Huntington

1. Tijdens de zwangerschap.

1.1. Geen

1.1.1. Tijdens de zwangerschap is er niks dat je kan doen.

1.2. Abortus

2. Na de zwangerschap.

2.1. Fysiotherapie

2.1.1. Door de ziekte is het moeilijk om te bewegen.

2.2. Ergotherapie

2.2.1. Aanpassingen in huis.

2.3. Dietist

2.3.1. Door de medicijnen is er kans op gewichtsverlies.

2.4. Psycholoog

2.4.1. Om te praten over de problemen.

2.5. Logopedie

2.5.1. Goed blijven praten.

2.6. Medicijnen

2.6.1. Om de ziekte te vertragen en te verminderen.

3. Overerving.

3.1. Autosomaal dominant

3.1.1. 50% kans dat het kind de ziekte van Huntington krijgt.

4. Vóór de zwangerschap.

4.1. PGD (IVF)

4.1.1. Eicellen worden verzameld en buiten het lichaam bevrucht met behulp van een spermacel van een man.

4.2. Embryoselectie

4.2.1. Embryo's worden gecreëerd en onderzocht. Als er geen teken van de ziekte is dan wordt het teruggeplaatst.