Get Started. It's Free
or sign up with your email address
examen sw by Mind Map: examen sw

1. waarnemen

1.1. defenitie waarnemen: ontvangen van prikkels uit te buitenwereld met je zintuigen.

1.1.1. zien

1.1.2. horen

1.1.3. ruiken

1.1.4. proeven

1.1.5. voelen

1.2. defenitie waarnemingsproces: een PRIKKEL wordt via een MEDIUM doorgestuurd naar een van de ZINTUIGEN. deze sturen via dde SENSORISCHE ZENUWBAAN het SIGNAAL door naar de HERSENEN die het DECODEREN en het lichaam via de MOTORISCHE ZENUWBAAN het lichaam aanzetten tot ACTIE.

1.3. hoe beïnvloed?

1.3.1. 1) onze gewaarwording kent grenzen.

1.3.2. 2) zintuigen raken gewend aan de situatie en merken daardoor vooral hevinge verandering op.

1.3.3. 3) intense prikkels vallen meer op

1.3.3.1. bepaalde kleuren

1.3.3.2. grootte

1.3.4. 4) visuele illusie

1.3.5. 5) gestaltspsychologie

1.3.5.1. voorgrond/achtergrond

1.3.5.2. camouflage

1.3.5.3. contrastwerking

2. observeren

2.1. defenitie observeren: waarnemen van het gedrag van een mens met een bepaald doel.

2.2. belang van observeren.

2.2.1. geobserveerde beter leren kennen

2.2.2. achtergronden en oorzaken van gedragingen achterhalen

2.2.3. evolutie zien in hetgedrag van het kind.

2.3. regels om correct te observeren

2.3.1. objectief observeren

2.3.2. observeer nauwkeurig en concreet

2.3.2.1. N= zo veel mogelijk details

2.3.2.2. C= noem aantallen, geef zichtbaar gedrag weer

2.3.3. observeer sysematisch

2.3.4. observatiedoel moet zo concreet mogelijk zijn

2.3.4.1. wie

2.3.4.2. wat

2.3.4.3. wanneer

2.3.4.4. waar

2.3.4.5. ?

2.4. vormen van observatie

2.4.1. participerende observatie

2.4.2. niet-participerende observatie

2.4.3. openlijke observatie

2.4.4. niet-openlijke observatie

2.5. methoden van observeren

2.5.1. continu

2.5.2. met tijdsintervallen

3. interpreteren

3.1. defenitie: betekenis geven aan de observatiegegevens => uitleggen hoe je het waargenomen gedrag begrijpt.

3.2. manieren om te interpreteren

3.2.1. causale verklaring = stimulus -> bepaald gedrag

3.2.2. finale verklaring = bepaald gedrag -> doel bereiken in de toekomst

3.3. factoren waarmee je rekening moet houden bij het verklaren van gedrag

3.3.1. situatie/context

3.3.2. individuele en persoolijke verschillen

3.3.3. verschillen in geslacht => natuur/cultuur

3.3.3.1. defenitie sekse: biologische verschillen tussen M en V. universeel, van alle tijden en onveranderlijk

3.3.3.2. defenitie gender: ideeën en verwachtingen rond Mheid en Vheid. sociaal bepaald en kunnen veranderen.

3.3.4. verschillen in cultuur

3.3.4.1. millieu en gezin

3.3.4.2. cultureel

3.3.5. fasetypische eigenschappen

3.4. regels om correct te interpreteren

3.4.1. interpretatie is per defenitie subjectief

3.4.2. verzamel voldoende observatiegegevens

3.4.3. leef je voldoende in

3.4.4. trek alleen besluite die aantoonbaar zijn

3.4.5. een interpretatie is niet eeuwig

3.5. storende factoren bij de observatie en de interpretatie.

3.5.1. psychologische factoren bij de persoon die observeert en interpreteert.

3.5.2. sociale vooroordelen

3.5.3. onze verwachtingen

3.5.3.1. SELF FULLFILLING PROPHECY: voorspelling komt uit

3.5.4. projectie

3.5.5. wen-effect

3.5.6. irritatie-effect

3.5.7. beperktheid in kennis

3.6. factoren die de observerende persoon beïnvloeden

3.6.1. instelling op dat moment

3.6.2. drugs en alcohol