Morele ontwikkeling

1. Piaget

1.1. Heteronome moraliteit (5-10 jaar)

1.1.1. Regels door autoriteiten, staan vast

1.1.2. strikt aan gehoorzamen

1.2. Autonome moraliteit (10 jaar+)

1.2.1. Oordeel op uitkomsten en intenties

1.2.2. Wederkerigheid

1.2.3. Regels opnieuw geinterpreteerd om rekening te houden met omstandigheden

2. Kohlberg

2.1. Preconventionele moraliteit

2.1.1. Punishment and obedience

2.1.2. Instrumental purpose

2.2. Conventionele moraliteit

2.2.1. Good boy/girl orientation

2.2.2. social order maintaining morality

2.3. Postconventionele moraliteit

2.3.1. Social contract, universal ethical principles

3. Sociaal leren theorie

3.1. Modeling

3.1.1. Warmth and responsiveness

3.1.2. Competence and power

3.1.3. consistency between assertions and behavior

4. Pyschoanalyse theorie en schuldgevoel - Morele identiteit

4.1. Belang moraliteit voor zelfbeeld

4.2. Gedrag conform moreel ordeel

4.3. Inductie

4.4. empathy based guilt