HUIS ONTWERPEN

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
HUIS ONTWERPEN by Mind Map: HUIS ONTWERPEN

1. doelgroep

1.1. bejaarde/oudere

1.1.1. oudere mensen die hulp nodig hebben om zelf te kunnen wonen en verzorgd te worden

1.1.1.1. rond 60 - 70 jaar komen ze

1.1.2. ze gaan naar een bejaarde tehuis op zorgcentrum die ze helpt met de dingen die ze zelf niet meer kunnen of waar ze hulp bij nodig hebben

1.2. volwassenen

1.2.1. wonen in gezinshuizen of met vrienden

1.2.1.1. rond 30 - 60 wonen ze hier daarna gaan ze naar een verzorgingstehuis omdat ze soms niet meer voor zichzelf kunnen zorgen

1.3. studenten

1.3.1. wonen vaak in een huis samen

1.3.1.1. studentenhuizen

1.3.1.1.1. rond de 18 - 25 zitten ze daar

1.3.1.1.2. Een studentenhuis is de benaming voor een woning die door uitsluitend (meerdere) studenten (of soms ook werkende jongeren) bewoond wordt. Vaak zijn het bestaande panden die kamergewijs worden verhuurd, door een woningcorporatie, een studentenvereniging, de onderwijsinstelling zelf of particulieren zoals de ouders van een bewoner.

1.3.1.1.3. Veel studenten wonen in speciaal voor studenten gebouwde huisvesting, doorgaans studentenflats. Studentenflats zijn vooral te vinden in steden waar hogescholen en universiteiten zijn gevestigd. Er kan ook een campus zijn. Wonen in studentenhuizen in het centrum van de stad geldt als prestigieuzer dan wonen in een studentenflat, die vaak ook aan de rand van de stad staan. Studentenflats zijn niet te vergelijken met studentenhuizen. De woning van een hospes of hospita die daar kamers verhuurt, ook al is het aan louter studenten, geldt niet als een studentenhuis.

2. huis bouwen

2.1. comfort en energie

2.1.1. isolatie

2.1.1.1. Isolatie houd de warmte of juist koude lucht binnen.

2.1.1.1.1. Isolatie materiaal is gemaakt van piepschuim of van glaswol ( glaswol is een silicaat. Glaswol is gemaakt van zand en gericijkelt glas.) Dat isoleert doordat er lucht in zit. Veel huizen hebben dus ook dubbele muren met lucht ertussen. Zodat het goed geisoleerd word.

2.1.1.1.2. Het huis isoleren is een van de eenvoudigste manieren om geld te besparen op de stookkosten.

2.1.1.1.3. materialen:

2.1.2. energie besparen

2.1.2.1. Zonnepanelen

2.1.2.1.1. Een zonnepaneel of fotovoltaïsch paneel, kortweg PV-paneel is een paneel dat zonne-energie omzet in elektriciteit. Hiertoe wordt een groot aantal fotovoltaïsche cellen op een paneel gemonteerd. De zonne-energie die zo wordt opgevangen is een vorm van duurzame energie. Het op deze wijze opvangen en omzetten van zonne-energie wordt kortweg zon-PV genoemd.[1] Zonnepanelen worden ook toegepast voor energieopwekking in de ruimtevaart en voor energieopwekking in afgelegen gebieden.

2.1.2.1.2. Een zonnepaneel moet niet worden verward met een zonnecollector. Deze is op een ander principe gebaseerd, namelijk opwarming van een stromend medium, meestal water.

2.1.2.1.3. In de praktijk werkt men meestal met standaardpanelen van bijvoorbeeld 60 vierkante zonnecellen van elk 156 mm zijde, wat overeenkomt met een afmeting van het paneel van ongeveer 1,6 m².

2.1.2.2. een nieuwe cv-ketel

2.1.2.3. goede woningisolatie

2.1.3. warm en koud water

2.1.3.1. hoe kom je aan warm en koud water in je huis

2.1.3.1.1. warm water

2.1.3.1.2. koud water

2.2. De aannemer/bouwbedrijf:

2.2.1. Een aannemer is een onderneming die de verantwoordelijkheid op zich neemt om bouwactiviteiten te realiseren en te coördineren; de aannemer verzorgt, voor een in het contract bepaalde prijs en binnen een overeengekomen termijn, de levering van een volledig voltooid bouwwerk. De aannemer is een soort leider in het bouwproject.

2.2.1.1. loodgieter

2.2.1.1.1. Een loodgieter is een vakman die zich richt op aanleg en onderhoud van sanitair, verwarmingsinstallaties, waterleidingen en/of riolering.

2.2.1.1.2. loodgieter bedrijven:

2.2.1.1.3. gereedschappen

2.2.1.2. metselaar

2.2.1.2.1. Een metselaar is een vak- of ambachtsman die bakstenen of blokken natuursteen vermetselt. Een metselaar beschikt over divers gereedschap:

2.2.1.2.2. architect buiten/binnen huis

2.2.1.3. makelaar

2.2.1.3.1. Een makelaar kan u helpen een huis te kopen of te verkopen. Een makelaar kan u adviseren over: Al deze regels gelden voor de koper en de verkoper, die moeten zich hier dus aan houden.

