De belangrijkste stromingen in de organisatiekunde
by Patrick Van Der Bogt
1. Total Quality Management (2.7)
1.1. Juran, Deming, Imai
2. De Lerende Organisatie (2.8)
3. De uitgangssituatie (2.1)
3.1. Verdeling van arbeid: het onderverdelen van taken in kleinere taken die gemakkelijk kunnen worden herhaald.
3.2. Industriële revolutie: de vervanging van menselijke arbeid door machinale arbeid. Hierbij hoort ook de komst van massaproductie en efficiënt transport.
3.3. Werkethiek
3.4. Productiviteitsprobleem
4. De klassieke organisatiekunde (2.2)
4.1. Scientific management
4.1.1. Frederick W. Taylor
4.1.2. Frank en Lilian Gilbreth
4.2. Algemene managementtheorieën
4.2.1. Henri Fayol
4.2.2. Max Weber
5. De gedragskundige benadering (2.3)
5.1. De Hawthorne-onderzoeken
5.1.1. Zijn ongetwijfeld de belangrijkste bijdrage aan de ontwikkeling van het idee van organisatiegedrag.
5.1.2. Elton Mayo
5.2. Maslows behoeftepiramide
5.2.1. Maslow
6. Systeembenadering (2.5)
6.1. De systeembenadering en managers
6.2. Een systeem is een verzameling van onderling verbonden en van elkaar afhankelijke onderdelen die samen een samenhangend geheel vormen.
6.2.1. Gesloten systeem: systemen die geen wisselwerking kennen met de omgeving en er niet door beïnvloed worden.
6.2.2. Open systeem: systemen die in een dynamische wisselwerking met de omgeving staan
6.2.3. 6 systeemtheoretische begrippen
7. De contingentiebenadering (2.6)
7.1. De contingentiebenadering en managers
7.1.1. Omvang van organisaties
7.1.2. Routinegedrag van de gebruikte technologieen
7.1.3. Onzekerheden in de omgeving
7.1.4. Persoonlijke verschillen
7.2. Een benadering die ervan uitgaat dat organisaties verschillen, met verschillende omstandigheden te maken krijgen en dus verschillende managementmethoden vereisen.
8. Revisionisme 2.4
8.1. Likert
8.1.1. Linking Pin
8.2. McGregor
8.2.1. Theory X and Y
8.3. Blake en Mouton
8.3.1. Managerial Grid
8.4. Herzberg
8.4.1. Two factor theory