Het oude Griekenland

1. nadenken

1.1. veranderingen

1.1.1. eng

1.1.2. nieuwe problemen

1.2. durven

1.2.1. nieuwe problemen

2. Alexander de Grote

2.1. vader was koning

2.2. grote landveroveraar

2.2.1. rond de Middellandse zee

2.2.2. tot India

3. Handel

3.1. nieuwe steden

3.1.1. meer voedsel

3.2. andere steden veroveren

3.2.1. handel met ander steden

4. democratie

4.1. groot verschil tussen arm en rijk

4.2. de Griekse mannen regeerden

4.2.1. geen vrouwen en buitenlanders

4.2.2. op speciale bijeenkomsten

4.2.3. op marktplein

5. filosofen

5.1. de eerste mensen

5.1.1. praten

5.1.2. waaromvragen

5.1.3. bekende

5.1.3.1. Aristoteles, Plato en Socrates

6. wetenschap

6.1. waaromvragen

6.1.1. onderzoeken

6.1.1.1. tot verklaring

6.2. observeren

6.2.1. wat de mensen eten

7. sport

7.1. vonden de Grieken leuk

7.1.1. om te kijken en zelf spelen

7.2. rond 776 voor christus

7.2.1. de eerste olympische spelen

7.2.1.1. ter ere van Zeus

8. sparta

8.1. stad

8.1.1. vrouwen en meisjes

8.1.1.1. stad beschermen

8.2. aparte opvoeding

8.2.1. gezond

8.2.1.1. ravijn

8.2.2. jongens tot 7 jaar

8.2.2.1. kazernes

8.3. oorlog

8.3.1. met Athene

8.3.1.1. beide steden verzwakt