2.2.1.4. grondwerker

2.2.1.4.1. Een grondwerker verricht eenvoudige handmatige graaf- en grondwerkzaamheden.

2.2.1.5. landmeter

2.2.1.5.1. Een geodeet of landmeter is een landmeetkundige, een beoefenaar van de geodesie.

2.2.1.5.2. Enkele bekende landmeters zijn:

2.2.1.6. beton storter

2.2.1.7. elektra

2.2.1.7.1. Een elektrische installatie is het bij elkaar horende geheel van elektrische apparaten, aansluitingen en verbindingen, die zich kunnen bevinden in gebouwen, voertuigen, schepen, vliegtuigen, etc.

2.2.1.8. verwarmingsmontuur

2.2.1.8.1. Een installateur is een monteur zoals een elektricien, een loodgieter, een CV-monteur, HVAC-monteur of een installatiebedrijf (installatietechnisch aannemer). De installateur zorgt voor het inrichten en in stand houden van technische installaties in gebouwen, in de industriële omgeving, in de wegenbouw, spoorwegbouw enz.

2.2.1.8.2. soorten verwarmingen:

2.2.1.8.3. Een monteur is een technisch onderlegd en meestal in die richting ook geschoold persoon, die technische installaties bouwt, het onderhoud doet en er zo nodig reparaties aan verricht. Het kan uiteenlopende typen installaties betreffen. Het is een beroep voor mannen en vrouwen.

2.2.1.9. dakdekker

2.2.1.9.1. Een dakwerker (ook wel dakdekker genoemd) is iemand die gespecialiseerd is in het plaatsen van verschillende dakconstructies.

2.2.1.9.2. Een dak wordt meestal gemaakt uit:

2.2.1.10. stukadoor

2.2.1.10.1. Een stukadoor, stuc-, plak- of pleisterwerker is een vakman die een afwerklaag van stucwerk aanbrengt op muren en plafonds in het interieur van een gebouw. Dit kan dienen als bescherming of alleen ter verfraaiing. De afwerklaag kan bestaan uit pleister of specie van uiteenlopende samenstelling. In vroeger eeuwen, met name in de 18e eeuw, leverden gespecialiseerde stukadoors, sierstucwerkers, een belangrijke bijdrage aan de barokke decoratie van kerken, paleizen, woonhuizen en openbare gebouwen.

2.2.1.11. huisschilder

2.2.1.11.1. Een huisschilder is iemand die het houtwerk of andere materialen van een gebouw van een verflaag voorziet.

2.2.1.12. vloerlegger

2.2.1.12.1. In de bouw kan het begrip vloer op veel manieren worden uitgelegd. De prefabindustrie denkt bij het woord vloer aan de vloerelementen die zij produceren, het vloerenbedrijf bedoelt de dekvloeren die ze aanbrengen en de stoffeerder denkt aan zijn vloerbedekking.

2.2.1.13. tegelzetter

2.2.1.13.1. Een tegelzetter is een vakman die wandtegels zet en vloertegels legt. Dit kan worden gedaan door tegels in de mortel te drukken of te lijmen met speciale tegellijm. Het beroep tegelzetter is nauw verwant aan het vak van de metselaar en daar in feite ook uit voortgekomen

2.2.2. alle materiale

2.3. muur schilderen

2.3.1. muurverf

2.3.1.1. Verf is de algemene term voor producten die bedoeld zijn om een voorwerp te beschermen of te verfraaien door het van een pigmenthoudende laag te voorzien. Het wordt voor diverse doeleinden gebruikt, waaronder het decoreren of beschermen van voorwerpen. Verf is ook van cruciaal belang bij de schilderkunst.

2.3.1.1.1. een pigmenthoudende laag

2.3.2. verf bak

2.3.2.1. In de verf bak doe je de verf die je wil gebruiken voor de muur. Met een roller kun je de verf pakken en er mee gaan schilderen.

2.3.3. Acrylkit

2.3.4. afplaktape

2.3.4.1. Tape gebruik je voor de randjes zodat ze strak en recht zijn.

2.3.5. verf roller

2.3.6. verfkwast

2.3.6.1. Met de verf kwast breng je de verf aan de muur. Een kwast is handig voor de randjes op de muur.

2.3.7. verfverwijderaar

2.4. huisconstructie

2.4.1. metaal

2.4.2. hout

2.4.2.1. vloeren leggen

2.4.2.1.1. HOUTEN VLOEREN & PARKET

2.4.2.1.2. LAMINAAT

2.4.2.1.3. PVC-VLOEREN

2.4.2.2. hout

2.4.2.2.1. isolatie

2.4.2.2.2. ramen

2.4.3. beton

2.4.3.1. muren bouwen

2.4.3.2. Beton is een kunstmatig steenachtig materiaal, dat als bouwmateriaal wordt gebruikt. Het moderne beton is samengesteld uit het bindmiddel cement en uit een of meer toeslagmaterialen zoals zand, grind of steenslag. Cement heeft de eigenschap dat het door toevoeging van water verhardt.

