Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Pijn by Mind Map: Pijn

1. werking pijnmedicatie

1.1. Maag zuur lost de pil --> vrijkomen van werkzame stoffen.

1.2. De opioïde wordt met de rest van de maaginhoud verwerkt en bereikt de darm. Daar wordt het in het bloed opgenomen

1.3. Na de dunne darm gaat het bloed (via de poortader) eerst naar de lever. Daar wordt een deel door enzymen afgebroken.

1.4. Vervolgens gaat het bloed met de overgebleven opioïde naar het hart. Het hart pompt het bloed naar de longen (om zuurstof op te nemen).

1.5. Het hart pompt het bloed vervolgens naar de rest van het lichaam en naar de hersenen en de organen waaronder de lever en de nieren. De hersenen zorgen voor de roes effecten, de lever en nieren voor de afbraak en de uitscheiding.

1.6. Opioïden lijken op een stofje in de hersenen dat een rol speelt bij de signaaloverdracht tussen zenuwen. Dergelijke stofjes worden neurotransmitters genoemd. Opioïden lijken erg op de neurotransmitter endorfine. Opioïden doen in de hersenen ongeveer hetzelfde als het stofje endorfine. Zij doen dit alleen veel krachtiger en veel langer.

1.7. Endorfine en opioïden beïnvloeden de werking van weer twee andere stoffen, namelijk dopamine en de stof Substantie P. Dopamine prikkelt het beloningssysteem. Hierdoor kan de gebruiker zich gelukzalig en euforisch voelen. Substantie P is een stof die pijnsignalen doorgeeft.

2. pijninstrumenten

2.1. PACSLAC

2.2. NRS

2.3. VRS

3. verschillende soorten pijn:

3.1. Viscerale pijn

3.2. Somatische pijn

3.3. Neuropatische pijn

4. pijnbehandeling

4.1. Pijnladder van de WHO

4.2. Stap 1: Paracetamol

4.3. Stap 2: NSAID (ontstekingsremmer)

4.4. Stap 3: Paracetamol + NSAID

4.5. Stap 4: Zwak werkend opioïd

4.6. Stap 5: Sterk werkend opioïd

4.7. Stap 6: Parenterale toediening van een opioïde

5. werking pijnmechanisme

5.1. 1. Allereerst is er de pijnprikkel, de nociceptie: bv. uw vinger zit tussen de deur.

5.2. 2.Vervolgens ontstaat pijn, de pijngewaarwording: het signaal van de geklemde vinger bereikt de hersenen. U voelt pijn.

5.3. 3.Dit wordt gevolgd door het 'lijden aan pijn’, de emotionele pijnbeleving.

5.4. 4. Het pijn lijden wordt omgezet in pijngedrag zoals roepen of medicatie innemen. Hier ontstaat er communicatie tussen de pijnlijder en de omgeving.