Synthese pedagogisch-didactische wenken in het leerplan

Solve your problems or get new ideas with basic brainstorming

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Synthese pedagogisch-didactische wenken in het leerplan by Mind Map: Synthese pedagogisch-didactische wenken in het leerplan

1. Literatuur

1.1. Leesstrategie

1.1.1. Laat de leerlingen zelf de leesstrategie bepalen die ze bij een opdracht moeten inzetten.

1.1.2. Bevorder oriënterend/voorspellend lezen door een deel van een tekst te lezen en te vragen naar het vervolg.

1.1.3. Bevorder zoekend lezen door leerlingen te vragen specifieke informatie uit een tekst te halen.

1.1.4. Bevorder globaal lezen door te vragen naar de hoofdzaken en grote lijnen van een tekst.

1.1.5. Bevorder intensief lezen.

1.1.6. Laat de leerlingen analyseren hoe ze de verschillende leesstrategieën in het dagelijkse leven toepassen.

1.2. Interpreteren en analyseren

1.2.1. Vraag de leerlingen om zich in de schoenen van de ik-figuur te plaatsen.

1.2.2. Vraag de leerlingen om de tekst op een creatieve manier te verwerken.

1.2.3. Onderzoek samen met de leerlingen het referentiekader in de tekst en vergelijk die met de denkwereld van de leerlingen zelf.

1.2.4. Besteed aandacht aan de polyinterpretabiliteit van de tekst.

1.2.5. Bv. Individuele reflectie Discussie

1.3. Keuze van tekst

1.3.1. Maak een verantwoorde keuze uit het literaire aanbod. Criteria hiervoor zijn: haalbaarheid, maatschappelijke relevantie en literair-historisch belang.

1.3.2. Werk met volledige teksten of langere fragmenten.

1.3.3. Kies niet alleen teksten uit de Nederlandse letteren maar ook uit de wereldliteratuur.

1.3.4. Kies eventueel een tekst waarvan ook een andere versie bestaat (bv. een verfilming).

1.4. Het literaire gesprek

1.4.1. Voer dit gesprek klassikaal, in kleine discussiegroepen of individueel met de leerling.

1.4.2. Vertrek voor dit gesprek vanuit analyse-, interpretatie- of belevingsvragen. Bv. Fotospel Individuele reflectie

1.5. Evalueren

1.5.1. Laat de leerlingen hun eigen oordeel vergelijken met de waarderingsgeschiedenis van de tekst. Bv. Individuele reflectie Stellingenspel

2. Algemene wenken

2.1. Lezen

2.1.1. Bied boeiende teksten aan om op die manier het leesplezier te bevorderen.

2.1.2. Laat de teksten aansluiten bij leefwereld van de leerlingen.

2.1.3. Kies teksten met herkenbare emoties.

2.1.4. Moedig leerlingen aan om bij een leestaak volgende stappen te zetten: plannen, uitvoeren en reflecteren.

2.2. Literatuur

2.2.1. Benader teksten op een tekstervarende en tekstbestuderende wijze.

2.2.2. Bied veel kansen tot lezen aan in de les.

2.2.3. Geef informatie over de kanalen om literaire teksten te verzamelen en te verwerken.

2.3. Zelfstandig leren

2.3.1. Maak opdrachten opener en uitgebreider, zodat het meer ‘taken’ worden.

2.3.2. Laat de leerlingen zich zelf oriënteren op het werk dat ze moeten uitvoeren aan de hand van vragen.

2.3.3. Geef de leerlingen meer vrijheid t.a.v. de plaats waar ze werken.

2.3.4. Laat leerlingen zoveel mogelijk zelf hun werk plannen en indelen.

2.3.5. Laat de leerlingen kiezen uit opdrachten, en hun keuzes verantwoorden.

2.3.6. Laat de leerlingen zelf een aanpak kiezen en deze verantwoorden.

2.3.7. Laat de leerlingen reflecteren op de voortgang van hun werk.

2.3.8. Laat de leerlingen hun eigen en/of elkaars resultaten becommentariëren.

2.3.9. Laat de leerlingen hun eigen en/of elkaars resultaten meebeoordelen.

2.3.10. Laat de leerlingen samenwerken aan de opdrachten en taken.

3. Lezen

3.1. Planning van de leestaak

3.1.1. Bied oefeningen aan waarbij leerlingen hypothesen moeten formuleren.

3.1.2. Bied oefeningen aan waarbij leerlingen moeten terugblikken op een soortgelijke leessituatie.

3.1.3. Maak gebruik van de instructiekaart "voor het lezen".

3.1.4. Laat meer zelfstandigheid toe in het voorbereiden van een leestaak maar ga zeker na of deze voorbereiding op een structurerend of beoordelend verwerkingsniveau gebeurt.

3.1.5. Laat de leerlingen hun voorkennis inventariseren en laat ze vragen over het onderwerp formuleren. Bespreek deze opnieuw na de leestaak.

3.2. Uitvoeren van de leestaak

3.2.1. Laat de leerlingen zelf vragen formuleren bij de tekst, die ze vervolgens zelf proberen te beantwoorden.

3.2.2. Verdeel de tekst in stukken en laat de leerlingen de inhoud beschrijven aan elkaar. Op deze manier moeten ze de volgorde bepalen.

3.3. Onbekende woorden

3.3.1. Geef een omschrijving van een woord en laat het in de tekst terugvinden.