2.4.3.3. Goed beton is een mengsel waarin de korrelgroottes van de verschillende soorten zand en grind, in de juiste hoeveelheden, elkaar zodanig aanvullen dat het mengsel uithardt tot een steenachtig en duurzaam materiaal. In tegenstelling tot bijvoorbeeld gips lost uitgehard beton niet meer op in water.

2.4.3.4. Door de relatief lage prijs van het materiaal, de relatieve inertie, de eenvoud van het gebruik en door de vele mogelijkheden is beton een veelgebruikt bouwmateriaal. Jaarlijks verbruiken de geïndustrialiseerde landen bijna een kubieke meter beton per persoon.

3. interview

3.1. interview met T van de Kerkhof

3.1.1. vragen:

3.1.1.1. 1. Wat zijn de beste vragen die je aan een klant kan vragen over hun interieurstijl?

3.1.1.1.1. Ze komen meestal al met ideeën en hebben zelf een ontwerp

3.1.1.2. 2. is het leuk om in zo'n winkel te werken en waarom?

3.1.1.2.1. Ja, je maakt je eigen producten en uiteindelijk heb je er iets om trots op te zijn.

3.1.1.3. 3. welke opleiding heb je hier voor nodig?

3.1.1.3.1. Meubelmakers opleiding en interieur opleiding,

3.1.1.4. 4. hoe ben je bij dit beroep gekomen?

3.1.1.4.1. Door mijn vader ben ik er ingerold.

3.1.1.5. 5. wat moet je allemaal goed kunnen voor dit beroep?

3.1.1.5.1. Je moet goed zijn in wiskunde, netjes zijn en inzicht hebben

3.1.1.6. 6. is het moeilijk om de klanten tevreden te maken?

3.1.1.6.1. nee, je moet gewoon klantvriendelijk zijn en je afspraken nakomen

3.1.1.7. 7. hoeveel uur werk u per dag?

3.1.1.7.1. 8 á 9 uur maar dat kan ook uitlopen.

3.2. Interview met Vervoort

3.2.1. vragen:

3.2.1.1. 1. Wat zijn de beste vragen die je aan een klant kan vragen over hun interieurstijl?

3.2.1.1.1. ze moeten goed aangeven wat ze willen, goed voorbereiden en in gedachten hebben

3.2.1.2. 2. is het leuk om in zo'n winkel te werken en waarom?

3.2.1.2.1. Je maakt mensen blij, met het product wat je bij jou gekocht hebben.

3.2.1.3. 3. welke opleiding heb je hier voor nodig?

3.2.1.3.1. Kader, en je kan daarna naar Den Bosch gaan voor een vedere studie

3.2.1.4. 4. hoe ben je bij dit beroep gekomen?

3.2.1.4.1. omdat ik alle andere beroepen saai vond bij ons op school, en dit leek mij dan nog het leukst.

3.2.1.5. 5. wat moet je allemaal goed kunnen voor dit beroep?

3.2.1.5.1. je moet netjes zijn, precies zijn, je moet tekeningen kunnen lezen en je moet creatief zijn.

3.2.1.6. 6. is het moeilijk om de klanten tevreden te maken?

3.2.1.6.1. ja de ene keer is het wel moeilijk om de klant tevreden te stellen met wat ze willen, maar de ene keer is het weer heel makkelijk om een klant tevreden te stellen met wat ze willen. maar wij proberen natuurlijk al onze klanten tevreden te stellen.

3.2.1.7. 7. hoeveel uur werk u per dag?

3.2.1.7.1. ik werk ongeveer 8 á 9 uur per dag, maar dat kan soms ook uitlopen.

4. Woningwaarde

4.1. Wat voor een huis kan je kopen met ongeveer 200.000 euro te besteden?

4.1.1. Dit huis kost 198.000 euro k.k. .

4.2. wat voor een huis kan je kopen met een iets betere baan en ongeveer 230.00 euro te besteden?

4.2.1. Dit huis kost

4.3. duurdere appertementen

5. intrerieur

5.1. Kamers

5.1.1. woonkamer

5.1.1.1. bank

5.1.1.1.1. hoekbank

5.1.1.1.2. rechtebank

5.1.1.1.3. slaapbank

5.1.1.2. televisie

5.1.1.2.1. op een laag kastje

5.1.1.3. kastjes

5.1.1.3.1. boekenkast

5.1.1.3.2. speelkast

5.1.1.4. dressoir

5.1.1.4.1. hier kan je de televisie ook op zetten

5.1.1.4.2. verbergt vaak de kabels

5.1.1.4.3. eventueel speakers

5.1.1.4.4. opbergruimate

5.1.1.4.5. Zonder de tv kan je het ook doen. Je kan het ook ergens anders neer zetten. Voor bijvoorbeeld de spiegel erop te zetten als je een grote gang hebt of wat dan ook wat bij je interieur hoort.

