
1. Leesproblemen
1.1. Spellings-, grammaticale fouten
1.2. Spiegelen letters
1.3. Langzaam of radend lezen
2. Optometrie
2.1. Moeite met lezen?
2.2. Fixatie disparatie?
2.3. Binoculair zien?
2.4. Visuele perceptie?
2.5. Oog-gerelateerd?
3. Logopedie
3.1. Algehele achterstand?
3.2. Achterstand op taalontwikkeling?
3.3. Woordenschat: taalverwerving?
3.4. Mondelinge taalontwikkeling:
3.4.1. Taalinhoud:
3.4.1.1. Woordbegrippen, woordproductie en verbanden leggen.
3.4.2. Taalvorm:
3.4.2.1. Fonologie: klanken verwoorden, klankstructuren, verbuigen en vervoegen van woorden (morfologie).
3.4.3. Taalgebruik:
3.4.3.1. Pragmatiek, invloed van cultuur wordt hoorbaar, taalgebruik kan verschillen in bepaalde situaties.
3.4.4. Ontwikkelingsfasen:
3.4.4.1. Voortalige periode 0-1 jaar:
3.4.4.1.1. brabbelen, huilen.
3.4.4.2. Vroegtalige periode 1-2,5 jaar:
3.4.4.2.1. Éém-woordzin of twee-woordzin, van per-symbolisch naar symbolisch.
3.4.4.3. Differentiatie fase 2,5-5 jaar:
3.4.4.3.1. Talige ontwikkeling, vloeiend spreken.
3.4.4.4. Vooltooiingsfase 5-10 jaar:
3.4.4.4.1. Taalvorm, taalinhoud, taalgebruik.
4. Spellingsproblemen
4.1. Spiegelen letters
4.2. Zinsopbouw
4.3. Spellingsfouten
4.4. Grammaticale fouten
5. Neurologisch
5.1. Genetische aanleg?
5.2. Centrum van Wernicke: stoornis?
5.3. Pariëto-temporale gebied: geclusterde klanken.
5.4. Occitito-temporale gebied: letterherkenning en worden (gaat minder snel bij dyslexie)
6. Didactisch
6.1. Vergrote versie
6.2. Tijdverlenging + verklaring
6.3. Voorgelezen tekst: app Alinea
6.4. Radend lezen > flitsen
7. Onderwijs
7.1. Letterkennis
7.2. Fonologisch bewustzijn
7.3. Auditieve synthese: hakken + plakken
8. Aanvullende problematiek
8.1. Gedrags- en houdingsproblemen
8.2. Onderliggende diagnoses: ADHD, ADD, Asperger, etc.
8.3. Diagnose wordt gedaan door GGD-arts/psychiater/orthopedagoog
8.4. Omgeving: storende factoren? Concentratieproblemen?
9. Signalen/Risicofactoren:
9.1. Meertaligheid:
9.1.1. Moedertaal heeft andere klanken wat het moeilijk maakt voor het kind om andere klanken aangeleerd te krijgen bij dezelfde letters.
9.1.2. Uitsluiten van TOS of dyslexie is van belang.
9.2. Geletterdheid: tussendoelen, beginnende geletterdheid en gevorderde geletterdheid.
9.2.1. Voorspellen, fonemisch bewustzijn, letterkennis, snelbenoemen.
9.2.2. Referentieniveaus.
9.3. Leesmotivatie en hoeveelheid tekst, decoderen en vloeiendheid, ervarings- en taalbasis, actief denken en tekstkwaliteit.
9.4. Vroegtijdige signalering:
9.4.1. Hoe eerder een leesprobleem ontdekt wordt, hoe eerder het kind handvatten aangeboden kan krijgen om het lezen verder te kunnen ontwikkelen.
10. Voorlezen:
10.1. Voordelen:
10.1.1. Vergroten woordenschat
10.1.2. Vergroten leesmotivatie
10.1.3. Voorsprong op taalontwikkeling
10.1.4. Fantasie ontwikkeling
10.1.5. Concentratievermogen vergroten
10.1.6. Fonologisch bewustzijn
10.1.7. Letters leren herkennen
10.1.8. Leeshouding (vasthouden boek)
10.1.9. Relatie tussen gesproken en geschreven woorden
10.1.10. Sociale-emotionele ontwikkeling
10.2. Leesomgeving:
10.2.1. Basis- en voorgezet onderwijs
10.2.2. Ouders
11. Fonologisch coherentiemodel:
11.1. Orthografische knoop:
11.1.1. Letterherkenning
11.2. Fonologische knoop:
11.2.1. Klankverwerking
11.3. Semantische knoop:
11.3.1. Woordbetekenis
12. Handelingsgericht werken:
12.1. Fasen van model HGW:
12.1.1. Fase 1: Doelgericht
12.1.2. Fase 2: Wisselwerking en afstemming
12.1.3. Fase 3: Onderwijsbehoefte staan centraal
12.1.4. Fase 4: Leerkrachten maken het verschil, ouders doen er ook toe
12.1.5. Fase 5: Positieve aspecten van leerlingen, leraren en ouders zijn van groot belang
12.1.6. Fase 6: De betrokkenen werken constructief samen.
12.1.7. Fase 7: De werkwijze is systematisch en transparant
12.2. Wanneer van toepassing?:
12.2.1. Oudergesprekken
12.2.2. Leerling-/kindgesprekken
12.2.3. Driehoeksgesprek
12.3. Doel:
12.3.1. Kwaliteit verbeteren van het onderwijs en het begeleiden van leerlingen.
12.4. Uitgangspunt:
12.4.1. Theoretisch kader
13. Oplossingsgericht werken:
13.1. Fasen van model:
13.1.1. Fase 1: Contact leggen
13.1.2. Fase 2: Contact verhelderen
13.1.3. Fase 3: doelen stellen
13.1.4. Fase 4: Sterke punten markeren en bespreken
13.1.5. Fase 5: Complimenten geven
13.1.6. Fase 6: Differentiatie aanbrengen
13.1.7. Fase 7: Op toekomst oriënteren
14. Verklaringen dyslexie:
14.1. Model van het Intergenerationeel meervoudig tekort
14.2. Diagnoses:
14.2.1. Onderkennende diagnose
14.2.2. Verklarende diagnose
14.2.3. Indicerende diagnose