Poëzie

Plan your projects and define important tasks and actions

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Poëzie by Mind Map: Poëzie

1. Gedichtvormen

1.1. Rondeel

1.1.1. Rondeel

1.2. Sonnet

1.2.1. Een sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels.

1.3. Naamdicht

1.3.1. Een naamdicht is een gedicht waarvan de eerste letters van iedere regel een woord of zin vormen.

1.4. 160

1.4.1. Een 160 is een gedicht van exact 160 tekens. Inclusief leestekens en spaties.

1.5. Kwatrijn

1.5.1. Een kwatrijn is een gedicht of een strofe in een gedicht van vier regels en met meestal twee rijmklanken.

1.6. Elfje

1.6.1. Een elfje is een gedicht van elf woorden verdeeld over 5 regels.

1.7. Ollekebolleke

1.7.1. Een ollekebolleke is een versvorm dat achtregelig is.

1.8. Haiku

1.8.1. Een haiku is een Japans niet rijmende dichtvorm dat bestaat uit 14 regels.

1.9. Limerick

1.9.1. Een limerick is een puntdicht wat lijkt op de vorm ollekebolleke

2. Rijmschema

2.1. Alliteratie/beginrijm

2.1.1. Dromen dromen zich dood.

2.2. Assonantie/klinkerrijm

2.2.1. Rode boten.

2.3. Slagrijm (a,a,a,a)

2.3.1. Je hebt me keihard voorgelogen. besodemieterd en bedrogen. Dus droog de tranen in je ogen.

2.4. Eindrijm

2.4.1. zijn kwetsbare ideeën stalde hij uit in een flinterdunne dichtbundel als orchideeën achter een winkelruit.

2.5. Omarmend (a,b,b,a)

2.5.1. Valentijn is fijn maar elke dag bij het zien van je glimlach is gelukkig zijn.

2.6. Gekruist (a,b,a,b

2.6.1. Ik wil geen dichter zijn! Weet je waar ik van hou? dichter zijn..... dichter bij jou!

2.7. Verspringend (a,b,c,a,b,c)

2.8. Gepaard (aa,bb,cc)

2.8.1. Na negen maanden in de moederschoot. Werd het tijd dat jij besloot. Om de wereld te gaan bekijken. En ons gezinnetje te verrijken.

3. Beeldspraak

3.1. Vergelijking

3.1.1. Zo rood als wijn.

3.2. Metonymie

3.2.1. Nederland won met 1-0.

3.3. Antithese

3.3.1. Koud en warm.

3.4. Repetitio

3.4.1. “Uur na uur gebeurde er niets”.

3.5. Hyperbool

3.5.1. Het duurde tien jaar voordat je eindelijk eens terugbelde in plaats van Ik heb vijf minuten moeten wachten tot je terugbelde.

3.6. Enumeratie

3.6.1. Er zijn leugens, pertinente leugens en statistieken.

3.7. Personificatie

3.7.1. Het papier is geduldig.

3.8. Metafoor

3.8.1. Die mevrouw is een pauw.

4. Kenmerken poëzie

4.1. Rijm

4.1.1. Een rijm is een herhaling van klank na korte tussenpoos.

4.2. Versregels

4.2.1. Een versregel is een deel regel van een gedicht.

4.3. Regellengte

4.3.1. De regellengte is de lengte tussen de regels.

4.4. Beeldspraak

4.4.1. Beeldspraak is een vorm van taalgebruik waarbij je iets omschrijft door het te vergelijken met iets anders.

4.5. Melodie

4.5.1. De melodie is het ritme in een gedicht.