5.1.1.5. matje

5.1.1.5.1. daar kan je de salontafel op zetten. Hier zie je een matje dat een Arabische twist heeft. Als je een houten interieur hebt is dat een heel mooi gezicht vinden veel mensen, ook wij vinden dat.

5.1.1.5.2. Een matje kan je ook leggen als je binnenkomt in de gang. Matjes heb je in alle vormen en maten.

5.1.1.6. stoel bij het raam

5.1.1.6.1. stoel (Onze manquette)

5.1.1.6.2. klein tafeltje bij de stoel

5.1.1.6.3. raam

5.1.2. slaapkamers 4x

5.1.2.1. babykamer

5.1.2.1.1. Grijze babykamer:

5.1.2.2. kleuterkamer

5.1.2.2.1. (Deze kamer hebben wij wel in onze maquette)

5.1.2.3. tienerkamer

5.1.2.3.1. bed

5.1.2.3.2. bureau

5.1.2.3.3. kledingkast

5.1.2.3.4. nachtkastje

5.1.2.3.5. make-up tafeltje (voor de meisjes)

5.1.2.3.6. lampen

5.1.2.3.7. rolluiken/ gordijnen

5.1.2.3.8. televisie

5.1.2.4. kamerouders

5.1.2.4.1. twee persoons bed

5.1.2.4.2. televisie

5.1.2.4.3. nachtkastje

5.1.2.4.4. kledingkast

5.1.2.4.5. rolluiken/ gordijnen

5.1.3. keuken

5.1.3.1. eet tafel

5.1.3.1.1. Je hebt veel verschillende eettafels. Ligt er natuurlijk aan wat voor een interieur je verder hebt.

5.1.3.1.2. Een eettafel is een van de belangrijkste dingen in je interieur. Het brengt sfeer of, als je een felle tafel hebt, kleur.

5.1.3.2. werkbladen

5.1.3.2.1. Een van de verschillende soorten (Er zijn er meer maar dit zijn de 2 bekendste):

5.1.3.2.2. Werkbladen is belangrijk als je een nieuwe keuken gaat kopen. Het is het eerste dat opvalt als je een keuken ziet waardoor je de goede keuzes moet maken.

5.1.3.3. keukenkasten

5.1.3.3.1. pannen

5.1.3.3.2. glazen

5.1.3.3.3. messen lepels en vorken

5.1.3.3.4. kast met eten

5.1.3.4. koelkast

5.1.3.4.1. vlees

5.1.3.4.2. beleg

5.1.3.4.3. groeten

5.1.3.4.4. fruit

5.1.3.4.5. Ook koelkasten heb je in allemaal verschillende kleuren en maten!

5.1.4. zolder/kamer

5.1.4.1. rommel

5.1.4.2. logeer slaapkamer

5.1.4.2.1. bed

5.1.4.2.2. nachtkastje

5.1.4.2.3. kleding kast

5.1.4.2.4. rolluiken /gordijnen

5.1.5. badkamer

5.1.5.1. douche

5.1.5.2. bad

5.1.5.3. toilet

5.1.5.4. een wasbak

5.1.5.4.1. tandenborstel

5.1.5.4.2. 1:

5.1.5.4.3. 2:

5.1.5.4.4. 3:

5.1.5.4.5. 4:

5.1.5.5. kasten waar je spullen in bewaart

5.1.5.5.1. zeep

5.1.5.5.2. shampo

5.1.5.5.3. tandepasta

5.1.5.5.4. 1:

5.1.5.5.5. 2:

5.1.6. toilet

5.1.6.1. wasbak

5.1.6.1.1. zeep

5.1.6.2. handdoek

5.2. vloeren

5.2.1. houtenvloer

5.2.1.1. je hebt verschillende soorten hout zoals: eikenhout, beukenhout en massiefhout,

5.2.2. tegelvloer

5.2.2.1. je hebt verschillende soorten tegels zoals: natuursteen, keramische tegels, cement tegels.

5.2.3. pvc vloeren (kuntstof)

5.2.3.1. je hebt verschillende soorten pvc vloeren: zelfklevende vloeren, click vloeren en loose-lay vloeren. maar omdat dit niet van een echt materiaal gemaakt.

5.2.4. beton vloeren

5.2.4.1. beton vloeren hebben niet veel verschillen. een beton vloer is bijna altijd het zelfde.

5.2.5. laminaat

5.2.5.1. laminaat is niet van een bepaald materiaal gemaakt. als ze laminaat maken , maken ze dat meestal van hout. laminaat is niet echt een vloer, je kan het in elkaar klikken zo lijkt het net of je een vloer hebt die aan elkaar vast zit. ze maken verschillende soorten laminaat, andere kleuren, andere patronen net wat jij mooi vindt!

