1. Wat doe ik op een dag?
1.1. Hoe ziet mijn werkplek eruit?
1.1.1. Lumia
1.1.1.1. de hele dag door...
1.1.1.1.1. bellen, contact
1.1.1.1.2. sociale media
1.1.1.1.3. surfen / informatie opzoeken
1.1.1.1.4. ook privé (maar dat is nu niet aan de orde)
1.1.2. Notebook
1.1.2.1. als ik "rustig" mijn mail wil wegwerken
1.1.2.2. als ik zelf stukken moet schrijven (komt weleens voor)
1.1.3. Tablet
1.1.3.1. tijdens vergaderingen
1.1.3.2. notities maken
1.1.4. vast werkstation
1.1.4.1. facturen wegwerken
1.1.4.2. als ik eens wat langer iets moet uitwerken
1.2. Hoe ziet mijn agenda eruit?
1.2.1. 75% op kantoor: vergaderen
1.2.2. 25% op kantoor: bureauwerk
1.2.2.1. voorbereiden vergadering
1.2.2.2. uitwerken besprekingen
1.2.2.3. administratief (facturen)
1.2.2.4. bellen
1.2.3. 60% thuis: lezen
1.2.4. 20% thuis: mail
1.2.5. 20% thuis: uitwerken/voorbereiden
2. Waarom sta ik hier?
2.1. Niet alleen hoofd, maar ook liefhebber
2.2. Helpt me om mijn werk slim te doen
2.3. Illustreer
3. Welke "eisen" stel ik?
3.1. Beschikbaarheid
3.1.1. "mijn documenten" altijd en overal beschikbaar
3.1.2. snel op te roepen (geen minutenlange inlogprocedure)
3.2. Gemakkelijk te lezen
3.2.1. Leeslijst
3.2.2. Onafhankelijk van het apparaat
3.2.3. Waar was ik ook alweer gebleven?
3.2.4. Wat vind ik ervan (annotaties)
3.3. Veiligheid
3.3.1. afgeschermd (wat is dat nog)?
3.3.2. balans afwegen tussen gemak en veiligheid
3.4. Gemakkelijk te delen
3.4.1. om samen mee te werken
3.4.2. om te informeren
3.4.3. om kennis te delen
3.4.4. om te profileren