1. Gedrag
1.1. Gezondheidsuitdagingen
1.1.1. Alleen wonen zonder professionele zorg
1.1.2. Zelfstandigheid bewaken
1.1.3. Overbelasting fysiek
1.2. Gezondheidsvaardigheden
1.2.1. Gezondere leefstijl
1.2.2. Hoogopgeleid
1.2.3. Wensberoep in de gezondheidszorg
2. Omgeving
2.1. Sociale contacten
2.1.1. Afname vriendenkring
2.1.1.1. Sterfte
2.1.1.2. Verwaarlozing
2.1.1.3. Toename eenzaamheid
2.1.2. Vastere groep
2.1.2.1. Waardevoller
2.1.3. Verenigingen
2.1.3.1. Sport (fit te blijven)
2.1.3.2. Amusement (voor contact)
2.1.4. Emotionele en mentale steun
2.2. Hechting
2.2.1. Ouders
2.2.1.1. Verzorgen
2.2.1.2. Overleden
2.2.1.2.1. Koesteren van de momenten
2.2.1.2.2. Verzorgen van graf
2.2.2. Kinderen
2.2.2.1. Opvoeden
2.2.2.2. Oppas spelen
2.2.3. Partner
2.2.3.1. Verzorgen
2.2.3.2. Liefhebben
3. Biologie
3.1. Ziekte
3.1.1. Chronische ziekten
3.1.1.1. Onderzoek
3.1.1.2. Medicatie
3.1.2. Korte termijn
3.1.2.1. Hulp
3.1.2.1.1. Vanuit de zorg
3.1.2.1.2. Vanuit familie kringen
3.1.2.1.3. Vanuit vriendenkringen
3.1.3. Allergie
3.1.3.1. Koemelkallergie verholpen
3.2. Cognitief
3.2.1. Ontwikkeling doormaken
3.2.1.1. Doorlezen literatuur
3.2.1.2. Interesse blijven tonen in de wereld
3.2.2. Motorische verslechtering
3.3. Psychisch
3.3.1. Identiteitsverlies
3.3.1.1. Leegte opvullen
3.3.1.2. Geen normen & waarden die je worden opgelegd door werkgever
3.3.1.2.1. Je eigen normen ontwikkelen
3.3.2. Stressvollere periode aangebroken
3.3.2.1. Geen inkomen
3.3.2.2. Minder lichamelijke activeit
3.3.2.2.1. Vervoer naar werk vervalt
3.3.2.2.2. Lichamelijk werk vervalt
3.3.2.3. Minder contact ( colleges en vrienden)