5.3. buiten interieur

5.3.1. algemene informatie

5.3.1.1. Bijna iedereen heeft een eigen tuin en die hebben ze ook op hun eigen manier ingericht. Iedereen heeft een andere smaak. De een heeft een super grote tuin met een zwembad en de anderen hebben een wat kleinere tuin met een gezellig tuinsetje. Daarom is bijna elke tuin anders. Je hebt ook hele moderne tuinen met mooie luxe stoelen of banken.

5.3.2. tuinhuisje

5.3.2.1. Een

5.3.3. speeltoestel

5.3.3.1. als je kinderen hebt heb je meestal ook een speeltoestel. kinderen vermaken zich met een speeltoestel omdat ze dan lekker kunnnen schommelen en ook van een glijbaan

5.3.4. planten

5.3.4.1. Er zijn veel mensen die het leuk vinden om platen in de tuin te doen. ook veel mensen hebben bloemen in de tuin om he tvrolijk en kleurijk te houden. bloemen zijn makelijk te planten. je hebt verschillende bloemen en planten. bijvoorbeeld bij planten heeft bijna iedereen wel een boom in de tuin. of een struikje. zo maak je je tuin voller maar ook gezelliger

6. opleiding

6.1. Welke mensen er nodig zijn voor een huis te bouwen • Aannemer kaderopleiding • Bouwvakker mbo-opleiding • Dakdekker mbo-opleiding • Schilder mbo-opleiding • Installateur mbo-opleiding • Kraanbestuurder mbo-opleiding • Loodgieter mbo-opleiding • Metselaar vwo-havo-vmbo-opleiding • Stukadoor mbo-opleiding • Timmerman mbo-opleiding • Plafonneur hbo-opleiding • Tegenzetter mbo-opleiding • Elektricien mbo-opleiding • Architect hbo-opleiding • Makelaar hbo-opleiding

7. Korte samenvatting hoe een huis gemaakt wordt zonder kelder

7.1. 1 -De architect maakt een ontwerp - soms wordt er een maquette gemaakt 2 - de bouwgrond uitzoeken en klaarmaken 3 - het grondwater wordt weg gepompt 4- maak sleuven voor de fundering 5- beton er tussen storten 6- dan moet je de muren metselen 7- isolatie materiaal tussen de muren 8- eerste verdiepingsvloer storen 9- omhoog bouwen 10- dak maken 11- kozijnen en ramen plaatsen 12- binnen alles afmaken

7.1.1. dak maken

7.1.1.1. platen erop leggen en dakpannen leggen

7.1.1.1.1. rieten dak

7.1.1.1.2. dakpannen dak

7.1.2. hoe maakt de architect een ontwerp?

7.1.2.1. voorbeeld van ontwerp op papier

7.1.2.1.1. Een architect maakt vaak een ontwerp op papier. Hier zet hij dan aan de zijkant van de muren de maten.

7.1.2.2. voorbeeld van ontwerp op de computer

7.1.2.2.1. Meestal maken ze dit 3d of kan je het omzetten naar 3d.

7.1.3. wanneer word de maquette gemaakt?

7.1.3.1. Als je een huis begint te maken, maak je eerst een ontwerp en daarna ga je het uitwerken via een maquette. Op een maquette kun je zien hoe het er uit gaat zien in het echt.

7.1.3.2. voorbeeld van een maquette

8. floorplanner en manquette

8.1. Foto's

8.1.1. zie bijlage

8.2. http://floorplanner.com/of7gox

9. interieur stijlen

9.1. Woonstijl 1. City chic

9.1.1. Denk neutrale kleuren, zwart, wit en beige, in luxe, hoogwaardige afwerkingen. Chroom, staal en hout, gepolitoerd en glanzend, met een vleugje glamour in de vorm van goud- en zilvermetallics, spiegels en dergelijke. Omdat in deze strak-elegante woonstijl de kleuren bescheiden zijn, regeren de texturen. Neem daarom liever stoffen met ingeweven dan gedrukte patronen.

9.1.1.1. stijl foto

9.1.1.2. stijl foto

9.2. Woonstijl 2. Terug naar de kust

9.2.1. Blauw met wit blijft een fenomenale combinatie. Denk Griekse eilanden, met een gezonde dosis zomerlucht-blauw tegen stralend, bijna puur wit. Voeg bij deze woonstijl stoer hout als accent toe, stoffen met textuur en geglazuurd en gedecoreerd aardewerk

9.2.1.1. stijl foto

9.2.1.2. stijl foto

9.2.1.2.1. Kunst is een belangrijke inspiratiebron. Door veel naar kunst te kijken, ervan te genieten en ervan te leren stimuleer je je eigen geest en creativiteit. Het aanbod aan verschillende soorten kunst – van schilderijen tot fotografie, van kunstobjecten tot design – is groot, zowel online als in galeries en musea. Alhoewel niet alle kunst die je beweegt geschikt is voor in huis, loont het absoluut de moeite eens te kijken welke kunst wél een belangrijke rol in je interieur kan spelen. Kunst in huis maakt het persoonlijk en kan zelfs als inspiratiebron dienen voor anderen. Tenslotte; kunst kan altijd en op elk moment inspireren.

