1. epiek
1.1. alles waarin een verhaal wordt verteld
1.2. prozagenres: mondeling doorverteld
1.2.1. sprookje
1.2.1.1. gebouwd op tegenstelling goed/kwaad + anderen
1.2.2. sage
1.2.2.1. belangrijke personen en indrukwekkende gebeurtenissen
1.2.2.2. kleine kern van waarheid
1.2.3. mythe
1.2.3.1. bovennatuurlijke gebeurtenissen en personen
1.2.3.2. probeerde mens zaken die hij niet begreep mee te verklaren.
1.2.4. legende
1.2.4.1. kort verhaal waarin men toont hoe god zich rechtstreeks met het mensenleven bemoeit.
1.3. poëziegenres
1.3.1. ballade
1.3.1.1. lied waarin een eenvoudig verhaal verteld wordt.
1.3.2. heldendicht
1.3.2.1. lang gedicht waarin een heldhaftig persoon allerlei grote avonturen beleeft.
2. (episch-didactische literatuur)
2.1. het verhaal (epiek) + wat er mee bedoeld wordt (didactiek)
2.2. fabel
2.2.1. verhaal over dieren met levensles.
2.3. satire
2.3.1. verhaal waarin met humor bestaande zaken worden bespot of aangevallen.
2.4. parodie
2.4.1. soort type satire
2.4.2. wordt andere tekst in bespot door in dezelfde stijl over een ander onderwerp te schrijven.
3. didactiek
3.1. waarin een boodschap ligt
3.2. informatieve
3.2.1. behoort niet tot literatuur
3.2.2. kranten enz
3.3. overtuigende
3.3.1. informatie + persoonlijke mening overtuigen
3.3.2. wel literatuur als breed publiek en taalgebruik
3.4. activerende
3.4.1. overgehaald+ praktische consequenties.
3.4.1.1. leerdicht
4. lyriek
4.1. teksten waarin gevoelens worden uitgedrukt
4.1.1. stort hart bij lezer uit
4.2. eligie/klaagzang
4.2.1. gevoelens van verdriet en wanhoop worden verbeeld.
4.3. ode/lofdicht
4.3.1. gevoelens van bewondering worden uitgedrukt
5. dramatiek
5.1. tragedie/treurspel
5.2. alle toneelstukken
5.2.1. omwerking van toneelstukken tot toneelopvoering= enscenering