Hoe wil ik communiceren voor een groep?

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Hoe wil ik communiceren voor een groep? by Mind Map: Hoe wil ik communiceren voor een groep?

1. Verbaal

1.1. Humor

1.2. leerlingen positief benaderen

1.2.1. hen aanspreken met hun naam

1.2.2. verplaatsen naar hun leefwereld

1.2.2.1. vragen hoe hun vakantie is geweest, of wat hun plannen zijn voor het weekend

1.2.2.2. meepraten over sociale media, videospelletjes, ...

1.3. leerlingen positieve feedback geven

1.3.1. hen feliciteren met positieve resultaten

1.3.2. hen laten aanvoelen dat fouten maken mag en moet

1.4. de leerstof concretiseren

1.5. Variatie

1.6. herhalen

1.7. saaie en onïnteressante onderwerpen, boeiend brengen

1.7.1. gebruik te maken van media: bv film, muziek

2. Non-verbaal

2.1. Rustige en ontspannen houding aannemen

2.2. enthousiasme uitstralen

2.3. oogcontact maken

2.4. De leerstof aanschouwelijk maken

2.4.1. media gebruiken

2.4.2. leerlingenbundel

2.4.3. power point

2.5. didactische werkvormen afwisselen

2.6. activiteit in de les doen

2.6.1. zeker na de middagpauze, omwille van de middagdip

2.6.2. als de aandacht begint weg te vallen

2.7. structuur

2.7.1. gestructureerd bordschema

2.7.2. gestructureerde cursus

2.8. variatie

3. Op welke manier kan ik de communicatie bevorderen?

3.1. Rekening houden met de beginsituatie

3.1.1. interesse van de leerlingen

3.1.2. motivatie van de leerlingen

3.2. Storingen proberen te beperken

3.2.1. Hoe?

3.2.1.1. Orde en structuur in de les behouden

3.2.1.2. Stiltes proberen te hanteren

3.2.1.3. Variatie in stemvolume

3.2.1.4. Leerling uit de les verwijderen: time-out

3.2.2. Wat kunnen storingen zijn?

3.2.2.1. Leerlingen luisteren niet naar elkaar

3.2.2.2. Leerlingen praten door elkaar

3.2.2.3. Eén bepaalde leerling eist alle aandacht van de leekracht op

3.3. Gemoedelijke klassfeer creëren

3.3.1. leerlingen moeten zich op hun gemak voelen

3.3.2. leerlingen moeten er zich thuis voelen

3.3.3. gezelligheid in de klas binnenbrengen

3.3.4. werken met thema's: kerst, sint, herfst, lente, pasen, ...