9.3. Woonstijl 3. Country cottage

9.3.1. Verwerk stoffen – in gordijnen, bekleding en accessoires – zoals een coupeuse dat zou doen (met plooien, ruches en andere passementen) voor deze gezellige, vrij vrouwelijke stijl. Zoek kleuren in het pastel-gamma, zowel warm als koel. Gebloemde patronen op een kleinere schaal gebruiken dan in de Country House-stijl, die hier het chiquere neefje van is

9.3.1.1. stijl foto

9.3.1.2. stijl foto

9.4. Woonstijl 4. Country House

9.4.1. Typisch Engelse woonstijl, gebaseerd op de klassieke, traditionele stijl van de Britse landhuizen. Bij de kleurkeuze, denk aan juwelen: warmrode, gele, blauwe, groene, paarse en oranje tinten. Grote bloem- en damastpatronen. Verlichting vooral in de vorm van tafellampen. Weinig symmetrie. Dit interieur oogt alsof het door de eeuwen heen zo gegroeid is.

9.4.1.1. stijl foto

9.4.1.2. stijl foto

9.5. Woonstijl 5. Provençaals interieur

9.5.1. Natuurtinten in de basis maar wel van de ‘sterke’ variant (mosterdgeel, roestrood, indigoblauw en grasgroen). Vrolijke ‘boeren’-motieven in de stoffen (tijkstrepen, ruiten, toile de jouy). Gestuukte wanden in wittinten of behangen met soortgelijke ‘boeren’-motieven. Blond, vergrijsd of wit gebeitst hout.

9.5.1.1. stijl foto

9.5.1.2. stijl foto

9.6. Woonstijl 6. Lodge look

9.6.1. Denk ‘Indianen’ zonder té Wild West te gaan. Krachtige rood- en blauwtinten, worden in deze woonstijl gecombineerd met aardekleuren. Patchwork van gevlochten vloerkleden met Indiaanse motieven op planken vloeren (leg ook eens zo’n vloerkleed over de bank!). Knoestige, natuurlijke houten meubels. Voor een New England-versie: pas herfstkleuren toe in goud-, rood- en groentinten. Deze stijl leent zich goed voor sterke kunst, naïef én abstract.

9.6.1.1. stijl foto

9.6.1.2. stijl foto

9.7. Woonstijl 7. Shabby Chic

9.7.1. ‘Vergane glorie’ in de mooiste zin. Meubilair en kleuren bij deze woonstijl hebben een licht ‘versleten’ uitstraling, een krasje, deukje en vlekje draagt bij aan het karakter. Zeer comfortabele stijl, met veel wit en lichte, vergrijsde pastels. Oogt het geheel te kleurloos? Pas dan discreet accentkleuren toe.

9.7.1.1. stijl foto

9.7.1.2. stijl foto

9.8. Woonstijl 8. Toscaanse villa

9.8.1. Pleisterwerk in gouden geeltinten of roestig rood. Aardetinten met lef. Donkere houtsoorten, smeedwerk, terracotta plavuizen en geweven stoffen. Semi-transparante raambekleding (voile, batist e.d.). Speel met contrast tussen ‘boers’ en ‘rijk’, dus oude olijfoliekruik op Renaissance sidetable.

9.8.1.1. stijl foto

9.8.1.2. stijl foto

9.9. Woonstijl 9. Happy Chic

9.9.1. Eigentijds, vrolijk design. Zeker niet ‘strak’. Veel harde pastels, van shocking pink tot turquoise met goud- en zilveraccenten. Deze woonstijl heeft en effen basis op wanden en meubels, geometrische patronen (strepen, chevrons etcetera) op gordijnen en accessoires. Introduceer voldoende wit als tegenwicht voor de kleuren.

9.9.1.1. stijl foto

9.9.1.2. stijl foto

9.10. Woonstijl 10. Gustaviaans

9.10.1. Scandinavisch antiek, vergrijsde pastels, geschilderde meubels in wit- en grijstinten, zeer licht en luchtig. Kroonluchters met veel kristal, houtvloeren (blond of met white-wash), simpele raambekleding (bijvoorbeeld rechte, linnen gordijnen). Antieke spiegels reflecteren het daglicht. Weinig ‘massieve’ meubels, dus liever een Biedermeier bank op pootjes.

