De Verlichting
by Sarah Tan
1. De verlichting 1700-1800
2. Splitsing
2.1. Ondanks de zware repressie door de kerkelijke en wereldlijke overheid won het protestantisme snel aan invloed in Europa.
2.1.1. Het christendom spatte uiteen in een rooms-katholiek christendom en een hervormd protestants christendom.
2.1.2. uhi
3. Humanisme
3.1. De Renaissance-intelectueel oefende met zijn redelijk verstand kritiek uit op oude en nieuwe bronnen en ging, zo het natuurwetenschappelijke problemen betrof, experimenteren.
3.1.1. Copernicus (heliocentrisme), Vesalius (anatomie) en Mercator (cartografie)
3.2. De humanisten vertrouwen op eigen meiselijke mogelijkheden.
4. Empirisme
4.1. proefondervindelijke methode (Kepler, Galileï, Newton)
5. Het rationalisme
5.1. Dit werd een algemene geesteshouding die elke kennis en elk handelen grondvest op de rede of het verstand (= ratio)
6. De Verlichting is een buitengewone stap in de ontwikkeling van onze westerse cultuur
6.1. Het is een geestesstroming of een geheel van nieuwe ideeën en opvattingen.
6.1.1. Die beschouwen we nu als heel gewoon, maar die waren tijden het Ancien Régime revolutionair.
7. Renaissance
7.1. 15e en 16e eeuw
7.1.1. Er kwam een meer wetenschappelijke kijk op de wereld. Mensen gingen nergens meer van uit, maar wilden ook nagaan of het klopte en waarom.
7.1.1.1. Het kerkelijke gezag werd hierdoor flink aangevallen.
8. Protestantse Hervorming
8.1. Luther en Calvijn waren de belangrjikste hervormers
8.1.1. Zij tastten het leergezag van de Kerk aan en beweerden het Christendom terug te brengen naar zijn bronnen.