Nederlands
by Stephanie Dunnink
1. Feit/mening
1.1. Een feit is een gebeurtenis of omstandigheid waarvan de werkelijkheid vaststaat.
1.2. Een mening is hoe iemand over iets denkt.
2. Leesstrategieën
2.1. Er zijn verschillende soorten leesstrategieën denk hierbij aan: - Oriënterend lezen - Globaal lezen - Zoekend lezen
3. Publiek
3.1. Een schrijver richt zich vaak op een bepaald soort publiek. Een tekst over bijbaantjes, is bedoeld voor jongeren.
4. Tekstdoelen
4.1. Er zijn veel verschillende tekstdoelen waarom een schrijver een bepaalde brief of boek schrijft, bijvoorbeeld: - informeren - amuseren - overtuigen - activeren
5. Onderwerp & Deelonderwerp
5.1. Een onderwerp bevat in een paar woorden waar de tekst over gaat.
5.2. Deelonderwerpen zijn de verschillende kanten van een onderwerp die in een tekst aanbod komen. Ze staan vaak in de alinea's.
6. Alinea's & kernzinnen
6.1. Een tekst/brief bestaat vaak uit verschillende alinea's. (witregels tussen de zinnen door) Dit geeft wat meer overzicht en bij elke nieuwe alinea wordt er iets anders toegelicht
6.2. Een kernzin in een alinea, is de belangrijkste zin uit een alinea waar veel informatie in staat.
7. Titel & tussenkopjes
7.1. Een titel omschrijft altijd wat de tekst inhoudt: het onderwerp dus. Een titel trekt meestal de aandacht door de vetgedrukte woorden en groot lettertype.
7.1.1. Tussenkopjes