9.10.1.1. stijl foto

9.10.1.2. stijl foto

9.11. Woonstijl 11. New York loft

9.11.1. Een zo open mogelijk interieur met meerdere functies (zitten, eten, koken en eventueel zelfs slapen) in dezelfde, grote ruimte. De constructie blijft onafgewerkt, denk betonvloer, bakstenen muren, leidingen en pijpen in het zicht. De kleuren zitten dus vrijwel alleen in meubilair en kunst. Stoere meubels en verlichting met een industriële look. Grote en gedurfde kunstwerken en weinig tot geen raambekleding. Kijk ook binnen bij The Loft Amsterdam

9.11.1.1. stijl foto

9.11.1.2. stijl foto

9.12. Woonstijl 12. Retro

9.12.1. Een van de moeilijkste stijlen om goed te krijgen. De kamer vullen met Seventies meubels en psychedelisch behang is niet de bedoeling. Dan lijkt het alleen maar of je sinds uw ABBA-tijd niks meer aan je interieur heeft gedaan. Houd de basis – wanden en vloeren – dus liever neutraal en denk vervolgens ‘funky’. Een langgerekte, lage bank met fauteuils in abstracte vormen en effen kleuren. Veelkleurige, bedrukte stoffen liever alleen in de accenten (kussens). Texturen met een hoge aaibaarheidsfactor (hoogpolig vloerkleed), gecombineerd met harde, glanzende oppervlakken (vinyl, formica, hout)

9.12.1.1. stijl foto

9.12.1.2. stijl foto

9.13. Woonstijl 13. Stoer & landelijk

9.13.1. Deze, van oorsprong Belgische, landelijke stijl gebruikt veel ‘greige’ (een grijs-beige mix), natuurlijke materialen op vloer en wanden zoals leemstuc, leisteen en brede vloerdelen van vergrijsd hout. Meubilair is strak en stoer, maar wordt gecombineerd met geornamenteerde spiegels, kroonluchters en dergelijke. Accenten liever in zilver dan in goud. Bekijk ook de mooboards waarin de laatste interieurtrends zijn vertaald.

9.13.1.1. stijl foto

9.13.1.2. stijl foto

9.14. Woonstijl 14. Hollywood Glamour

9.14.1. Neoclassicistische patronen, zoals trellis, wiebers en het Griekse sleutelmotief, glanzende oppervlakken en structuurstoffen. Hoogglans gelakte tafels en kasten en spiegelmeubilair met een vleugje art déco. Meubelbekleding en gordijnen in zachtglanzende stoffen zoals velours, bij voorkeur in vrij lichte tinten. Meubilair is zelden heel groot. Veel aandacht voor flatteuze, indirecte verlichting (subtiele inbouwspots, lampenkappen van zijde). Goud, zilver en kristal in details zoals deur- en ladebeslag. Vloerkleden met ingeweven geometrische motieven in ton-sur-ton. Accenten in oranje, blauw en zwart. Lees ook The Style Files voor het verhaal achter de woonstijlen.

9.14.1.1. stijl foto

9.14.1.2. stijl foto

9.15. Woonstijl 15. Memphis Modern

9.15.1. Revival van de jaren ’80 Memphis Group, met postmodernisten zoals Ettore Sottsass. Harde kleuren op geometrische vormen die speels gecombineerd zijn. Denk eettafel met één ronde, één vierkante en twee gekrulde poten. Ook typerend zijn gestippeld formica, bladgoud, hardblauw, brandweerrood. Strakke, vlakke raambekleding, effen stoffen met weinig textuur maar creatief toegepast, bijvoorbeeld door zitting, rug en armleuningen in verschillende kleuren.

9.15.1.1. stijl foto

9.15.1.2. stijl foto

10. wat vinden wij van interieur en waarom hebben we dit gekozen

10.1. Sanne: ik vind interieur een leuk onderwerp. Het lijkt me ook leuk om er later iets mee te doen.. Omdat je zelf beslissen kan nemen in wat je in je ruimte kan zetten. We hebben dit onderwerp gekozen omdat we het allemaal een leuk onderwerp vonden en er meer over wouden weten.

10.2. Lynn: mij leek interieur een leuk onderwerp omdat ik iets met ontwerpen wil doen en ik wil zelf ook graag een huis ontwerpen. we hebben dit onderwerp gekozen omdat we het allemaal een leuk onderwerp vinden.

10.3. Bo: interieur leek mij een leuk onderwerp, omdat mij het leuk lijkt om in een lege ruimte allemaal meubels te zetten hoe jij het wilt. en we hebben dit gekozen omdat we het allemaal leuk vonden.

10.4. Renske: mij leek interieur een leuk onderwerp omdat ik het leuk vind om dingen te ontwerpen. we hebben het ook gekozen omdat we het allemaal een leuk onderwerp vonden

11. buiten interieur

11.1. wat kan er allemaal in je tuin staan

11.1.1. een tuinset

11.1.1.1. je kunt een een stoel makkelijk op tillen, verplaatsen en deze stoel op de afbeelding kan makkelijk in klappen.

11.1.1.2. een tafel is gemaakt om spullen op te zetten of om gezellig aan te eten of drinken met je familie of gezin. Dit stof is gemaakt om buiten te staan met bijvoorbeeld regen. Bij deze tafels kan je bijpassende stoelen kopen

11.1.1.3. een loungeset is een soort bank waarop je lekker kunt liggen in de zon of gezellig met meerdere mensen op kunt zitten. Deze kussens kan je meestal eraf halen voor als het regent.

