De groei van het rationalisme en oorsprong van de Verlichting

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
De groei van het rationalisme en oorsprong van de Verlichting by Mind Map: De groei van het rationalisme en oorsprong van de Verlichting

1. Het Humanisme

1.1. Was minder spectaculair maar op langere termijn ingrijpender. De humanisten vertrouwden op de eigen menselijke mogelijkheden.

2. Descartes

2.1. Hij werd de grondlegger van het rationalisme. Het rationalisme werd een algemene geesteshouding die elke kennis en elk handelen grondvest op de rede of het verstand.

3. Kennis betekende macht

4. Eeuw van Verlichting

4.1. Vele maatschappelijke gebieden redelijke inzichten het wonnen op fantasie, bijgeloof en obscurantisme.

5. Immanuel Kant

5.1. Belangrijkste denker van de 18e eeuw (1724-1804)

6. Verlichting (samengevat)

6.1. een geestesstroming van de 18de eeuw die door het licht van het verstand (rationalisme) de mensen wil ontvoogden en zelfstandig maken (vrijheid, vrijdenken, liberalisme), zodat ze, vertrouwend op hun natuurlijke mogelijkheden, vooruitgang maken in menselijkheid en beschaving (humanisme, natuurrechten van de mens). We stuiten hier op een heel ander mens- en wereldbeeld dan dat van het Ancien Régime

7. De Verlichting

7.1. Het is een geestesstroming of een geheel van nieuwe ideeën en opvattingen, die we vandaag als heel gewoon of als vanzelfsprekend beschouwen, maar die tijdens het Ancien Régime revolutionair waren.

8. De Renaissance

8.1. Tijdens de Renaissance werden door de intellectuele elite voor het eerst op grote schaal vraagtekens gezet bij het heersende mens- en wereldbeeld, dat volledig steunde op het gezagsargument en het geloof.

9. Protestantse Hervorming

9.1. Luther en Calvijn zijn de belangrijkste hervormers en tastten het leergezag van de Kerk aan. Ze beweerden het christendom terug te brengen naar zijn bronnen. De leer van Christus, de apostelen en de eerste christenen.

10. De Hervorming

10.1. De Hervorming bracht geen fundamentele wijziging aan het op het geloof gebaseerde mens- en wereldbeeld, maar droeg daar wel toe bij.

11. 17e eeuw

11.1. In de 17de eeuw werd door mensen als Kepler, Galileï, Newton e.a. door de proefondervindelijke methode de basis gelegd voor de moderne natuurwetenschappen.

12. 18e eeuw

12.1. Vooruitgangsidee

12.1.1. De denkers of filosofen van de 18de eeuw gingen dat rationalisme ook toepassen op de maatschappij en de politiek

13. Vrijzinnigheid

13.1. Ontstaan van verscheidene levensbeschouwingen die in verdraagzaamheid naast elkaar moeten kunnen leven (pluralisme).