Soap

1. gemeenschappelijke kenmerken

1.1. geen begin en einde

1.2. alle personages => even belangrijk

1.3. 4 à 5 verschillende verhaallijnen naast elkaar

1.4. plots => relaties en de conflicten ervan

1.5. opgenomen in tv-studio's

1.6. nadruk op dialoog niet op actie

1.7. tempo ligt heel laag

1.8. elke aflevering eindigt op cliffhanger

1.9. Australische (en Vlaamse) => genuanceerder

1.10. veel voorkomende thema's

1.10.1. jaloezie

1.10.2. bedrog

1.10.3. ziekte

1.10.4. ontvoering

1.10.5. ...

1.11. veel voorkomende thema's => voorspelbaar

1.12. veelvoorkomende types

1.12.1. gewetenloze zakenman

1.12.2. de feeks

1.12.3. de verleidster

1.12.4. de grootmoederfiguur

1.12.5. de slechterik

1.12.6. de ideale echtgenoot

1.12.7. het naïeve schaap

1.12.8. ...

2. personages

2.1. Angelsaksische landen => 2 tradities

2.1.1. Australië = genuanceerder, alledaagse mensen

2.1.1.1. 'gewoon' leven

2.1.1.2. 'gewone' problemen

2.1.2. Amerika = glamour

2.1.2.1. bloedmooie vrouwen

2.1.2.2. aantrekkelijke en stinkend rijke mannen

2.1.2.3. zitten verassend simpel in elkaar

2.2. vlaamse soap = Australië + Amerika

2.2.1. eerder Australisch

2.2.2. Amerikaanse invloeden

2.2.2.1. schaars geklede vrouwen

2.2.2.2. verhaalstof neigt soms naar het sensationele

3. oorprong

3.1. soap of soap opera

3.2. jaren 30

3.3. Amerikaanse radiozenders

3.4. gesponsord door fabrikanten van zeep

3.5. zeep = soap

3.6. radio naar televisie

4. succes

4.1. 3 belangrijkste ingrediënten voor succesvolle soap

4.1.1. identificatie

4.1.2. herkenning

4.1.3. vlucht uit de werkelijkheid