De goede week

1. De paaskring

1.1. Aswoensdag

1.1.1. eerste dag vasten

1.1.2. na drie dagen carnaval

1.1.3. naar de kerk

1.1.3.1. priester askruisje voorhoofd

1.1.4. begint veertigdagentijd

1.1.4.1. tijd van inkeer en vasten

1.1.4.2. tijd van inkeer vasten

2. veertigdagentijd

2.1. christenen vastentijd

2.1.1. duurt Aswoensdag-Pasen

2.1.2. 6 zondagen tellen niet

2.2. veertig is een symbool

2.2.1. Jezus bleef 40 dagen woestijn

2.2.1.1. Moses ook

2.2.2. veertig vasten voor christenen

3. Goede week

3.1. Belangrijkste week

3.1.1. in de 40 dagen

3.1.2. de week voor Pasen

4. Palmzondag

4.1. Jezus Jeruzalem binnen

5. Witte donderdag

5.1. Jezus waste de voeten van zijn leerlingen

5.1.1. deelde wijn en brood

6. Goede vrijdag

6.1. Jezus veroordeeld kruis genageld

6.1.1. Kruisweg viering

6.1.2. teken droefigheid

7. Stille zaterdag

7.1. laatste dag voor Pasen

7.2. herdenkt christus dood in het graf lag

8. Pasen

8.1. grootste feest van het jaar

8.1.1. gevierd in de lente

8.2. vieren dat Jezus niet meer dood is

8.2.1. hij heeft dood overwonnen