Muziek.

1. Notenbalk

1.1. Een melodie schrijf je op een Notenbalk (5 lijntjes) en kun je zingen of spelen.

2. Notenlijn

2.1. Een ritme schrijf je op een Notenlijn en kun je klappen,tikken Of drummen.

3. Melodie

3.1. We spreken van Melodie als er sprake is van een afwisseling van hoge en lage tonen.

4. Maat

4.1. Een maat is een ritme of melodie tussen 2 maatstrepen.

5. Maatstreep

5.1. De maatstreep is de verticale streep die de maten van de muziek van elkaar scheidt.

6. Motief

6.1. Een motief is een kort ritme of korte melodie, Bestaande uit een paar tonen, Die telkens herhaald worden.

7. Akkoord

7.1. Een akkoord is een samenklank (klinken tegelijkertijd) van drie of meer verschillende tonen, Die bij elkaar passen.

8. Bas

8.1. De bas is de laagste partij in een muziekstuk.

9. Toon

9.1. Een toon kun je horen.

10. Noot

10.1. Een noot kun je zien.

11. Ritme

11.1. Met Ritme wordt de afwisseling van korte en lange noten/tonen bedoeld.

12. Refrein

12.1. Een melodie dat steeds wordt herhaald in een lied.

13. Herhaling

13.1. Is het nog een keer doen van hetzelfde motief of effect.

14. Choreografie

14.1. Het bedenken van dansbewegingen bij een dans of ballet.

15. A cappela

15.1. Als een melodie gezongen wordt zonder begeleiding van instrumenten.

16. Variatie

16.1. Bij een variatie wordt er wat herhaald, maar NIET hetzelfde.