Slaap! Annelies Verbeke, een psychologische roman (1)

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Slaap! Annelies Verbeke, een psychologische roman (1) by Mind Map: Slaap! Annelies Verbeke, een psychologische roman (1)

1. Hoe denkt/voelt de (hoofd)personage. Nadruk op gevoelens, gedachten en het innerlijk van de personages

1.1. Er zijn twee hoofdpersonages: Benoit en Maya

1.1.1. Maya zegt vaak hoe zij zich voelt en denkt: "ik was bang dat zijn woorden me zouden wekken." (p. 61)

1.1.2. Benoit: "ik was blij dat ik zelf geen vader had." (p. 24), "ik voelde mij in de steek gelaten maar probeerde het hem niet kwalijk te nemen." (p. 62)

2. Thema: waarover het verhaal gaat, bv: een meisje die wordt verkracht en een verslaving heeft aan drugs

2.1. Het verhaal gaat over een meisje genaamd Maya. Ze heeft last van slapeloosheid en niemand begrijpt haar. Door dit probleem krijgt ze zelfs psychische problemen. 's Nachts gaat ze bellen bij de mensen aan de deurbel, maar niemand antwoordt. Toch is er een nacht waar iemand de deur open doet en dit is Benoit de Gieter. Hij heeft ook last van slapeloosheid. Deze man vindt zoals Maya dat hij niet begrepen wordt door anderen. Deze mensen begrijpen elkaars situatie en beleven heel wat dingen samen.

3. Motief: iets dat vaak terugkomt in een verhaal, bv: verslaving, seksualiteit, verkrachting,…

3.1. Er zijn heel veel motieven: slaap, seks, alcohol en nog meer.

3.1.1. Slaap: "een Slapeloze, net als ik." (p. 22) "Blijkbaar sliep niet iedereen even zorgeloos."(p. 16) Seks: "nu was de nacht echt van mij." Een kortstondige bedpartner aan de haak slaan is onthutsend makkelijk." (p. 131), "ze dronk en neukte dubbel zoveel als ik." (p. 47) Alcohol: "Te veel gedronken." (p. 51), "ze dronk en neukte dubbel zoveel als ik." (p. 47)

4. Spanning: inhoudelijke spanning (=doel is om de lezer nieuwsgierig te maken en mondt uit in een climax.

4.1. Maya ligt in het ziekenhuis door een ongeval. In die tijd heeft ze niet echt contact met Benoit. Op een dag gebeurde iets heel vreemds. De man had een nachtvlinder waarmee hij bevriend was tijdens de periode waar hij werkte in een hotel als nachtwachter. Op een dag vloog die vlinder weg en belande op toevallig op de borst van een meisje. Hij kreeg pak slagen van de vrienden van het meisje. Hij was gewond. Dus ging hij naar een café. Hij zag daar Maya weer opnieuw. "Ze keerde haar hoofd naar me toe en keek me sprakeloos aan. Ze verzorgde mijn wonden alsof ze dat elke dag deed." (p. 159)

5. Ruimte: Plaats (een plaats waarbij de omgeving heel belangrijk is)

5.1. De plaats waar het verhaal zich afspeelt is gewoon in België waar het vaak donker is en regent. Ik denk ook waarschijnlijk dat het aan de kust afspeelt.

5.1.1. "Hij is naar een psychiatrische inrichting aan zee gebracht." (p. 133) "Ik fietste door de donkere straten op zoek naar leven, vervuld van energie." (p. 11) "De regen gutste tegen de wagonruiten." (p. 133)

6. Modernisme v/d 20e eeuw: nadruk op onbewuste v/d mens verklaring gedrag ---> Onderbewuste weergegeven via monologue intérieur/stream of consciousness

