1. intro
1.1. De Nederlanders pikten landgrond van Java in
1.1.1. Inwoners hadden hierdoor te weinig eten
1.2. Indonesië werd gedwongen om handel te drijven
1.2.1. Werd onderdeel van Nederlands koninkrijk
2. wat zocht de VOC in Indonesië?
2.1. Portugal als eerste in Azië in 1498
2.1.1. Namen specerijen mee
2.1.1.1. Peper
2.1.1.2. nootmuskaat
2.1.2. Verdienden hier veel geld aan
2.2. Nederland zocht een andere route over zee
2.2.1. Langs het noorden
2.2.1.1. Bleven vast in Nova Zembla
2.2.1.2. Willem Barentz
2.2.1.3. Jacob van Heemskerk
2.2.2. Via het Zuiden
2.2.2.1. Cornelis de Houtman
2.2.2.2. Pieter de Keijzer
2.2.2.3. 1596
2.2.2.3.1. bereikten ze de Indonesische staat Bantam
2.3. 1602
2.3.1. VOC opgericht
2.3.1.1. Als enige handel met Indonesië
2.3.1.1.1. Handelsmonopolie
2.3.1.2. Handelsposten op verschillende eilanden
2.3.1.2.1. Batavia het belangrijkst
2.3.1.2.2. Handelden met elkaar
2.3.1.3. in 1798 hield de VOC op met bestaan
3. het bestuur van Nederlands-Indië
3.1. 1602
3.1.1. VOC kreeg rechten
3.1.1.1. van staten generaal
3.1.1.2. oorlog voeren
3.1.1.3. verdragen te sluiten
3.1.1.4. recht te spreken
3.2. de VOC maakte afspraken met de plaatselijke vorsten
3.2.1. militaire hulp
3.3. de VOC betaalde lage prijsen voor specerijen
3.3.1. sommige vorsten handelden met andere landen in het geheim
3.3.1.1. de VOC organiseerde strafexpedities
3.3.1.1.1. dorpen platgebrand
3.3.1.1.2. inwoners vermoord
3.4. 1798
3.4.1. de Nederlandse regering nam de schulden van de VOC op zich
3.4.1.1. de kolonie kreeg de naam Nederlands-Indië
3.5. de hoogste bestuurder
3.5.1. grouverneur-generaal
3.5.1.1. ionhannes van den bosch
3.5.2. bedacht cultuurstelsel
3.5.2.1. de Javanen gedwongen om 1/5e te verbouwen
3.5.2.1.1. met producten die in Europa verkocht werden
3.5.2.1.2. hierdoor betaalde ze pacht of huur
3.5.3. werd geholpen door de assistent residenten met het bestuur
3.5.4. werden ook geholpen door inlandse vorsten
3.5.4.1. deze werden regenten genoemd
3.5.4.1.1. de regenten stonden in het gezag onder de residenten
3.5.4.1.2. gelijk aan gezag met assistent residenten
3.5.4.1.3. ze wezen de grond aan die bewerkt moest worden
3.5.4.1.4. boeren luisterden naar de regenten omdat ze dit gewend waren
4. test
4.1. subtest
4.1.1. subsubtest