1. Uitdagingen
1.1. Altijd enthousiast zijn
1.2. Alle leerlingen altijd betrekken
1.3. Zenuwen onder bedwang houden
1.4. Een grote klas in de hand houden
2. Verbaal
2.1. Do's
2.1.1. Variatie
2.1.1.1. Ritme
2.1.1.2. Intonatie
2.1.1.3. Zinsstructuur
2.1.2. Aangepast stemvolume
2.1.3. Ruimte voor pauzes laten
2.1.4. Goed articuleren
2.1.5. Herhalen
2.2. Don'ts
2.2.1. Te luid/te stil praten
2.2.2. Monotoon praten
2.2.3. Te lange zinnen
2.2.4. Woordenschat niet aanpassen aan het publiek
3. Interactie met de groep
3.1. Vragen stellen
3.2. Inspelen op het publiek
3.3. Oogcontact
3.4. Actief betrekken
4. Happy
5. Efficiënt communiceren
5.1. Interculturele communicatie
5.1.1. Bevragen cultuur
5.1.2. Visie bevragen en respecteren
5.2. Beginsituatie inschatten
5.2.1. Voorkennis publiek
5.2.2. Leerlingen met speciale noden
5.2.3. Taalregister aanpassen
5.3. Degelijke voorbereiding
5.3.1. Aandachttrekkers gebruiken
5.3.2. Structuur geven
5.3.3. Verbanden leggen
6. Non-verbaal
6.1. Do's
6.1.1. Gebruik van gebaren
6.1.2. Open lichaamshouding
6.1.3. Structuur
6.1.3.1. Inleiding
6.1.3.2. Kern
6.1.3.3. Slot
6.1.4. Oogcontact
6.2. Don'ts
6.2.1. Stijf voor de klas staan
6.2.2. Onzeker
6.2.3. Geen gebruik van gebaren
7. Hulpmiddelen
7.1. Presentatietools
7.1.1. Powerpoint
7.1.2. Prezi