1. Economisch rendabel
1.1. leverancier geeft korting bij grote aankoop
1.2. leverancier zover gelegen is
1.3. opstarten van de productie kost veel tijd
2. Aanvoer <> afvoer
2.1. leverancier kan enkel is grotere volumes leveren
2.2. aanvoer product onbetrouwbaar
2.3. schommeling in verkoop te groot
3. wat is een magazijn
3.1. tijdelijke opslag, tot klant er om vraagt
4. STATISCHE OPSLAG
4.1. Legbordstelling
4.1.1. geschikt voor de opslag van kleine aritkelen.
4.2. Vloerstapeling of blokstapeling
4.2.1. goederen die goed stapelbaar zijn.
4.3. Palletstelling
4.3.1. veel gangen nodig, verloren ruimte.
4.4. Inrijstelling - doorrijstelling
4.4.1. Toepasbaar bij artikelen met hoge voorraad
4.5. Satellietstelling
4.5.1. variant van de inrijstelling
4.6. Doorrolstelling
4.6.1. Meerdere gepalletiseerde palletten achter elkaar geplaatst
4.7. Verrijdbare stelling
4.7.1. rekken zijn mobiel
4.8. Draagarmstelling
4.8.1. Lange goederen vragen specifieke stellingen
5. belangerijkste logistieke proscessen
5.1. Leverancier
5.1.1. leveren ons de goederen
5.2. Inkomend transport
5.2.1. Via vliegtuig, schip, trein, vrachtwagen
5.3. Goederenontvangst
5.3.1. geleverde goederen in ontvangst genomen, gecontroleerd en geregistreerd in computersysteem
5.4. Cross docking
5.4.1. Goederen al besteld door klant worden direct doorgestuurd naar de verzending
5.5. Opslag
5.5.1. goederen die niet direct ergens nodig zijn
5.6. Bulkzone
5.6.1. redelijk wat voorraad
5.7. Pickzone
5.7.1. van elk artikel een bepaalde hoeveelheid, de grijpvoorraad
5.8. Aanvulling
5.8.1. grijpzone te laag geworden, dan zal deze aangevuld worden vanuit de bulkzone
5.9. VAS / VAL
5.9.1. klantspecifieke behandeling ondergaan
5.10. Verzending / expeditie
5.10.1. goederen worden verzendklaar gemaakt + nodige transportdocumenten
5.11. Uitgaand transport
5.11.1. Via vliegtuig, schip, trein, vrachtwagen
5.12. klant
5.12.1. Krijgt de goederen die hij besteld heeft, kwalitatief in orde, binnen de afgesproken levertijd en op de juiste plaats afgeleverd.
6. manieren van goederen opslaan
6.1. eigenschappen
6.2. hoeveelheid voorraad
6.3. vraag naar het artikel
7. andere naam voor een magazijn
7.1. depot
7.2. warehouse
7.3. distributiecentrum
8. Magazijnen volgens het stadium van afwerking van de goederen.
8.1. Magazijn grondstoffen
8.2. Magazijn half afgewerkte producten (halffabricaat)
8.3. Magazijn eindproducten (afgewerkte producten
9. DYNAMISCHE OPSLAG
9.1. Paternoster
9.1.1. egborden die kunnen verdraaien
9.2. Carousel
9.2.1. rekken kunnen naar voor draaien zo kunnen genomen worden
9.3. Legbordlift
9.3.1. kast met liggers waarin plateaus met goederen kunnen geschoven worden
9.4. Miniload
9.4.1. automatische kraan haalt de goederen uit het rek
9.5. AS/AR - automatische palletopslag
9.5.1. pallets staan in een palletstelling. Een automatische kraan haalt de pallet uit het rek.
9.6. Auto-store
9.6.1. bakken geplaatst in de verticale schachten