1. Definitie+Theorie
1.1. Functies Arbeidsmarkt
1.1.1. Allocatiefunctie
1.1.1.1. Verdeling naargelang behoefte
1.1.1.2. Verschillende niveaus
1.1.1.2.1. Individu op de juiste (arbeids)plaats
1.1.1.2.2. Onderneming/afdeling-> arbeidsorganisatiemodel
1.1.1.2.3. Samenleving op arbeidsmarktstructuur
1.1.1.3. Verandering toewijzingsfunctie
1.1.1.3.1. Manier van toewijzen
1.1.1.3.2. Structuur arbeidsmarkt
1.1.1.3.3. Deelnemers arbeidsmarkt
1.1.1.4. Efficiënte allocatie (Efficiëntieargument)
1.1.1.4.1. Allocatie niet optimaal
1.1.2. Prijsvormingsfunctie
1.1.2.1. Verdelingsfunctie
1.1.2.1.1. Materiële en immateriële voorwaarden WG aan WN
1.1.2.1.2. Verdeling opbrengst van productieproces
1.1.2.1.3. Prijsinelastisch
1.1.2.2. Inherente tegenstrijd
1.1.2.2.1. Arbeidsmarkt= geheel macht- en ruilrelaties
1.1.2.3. Prijsvormingsfunctie (Bilijkheidsargument)
1.1.2.3.1. Tegengestelde belangen
1.1.3. Inherente beperkingen
1.1.3.1. Efficiëntie + Bilijkheidsargument
1.1.3.1.1. reden Institutionalisering arbeidsmarkt
2. Collectieve actoren
2.1. Vakbonden/WN organisaties
2.2. Beroepsorganisaties
2.3. Werkgever organisaties
2.4. Overheid
3. Werkloosheid
4. theoretische benaderingen
4.1. Institutionele benadering
4.1.1. Definiëring
4.1.1.1. Centraal inzicht
4.1.1.1.1. Arbeidsmarkt wordt geregeld door regels, wetten en vastgelegde afspraken tussen verschillende partijen
4.1.1.2. Rol arbeidsverhoudingen in het vastleggen van de spelregels
4.1.1.2.1. Strijdperk van vakbonden, Werkgeverorganisaties en overheden
4.1.1.2.2. Instituties zijn versteende machtsverhoudingen
4.1.2. Gesegmenteerde arbeidsmarkt als gevolg
4.1.2.1. Aanbieders en vragers van arbeid zijn niet altijd concurrenten
4.1.2.1.1. Verdeling via tussenshotten=segmentering = balkanisering
4.1.2.2. Arbeidsmarkt als fictief begrip
4.1.2.2.1. Deelmarkten zorgt voor ondoordringbare tussenschotten
4.1.2.3. Interne en externe arbeidsmarkt
4.1.2.3.1. Externe
4.1.2.3.2. Intern
4.1.2.4. Statistische discriminatie
4.1.2.4.1. Gebrek aan juiste/objectieve informatie
4.1.3. Duale arbeidsmarkt
4.1.3.1. Polarisering
4.1.3.1.1. Primair segment
4.1.3.1.2. Secundair segment
4.1.3.1.3. Clustering zorgt voor polarisatie
4.1.3.2. Psychologisch contract
4.1.3.2.1. Werkgever
4.1.3.2.2. Werknemer
4.1.3.3. Hypothese duale arbeidsmarkt
4.1.3.3.1. Hooggeschoold, stabiele omgeving, grote belasting, carriereplanning
4.1.3.3.2. Weinig job keuze, fysieke ontlasting, wijzigende omstandigheden, ondergeschoold
4.1.3.4. Basissegment van arbeidsmarkt
4.1.3.4.1. Primair intern
4.1.3.4.2. Primair extern (Zelfstandigen-Post fordisme)
4.1.3.4.3. Secundair intern (Fordisme)
4.1.3.4.4. Secundair extern (Precair segment)
4.1.3.5. Segmenteringsmodel Lutz
4.1.3.5.1. Allemansmarkt
4.1.3.5.2. Bedrijfsspecifieke interne deelmarkt
4.1.3.5.3. Beroepsspecifieke deelmarkt
4.2. Transitionele benadering (Schmid)
4.2.1. Loopbaanperspectief
4.2.1.1. Kijken naar carrièreverloop om status te achterhalen
4.2.2. Dynamische arbeidsmarkt
4.2.2.1. Tussen posities overgaan
4.2.2.1.1. Van job veranderen als het niet goed genoeg is
4.2.2.2. Tussen hoedanigheden
4.2.2.3. Interne transities
4.2.2.3.1. Voltijds naar deeltijds
4.2.3. Indien flexibele transities is de arbeidsmarkt beter
4.2.3.1. Anciënniteit als belemmering
4.2.3.2. Instituties moeten dynamische transities makkelijker maken
4.2.4. Combinaties afhankelijk individu+levensfase
4.2.5. Overheid speelt een grote rol
4.2.5.1. Flexicurity beleid
4.2.5.1.1. Aanwerf en ontslagprocedures makkelijker
4.2.5.1.2. Vervangingsinkomen en dergelijke om overgangen belangrijker maken
4.2.5.2. oplossing
4.2.5.2.1. Passieve maatregelen: werkloosheidsuitkering
4.2.5.2.2. actieve maatregelen: begeleiden in overstap
4.3. Kritische arbeidsmarkttheorieën
4.3.1. Speelveld bepaald door machtsrelaties tussen verschillen machthebbende partijen
4.3.1.1. Wederzijdse afhankelijkheid en tegenstrijdige belangen
4.3.1.2. Arbeidsmarkt= centraal verdelingsmechanisme
4.3.1.2.1. Ontzichtbare hand= fictief
4.3.1.2.2. Impact op politieke en economische verboudingen (mininumloon)
4.3.1.3. Arbeidsmarkt= gevolg afspiegeling machtsverhoudingen
4.3.1.4. Kapitalistische samenleving--> specifieke handelswaar op arbeidsmarkt
4.3.1.4.1. Handel in sociale relatie= loonarbeidsverhouding