hypertensie
by Femke Dekker
1. risico's
1.1. cerebrovasculaire ziekten
1.2. hartziekten
1.3. nierziekten
1.4. perifere vaatziekten
1.5. ernstige rethinopathie (netvlies)
2. medicatie
2.1. diureticum
2.1.1. grijpt aan op
2.1.1.1. vocht
2.2. bèta blokkers
2.2.1. grijpt aan op
2.2.1.1. sympatisch zenuwstelsel
2.3. alfa blokkers
2.3.1. grijpt aan op
2.3.1.1. vaattonus
2.4. calciumantagonist
2.4.1. grijpt aan op
2.4.1.1. vaattonus
2.5. ACE remmers
2.5.1. grijpt aan op
2.5.1.1. RAAS
3. gevolgen organen
3.1. hersenen
3.1.1. herseninfarct
3.1.2. encefalopathie (kleine hersenen)
3.2. vaten
3.2.1. aorta dissectie (scheur in aorta)
3.2.2. micro angiopathie (slopen kleine vaten)
3.2.3. coronaire ischemie (kransslagader aandoeningen)
3.3. ogen
3.3.1. rethinopathie (netvlies)
3.4. nieren
3.4.1. acute nierinsufficiëntie
3.5. hart
3.5.1. acuut hartfalen met longoedeem
4. welke vormen?
4.1. primaire hypertensie (essentiële hypertensie)
4.1.1. geen duidelijke oorzaak
4.2. secundaire hypertensie
4.2.1. gevolg andere ziekte
5. symptomen
5.1. hoofdpijn
5.2. vissusprobleem (zicht)
5.3. gastro- intestinale symptomen (darmproblemen) en acute gewichtsveranderingen
5.4. hartfalen
5.4.1. linker ventrikelhypertrofie (verdikking hartspier)