1. Vaardigheden
1.1. Algemeen
1.1.1. Onderscheiden
1.1.2. Meten
1.1.3. Bepalen
1.1.4. Aansluiten
1.1.5. Uitvoeren
1.1.6. Realiseren
1.1.7. Instellen
1.1.8. Ontwerpen
1.1.9. Uitproberen
1.1.10. Visualiseren
1.1.11. Berekenen
1.1.12. Dimensioneren
1.1.13. Toepassen
1.1.14. Koppelen
1.1.15. Opzetten
1.2. Specifiek
1.2.1. Uitvoeren experiment
1.2.2. Moderne technologieën
1.2.3. Minimale materiële vereisten voor het specifieke gedeelte
1.2.3.1. Gereedschappen
1.2.3.2. Elektrische uitrusting
1.2.3.3. Infrastructuur
2. Beginsituatie
2.1. Kritisch en analytisch kunnen denken
2.2. Meetvaardigheid:: resultaten wiskundig kunnen duiden
2.3. Rekenvaardigheid:wetmatigheden kunnen toepassen
2.4. Experimenteren: wetmatigheden toetsen aan de praktijk
2.5. Creativiteit: in experimenteren,, in leer-enevaluatieproces
3. Kennis
3.1. Algemeen
3.1.1. Taalkennis/taalverwerving
3.1.2. Wiskunde
3.1.3. Wetenschappen
3.2. Specifiek
3.2.1. Theoretische basis verwerven voor praktijkgedeelte
3.2.2. Studie van realisaties
3.2.3. Analyse van en samenhang tussen elektriciteit en elecktronica
3.2.4. Aanwenden kennis in nieuwe situaties
3.3. Competenties
3.3.1. Verklaren
3.3.2. Toelichten
3.3.3. Omschrijven
3.3.4. Toelichten
3.3.5. Vereenvoudigen
3.3.6. Selecteren
3.3.7. Motiveren