METHODOLOGIE: BASISBEGRIPPEN

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
METHODOLOGIE: BASISBEGRIPPEN by Mind Map: METHODOLOGIE: BASISBEGRIPPEN

1. H1: WAAROM SOCIAALWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

1.1. Doelstellingen wetenschappelijk onderzoek

1.1.1. fundamenten en basisprocedures

1.1.2. studies evalueren

1.1.3. vocabularium

1.1.4. kritische omgang onderzoeksresultaten

1.2. Alternatieve bronnen van kennis

1.2.1. overgeneraliseren vanuit eigen beleving

1.2.2. selectieve observatie

1.2.3. massamedie

1.2.4. ideologische overtuigingen

1.3. theorie en empirie

2. H2: BOUWSTENEN VAN HET SOCIAALWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

2.1. categoriseren

2.1.1. toepassingsgebied

2.1.1.1. praktijkgericht

2.1.1.2. theoretische gericht

2.1.2. methodologie

2.1.2.1. kwantitatief methodologie (= naturalisme)

2.1.2.2. kwalitatief methodologie (= constructivisme)

2.2. evalueren

2.2.1. vakmanschap

2.2.2. betrouwbaarheid: toevalsfouten/error

2.2.3. geldigheid: systematische fouten/bias

2.2.3.1. meetgeldigheid

2.2.3.2. interne geldigheid

2.2.3.3. externe geldigheid

3. H3: FILOSOFISCHE ACHTERGROND: EPISTEMOLOGISCHE BEGINSELEN

3.1. ontwikkeling van de epistemologie van de wetenschappen

3.1.1. rationalisme: Plato, Descartes en euclidische meetkunde

3.1.1.1. denken

3.1.1.2. deductieve aanpak

3.1.1.3. kritisch tegenover empirie

3.1.2. empirisme: Bacon en Galileï

3.1.2.1. observatie en ervaringen

3.1.2.2. 'tabula rasa' (ofwel 'emmertheorie van de geest')

3.1.2.3. correspondentie-theorie

3.1.2.4. wetenschap niet louter observeren

3.1.3. verdere ontwikkelingen

3.1.3.1. David Hume: scepticisme

3.1.3.1.1. empiristische traditie: geen a priori ideeën, zintuiglijke waarneming en correspondentietheorie

3.1.3.1.2. kritische kanttekeningen: feiloosheid van waarneming in vraag stellen en regelmatigheidsvisie van causaliteit

3.1.3.1.3. besluit: ambitieuze verklaringen in termen causaliteit afzien en niet veralgemenen buiten waarnemingsveld

3.1.3.2. Wiener Kreis: logisch-positivisme

3.1.3.2.1. demarcatieprobleem: empirische observatie volstaat niet en verificationisme

3.1.3.3. Karl Popper: principe van falsificatie en kritiek op logisch-positivisten

3.1.3.3.1. waarneming niet vanuit cognitief vacuüm: mensen zien wat ze willen zien

3.1.3.3.2. principe verificatie niet houdbaar: alternatief = principe van falsificatie

3.1.3.4. Thomas Kuhn: paradigma's

3.1.3.4.1. verlaat correspondentietheorie: conceptuele bril

3.1.3.4.2. evolutie wetenschap: gradueel proces en wetenschappelijke revoluties of paradigmaveranderingen

3.1.3.5. Imre Lakatos: theorie met meerinhoud

3.1.3.5.1. synthese Popper's en Kuhn's kritieken

3.1.3.5.2. evolutie wetenschap: opstapeling tegensprekelijk bewijs en drie voorwaarden alternatief paradigma

3.2. Wat met sociale wetenschappen?

3.2.1. algemeen

3.2.1.1. onduidelijke consensus over wat onderzoeken en hoe

3.2.1.2. bijkomende uitdaging = menselijk denken en gedrag

3.2.2. naturalisme/positivisme: sociale wetenschappen volgt model van natuurwetenschappen (= niet monoparadigmatisch)

3.2.2.1. ALGEMEEN: objectieve realiteit, oorzaak-gevolg (=Erklären), objectieve waarneming en correspondentietheorie

3.2.2.2. Emile Durkheim: sociale feiten

3.2.2.3. Adolphe Quetelet: sociale fysica

3.2.3. constructivisme: sociale wetenschappen hebben eigen model nodig (= Immanuel Kant grondlegger)

3.2.3.1. ALGEMEEN: realiteit is geconstrueerd, begrijpen van betekenissen aan sociaal handelen, geen objectieve observatie en correspondentietheorie ongebruikelijk

3.2.3.2. Wilhelm Dilthey: hermeneutiek

3.2.3.3. Max Weber

4. H4: ETHIEK IN SOCIAALWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

4.1. Introductie

4.1.1. ethiek: gewoonten en gebruiken

4.2. Omgaan met deelnemers

4.2.1. PRINCIPE 1: schade vermijden

4.2.1.1. geen fysische en psychische pijn

4.2.1.1.1. afwegen schade tegen belang wetenschappelijke vooruitgang

4.2.2. PRINCIPE 2: informed consent of vrijwillige toestemming

4.2.2.1. deelnemers instemmen, geïnformeerd zijn en afweging bij passief versus actief onderzoek

4.2.3. PRINCIPE 3: privacy, vertrouwelijkheid, anonimiteit

4.2.3.1. persoonlijke en gevoelige data

4.2.3.2. geen verspreiding data: anonimiseren, embargo op onderzoek en overheid controle (bv. privacycommissie)

4.3. Deontologie

4.3.1. belang van openheid en transparantie

4.3.1.1. mogelijkheid tot controle en replicaties

4.3.2. zo correct wetenschappelijk mogelijk

4.3.3. geen fraude

4.3.4. correcte referenties en citaties (anders plagiaat)

4.3.4.1. VORMEN: citeren, vertalen, parafraseren, gebruik en overname van ideeën en gedachtegoed, hergebruik van eerder eigen werk en werk van medestudenten

4.3.5. rol institutionele context en publicatiedruk

4.4. Wetenschap en samenleving

4.4.1. geen maatschappelijk vacuüm mogelijk

4.4.2. wisselwerking beleid en onderzoek: financieringskanalen en onderzoek beleidsgericht

4.4.3. waardevrij wetenschap mogelijk?

4.4.3.1. Max Weber: wetenschap als beroep = taak om waardevrije wetenschap te verrichten

4.4.3.2. nuancering: erkennen en bewustzijn van vooringenomenheid

4.4.4. wetenschappelijke vraagstelling en 'framen van onderzoek'

4.4.4.1. onderzoek etniciteit en criminaliteit: geen aandacht voor socio-economische status en sprake van discriminatie door politie?