal
4. plot
4.1. begin
4.1.1. Chrétien vs corbé
4.1.2. Corentin Berthou X Adèle Chrétiens
4.2. midden
4.2.1. Corentin in gevangenis wegens landverraad
4.2.1.1. Corentin in dronkenschap
4.2.2. landenwisseling
4.2.3. wolfklem van Corentin
4.2.3.1. Amputatie voet Pierre
4.3. slot
4.3.1. Pierre vindt schat
4.3.1.1. Corentin brandt schat op en vlucht
4.3.1.1.1. Corentin vlucht
4.3.1.1.2. via vlammenzee
4.3.1.1.3. Pierre red Marie-France
4.3.2. Corentin en Adèle hebben een dochter
5. tijd
5.1. flashbacks
5.1.1. herinnering van Pierre,s droom