11.1.2. Je ziet niet heel vaak maar de laatste tijd wel vaker dat mensen een bank in de tuin hebben staan. Meestal matchen ze dit met de tuinset. Precies de zelfde collectie of toevallig dezelfde kleur.

11.1.3. mensen hebben vaak bloemen en planten in de tuin om het gezellig en sfeervol te maken. hier zijn mensen vaak heel verschillend in.

11.1.4. wellness producten

11.1.4.1. Een zwembad heeft niet iedereen en kan je ook niet zomaar kopen. Je hebt hier plek en geld nodig. Ook de aansluitingen is best veel werk. Waar hand je de apparaten op? maak je daar weer een dakje voor of doe je dat gewoon in huis zetten? je hebt dus voor een zwembad best veel plek nodig. Je hebt natuurlijk wel veel verschillende grote. Je hebt hele grote maar je hebt ook weer wat kleinere.

11.1.4.2. Een sauna is een ruimte waar alles super warm is. Zo dat je gaat zweten. Dit is goed voor je spieren. En om even tot rust te komen.

11.1.4.2.1. Er bestaan 2 verschillende sauna's. Een klassieke sauna en een infrarood sauna.

11.1.4.2.2. In een sauna ben je eigenlijk altijd wel naakt. Als je wel een zwembroek, bikini of badpak aan doet kan je onderliggende huis gaan ontsteken en of irriteren door de vuil die je dan binnenhoud.

11.1.4.3. een jacuzzi is een soort bubbelbad. Deze kan je ook gewoon los kopen. De prijzen zijn heel verschillend. Een normale jacuzzi is ongeveer tussen de 300 en 600 euro. Maar het kan ook oplopen tot 4.000 euro.

11.1.5. Mensen hebben ook vaak een grasveld in de tuin. Dit ziet er vaak wat natuurlijker uit. Een grasveld moet je dan ook wel goed bijhouden. Je moet bijvoorbeeld soms grasmaaien en soms mest strooien om het gras goed mooi te houden. Als je veel tuin hebt en veel gras hebt kan je ook een soort auto hebben als grasmaaier. Want wie heeft er nou zin in om super lang te grasmaaien terwijl je het veel sneller kan doen?

11.1.6. je hebt ook mensen die graag een vijver in de tuin willen. dit geeft vaak een rustgevend gevoel. sommige mensen vinden het dan ook leuk om er vissjes of kikkertjes in te doen.

11.1.6.1. daar kunnen ook dieren in leven zoals

11.1.6.1.1. kikkers

11.1.6.1.2. vissen

11.1.7. een speeltoestel vinden kinderen vaak leuk om in te spelen. je hebt dan ook verschillende spullen die je in de tuin kunt zetten zodat je kinderen leuk kunnen spelen. In kleine tuinen wordt natuurlijk niet veel neergezet. In verschillende dorpen kan je buiten in een wijk ook een speeltuin vinden.

11.1.7.1. Een schommel is leuk voor kinderen je kunt ze dan heen en weer laten schommelen. Wat wij op internet hebben gezien zijn de prijzen heel verschillend. Het zit een beetje tussen de 100 en 600 euro. Natuurlijk merk je dan wel hoe lang het hout goed blijft (kwaliteit).

11.1.7.2. Op een wip wap moet je met 2 personen zitten. Je moet dan samen zorgen dat je op en neer gaat. Voor kleine kinderen is dit leuk ook omdat het allemaal in verschillende vormen en dieren zijn. Olifanten, giraffen en ga maar zo door...

11.1.7.3. Een trampoline is leuk voor bijna alle leeftijden tot 12 jaar. Je kan er veel op doen en het kan ook heel hoog gaan. Dit komt doordat er veren zitten aan de zijkanten. Dit wordt afgeschermd door een (meestal) plastic zeil. Als je er wel met bijvoorbeeld je voet in gaat kan dat wel heel erg pijn doen. Ligt er wel aan hoe je erin bent gekomen.

11.1.7.4. een wipkip zie je vaak in een speeltuin. Hier op de afbeelding zie je een wipkip maar het kunnen ook andere dieren zijn. het is een soort vering die alle kanten op kan zo kunnen kinderen alle kanten op gaan.

11.1.7.5. een glijbaan is leuk voor wat kleinere kinderen. Je kan het in dieren kopen en in allemaal verschillende dingen en dieren. Meestal is deze zo licht dat je het makkelijk kan optillen.

11.1.7.6. Een zandbak is een bak met zand waarin kinderen kunnen spellen zonder van alles vies te maken of kapot te maken je kunt dan ook leuke figuurtjes maken. Bijvoorbeeld zandkastelen en huizen. hier heb je dan meestal allemaal bakjes en vormpjes bijgekocht.