Get Started. It's Free
or sign up with your email address
BOSKLAS 2018 by Mind Map: BOSKLAS 2018

1. overleven

1.1. WATER (grond) + KOOLSTOFDIOXIDE (lucht) + ZONLICHT

1.1.1. bladgroenkorrels in de bladeren worden omgezet tot suikers voor alle delen van de plant

1.1.2. afval van de plant = ZUURSTOF

1.1.2.1. bladeren zuiveren dus onze lucht

1.1.3. vruchten, hout, papier

2. = een soort zwamvlok die zich voedt met levend materiaal

3. VENEN & HOGE VENEN

3.1. Inleiding:

3.1.1. VENEN = FAGNES : uitgestrekte heidevelden

3.1.2. Hoge Venen : 550m boven de zeespiegel en meer

3.1.3. landschappen

3.2. De VENEN = groot waterreservoir

3.2.1. VEENMOS : dikke veenlaag - elastisch effect

3.2.1.1. geen wortels

3.2.1.2. groeit naar het licht

3.2.1.3. onderste delen sterven af & worden samengedrukt tot TURF = plantaardig afval

3.2.2. STUWMEREN

3.2.2.1. voor drinkwatervoorziening

3.2.2.2. vroeger voor de textielindustrie

3.2.3. NATUURRESERVAAT: alles is wettelijk beschermd

3.2.4. NATUURPARK :reservaat is een deel van het 'Natuurpark Hoge Venen -Eifel'

3.2.4.1. FLORA (planten) & FAUNA (dieren) worden beschermd

3.3. Werken in & aan de venen --> het landschap verandert een beetje

3.3.1. TURF STEKEN

3.3.1.1. voor brandstof

3.3.1.2. stalstrooisel

3.3.1.3. natuurlijke meststof

3.3.2. KREUPELHOUT RUIMEN

3.3.3. MAAIEN VD HEIDEPLANTEN

3.3.4. SPARREN PLANTEN

3.4. SCHAPEN EN RUNDEREN WEIDEN

4. BOMEN & STRUIKEN

4.1. BOOM

4.1.1. 1 houtachtige stengel

4.1.2. houtachtige takken met bladeren groeien aan de stengel

4.2. STRUIK

4.2.1. verschillende houtachtige stengels die op de grond vertakken

4.3. verliezen hun bladeren in de herfst

5. PADDESTOELEN & KORSTMOS

5.1. PADDENSTOELEN

5.1.1. = vruchtlichaam van de zwamvlok

5.1.1.1. zwamvlok voedt zich met doodmateriaal (TURF)

5.1.1.2. zwamvlok zelf zit onder de grond en bestaat uit massa zwamdraden

5.1.2. voortplanting door sporen (uitzondering Stinkzwam die gebruikt zijn stank)

5.1.3. vb : zwavelkopjes, tonderzwam, stinkzwam

5.2. KORSTMOS is GEEN MOS

5.2.1. SYMBIOSE = samenwerking tussen zwam en wier

5.2.1.1. met elkaar vergroeid en helpen elkaar om te overleven

5.2.1.2. groeit langs de kant van een boom waar het meeste regen valt (westen)

5.3. PARASIET

6. DEN OF SPAR

6.1. SPAR

6.1.1. korte naalden

6.1.2. afzonderlijke naalden

6.1.3. een KERSTBOOM

6.2. DEN

6.2.1. lange naalden

6.2.2. naalden staan per twee

6.3. LORK

6.3.1. naalden groeien in bundeltjes

6.3.2. enige naaldboom die zijn naalden verliest in de herfst

7. in Middeleeuwen gebruikt als kerker

8. OPEENVOLGING VAN ZALEN (HOLLE RUIMTES)

8.1. ontstaat door de CORROSIE van het water wanneer de grot onder water staat

9. EROSIE = MECHANISCH VERSCHIJNSEL waarbij de rots door de wrijving van het water afslijt

10. IMPLUVIUMZONE = zone waar het meeste water de grond insijpelt --> BESCHERMINGSGEBIED om verontreiniging tegen te gaan

10.1. Impluviumgebied van SPA > 13.000 ha (meer dan 26000 voetbalvelden)

11. WATER

11.1. KRAANTJESWATER

11.1.1. behandeld water uit ondergrondse bekken (chloor toegevoegd)

11.2. NATUURLIJK MINERAALWATER

11.2.1. gebotteld aan de bron

11.2.2. heeft geen behandeling nodig (natuurlijke zuiverheid)

11.3. BRONWATER

11.3.1. aan de bron drinkbaar

11.3.2. heeft geen behandeling nodig

12. BRONNEN IN BELGIË

12.1. BRON VAN GÉRONSTÈRE

12.1.1. rijk aan zwavel

12.1.2. goed tegen aandoeningen aan luchtwegen

12.2. BRON VAN SPA (natuurlijke filter= veenmos en turflagen)

12.2.1. SPA REINE

12.2.1.1. mineraalwater

12.2.1.2. 2 tot 3 jaar gefilterd

12.2.1.3. laag natriumgehalte (zoutloos)

12.2.2. SPA BARISART

12.2.2.1. intens bruisend

12.2.2.2. laag gemineraliseerd

12.2.2.3. 3 tot 5 jaar gefilterd

12.2.2.4. koolzuur toegevoegd bij het bottelen

12.2.3. SPA MARIE HENRIETTE

12.2.3.1. licht bruisend zonder toevoeging van koolzuur

12.2.3.2. tot 50 jaar gefilterd

12.2.3.3. bruisend door in contact te komen met carbonaat houdende rotsen

13. GROT VAN COMBLAIN-AU-PONT (door water geboetseerd in kalksteen)

13.1. NATUURLIJKE INGANG of ABÎME

13.1.1. 22 meter diep

13.1.2. de plaats waar een riviertje binnenstroomt en een ONDERGRONDSE KLOOF vormt

13.1.2.1. CORROSIE = CHEMISCH VERSCHIJNSEL waarbij kalksteen wordt opgelost door zuur water

13.1.3. gevormd door

13.1.3.1. WRIJVING

13.1.3.2. AFSLIJTING

13.2. KUNSTMATIGE INGANG

13.2.1. door de mens gemaakt om makkelijk naar binnen te gaan

13.3. AANSLAGEN = eigenaardige vormen gemaakt door het Calciumcarbonaat dat kristallen vormt

13.3.1. TYPES

13.3.1.1. 4. STALAGMIET

13.3.1.1.1. van beneden naar boven

13.3.1.1.2. groeit trager maar breder

13.3.1.2. 3. STALAGMIETENBODEM

13.3.1.3. 2. STALACTIET

13.3.1.3.1. hangt van boven naar beneden

13.3.1.4. DRAPERIE

13.3.1.4.1. afzetting langs de wand van de rots

13.3.1.4.2. fijne stalactieten (pijpjes)

13.3.1.5. 5. ZUIL

13.3.1.5.1. versmelting van een stalactiet en stalagtiet

13.3.1.6. 1. MACARONI

13.3.1.7. WATERBEKKEN