1. Pythagoras
1.1. sterrenkundige, wiskundige, filosoof
1.2. beroemd stelling van Pythagoras
1.2.1. gebruikelijk uitrekenen lengtes
1.3. veel volgelingen: de pythagoreers
1.3.1. woonde zuiden van Italië
1.4. had grote invloed op jongere Griekse filosoof
1.5. geloofde aarde bol in centrum van heelal
1.5.1. dacht elke planeet in eigen doorzichtige bol
1.5.1.1. bollen gelijkmatig verdeeld, draaide om aarde
1.6. geloofde dat hele wereld op wiskundige manier bekeken kon worden
1.6.1. zag nauw verband tussen muziek en wiskunde
1.6.1.1. zo ontdekte hij de intervallen tussen muzieknoten wiskundig beschreven konden worden
1.7. belangrijkste bijdrage aan wetenschap: vraag beantwoord lijd ton meerde vragen
2. Archimedes
3. Aristoteles
3.1. bestudeerde onderwerpen: politiek, logica, weerkunde, natuurkunde en godsdienst.
3.2. Camara Obscura
3.2.1. =doos met gat in 1 wand
3.2.1.1. =voorloper moderne camera
3.2.2. hoe? licht door gat=>omgeving beeld tegenoverligg. wand
3.2.3. doel= veilig naar zonsverduistering kijken
3.3. verschil filosofie/wetenschap.
3.3.1. was eerste die zei "wetenschap is nauwkeuriger."
3.4. liet zien dat aarde rond was.
3.4.1. bewijzen:
3.4.1.1. gebogen schaduw op maan tijdens maansverduistering.
3.4.1.2. naar noorden reizen
3.4.1.2.1. horizon 1
3.4.1.2.2. horizon 2
3.4.2. schatting aarde: niet echt in de buurt.
3.5. geloofde dat alles uit vuur, aarde, lucht en water bestond.
3.5.1. hemel had vijfde element.
3.5.1.1. hemel onveranderlijk en precies.
3.5.1.2. aarde veranderlijk.
3.6. keek goed naar de wereld daar uit haalde hij de basis van de toekomstig wetenschappelijk onderzoek.
3.6.1. was eerste die plante in groepen ging inzetten.
3.7. observeerde wereld
3.7.1. =basis toekomstig, wetenschapp onderzoek
3.7.1.1. VB: 1e die planten verzamelde, in groepen inzette