1. 7.3 Distributie en transport
1.1. welke keuzes heeft een onderneming op het gebied van het externe transport?
1.1.1. 7.3.1 Tramsportmodaliteiten
1.1.1.1. 5 transport modaliteiten
1.1.1.1.1. per spoor
1.1.1.1.2. via de weg
1.1.1.1.3. over water
1.1.1.1.4. door de lucht
1.1.1.1.5. door een pijplijding
1.1.1.2. snel
1.1.1.3. bereikbaarheid
1.1.1.4. variabiliteit
1.1.1.5. bruikbaarheid
1.1.1.6. frequentie
1.1.1.7. risico
1.1.1.8. transportkosen
1.1.2. 7.3.2 Routeplanning
1.1.2.1. transportprobleem
1.1.2.2. transshipmentprobleem
1.1.2.3. travellingsalesmanprobleem
1.1.2.4. knapsackprobleem
1.1.2.5. besparingsalogritme van clarke en wright
2. 7.4 Uitbesteden distributielogistiek
2.1. Welke voordelen kan een verlader behalen met het uitbesteden van de logistiek aan een gespecialeerde dienstverlener?
2.1.1. logistiek dienstverlening
2.1.2. dedicated of contract warehouse
2.1.3. public warehouse
2.1.4. 7.4.1 Argumenten om uit te besteden
2.1.4.1. 1. concentratie op kernactiviteit
2.1.4.2. 2. geen zorgen meer
2.1.4.3. 3. financiële voordelen
2.1.4.4. 4. vaste kosten variabel maken
2.1.4.5. 5. lagere investeringen
2.1.4.6. 6. hogere logistieke kwaliteit
2.1.4.7. 7. minder groot afbreukrisico
2.1.5. 7.4.2 Toegevoegde waarde door de logistiek dienstverlener
2.1.5.1. value added logistics (VAL)
2.1.5.2. toegevoegde waarde
2.1.5.3. fysieke functie
2.1.5.4. informatie functie
2.1.6. 7.4.3 Groeipad naar uitbesteden
2.1.6.1. outsourcing
2.1.6.2. 1PL naar 4PL
2.1.6.3. tactisch/strategische oplossingen
2.1.6.4. operationele oplossingen
3. 7.5 GEEN TENTAMENSTOF
4. 7.1 Voorraadbeheersing in een keten
4.1. waarin verschilt voorraadbeheer in een keten van het voorraadbeheer per schakel?
5. 7.2 Distribution requitements planning (DRP-I)
5.1. Wat is de verdienste van DRP bij het verbeteren van het voorraadbeheer?
5.1.1. Distribution requirements planning (DRP-I)
5.1.1.1. methodiek waarmee we de in de tijd gefaseerde behoefte aan herbevoorrading in distributiepunten kunnen bepalen
5.1.2. voorraadaanvulsystemen
5.1.2.1. BQ, BS, sQ, sS
5.1.3. opslingereffect. keteneffect
5.1.4. afhankelijke vraag
5.1.4.1. is de vraag die gegeneerd wordt door orders in voorafgaande schakel
5.1.5. onafhankelijke vraag
5.1.5.1. is de vraag die niet is afhankelijk van orders/ vraag in een voorafgaan schakel
5.1.6. 7.2.1 Distribution rescource planning
5.1.6.1. master schedule
5.1.6.1.1. is een in de tijd gefaseerde plan van de artikelen die moeten worden geproduceerd of ingekocht om de gevraagde momenten te voldoen aan de wensen van de afnemers
5.1.6.2. Rough-cut capacity planning (RCCP)
5.1.6.3. Capacity requirements planning (CRP)