6.1. "Was ze aan de beurt bij 'Ik zie wat jij niet zie', dan betrof het voorwerp in kwestie steevast iets wat zij ook zij niet zag, zoals een reuzenrad of - natuurlijk - een frituur. Olga's favoriete spel - 'Vorm de naam van een historische figuur met de laatste letter van de voorgaande' - ging na enkele beurten altijd de mist in." (p. 89)

7. Bronvermelding

7.1. Verbeke, A. (2003). Slaap! Breda: De Geus.

8. Motivering actie, waarom iets gebeurt = belangrijk

8.1. Maya gaat 's nachts bellen aan de deurbel en mensen proberen wakker te maken. Dit gebeurt omdat ze last heeft van slapeloosheid en niemand wilt haar begrijpen. Op het moment dat Remco, haar vriendje, het uitmaakt dan begint ze van alles en wat te doen zoals de slaap van de mensen breken uit frustratie.

9. Dieper ingaan op problemen, karakter, omstandigheden v/d (hoofd)personage

9.1. Er zijn twee hoofdpersonages.

9.1.1. Benoit: Benoit lijdt aan slapeloosheid net als Maya. Hij heeft in zijn jeugd heel veel meegemaakt. Hij werd gepest op school. Toen Benoit klein was dacht hij dat z'n moeder een kokkin was. Dit blijkt niet zo te zijn. Na het overlijden van zijn moeder kon hij niet meer in rust slapen. Daarom is hij een gevoelig persoon. (p. 23-39)

9.1.2. Maya: Maya lijdt aan slapeloosheid. Niemand wilt haar berijpen. In het begin probeerde Remco, haar vriendje, haar te helpen maar dit duurde niet zo lang. Hij maakte het uit. Alles wordt erger. Ze word agressiever.

10. Personages: rond karakter (round character). We kennen de personages ( zijn/ haar gevoelens, gedachten, opvattingen,…) meer en meer tot het boek uit is.

10.1. In het begin wist ik heel weinig over hoe de dachten of voelden maar hoe meer ik het boek las hoe meer ik te weten kwam over de karakters. Ook omdat er een ik-verteller is weet ik wat de personage voelt of denkt wanneer die aan het woord is.

11. Tijd: Flashbacks (= terugblik in het verleden), vertelde tijd (= hoeveel dagen/uren het verhaal wordt verteld, verteltijd (= aantal pagina’s/regels (ongeveer 400 pagina's)

11.1. Er zijn flashbacks aanwezig in het verhaal. Een voorbeeld is wanneer Benoit praat over haar overleden moeder: "Mijn moeder was mooi. Ze rook altijd naar voedsel en eau de cologne." (p. 23)

11.2. De verteltijd: dit boek is een heel dun boek tegenover de andere boeken dit genre. Het boek telt 160 pagina's terwijl andere psychologische romans ongeveer 400 pagina's tellen.

11.2.1. De vertelde tijd: het is niet echt duidelijk wat de vertelde tijd is. Er zijn heel wat flashbacks naar de jeugd toe van Benoit. Benoit is ongeveer 53 jaar en Maya is jonge vrouw van 28. Dus ik denk dat et gaat over een vertelde tijd van 53 jaar.

12. Vertelperspectief: 2 perspectieven zoals: ik-verteller (=verhaal wordt verteld in de ik-vorm) en personale verteller (= verhaal wordt verteld vanuit hij/zij verteller

12.1. Beide perspectieven komen voor in het verhaal. Ik-verteller: "ik rende van het perron naar de dijk." (p. 98) "En ik deed het." (p. 99) Personale verteller: "houterig stond hij op van zijn stoel en begon iets te zoeken in een van de metalen kasten achter zijn bureau." (p. 132) "Hij is naar een psychiatrische inrichting aan zee gebracht." (p. 133)

13. Emoties en/of psychologische ontwikkeling personages = centraal

13.1. Bij dit boek worden de gedachten maar ook de emoties van de personages gekend. "Ik was bang dat zijn woorden me zouden wekken." (p. §&)