Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Babytijd by Mind Map: Babytijd

1. Verdere motorische ontwikkeling

1.1. Groei

1.2. Cefalo-caudaal en proximo-distaal

1.3. Verschillende fasen

1.3.1. Kijkstadium

1.3.2. Grijpstadium

1.3.3. Zitstadium

1.3.4. Rechtopstaand stadium

1.3.5. (Loopstadium)

2. Cognitie en waarnemen

2.1. Sensomotorische ontwikkelingsperiode (Piaget)

2.1.1. Ongecoördineerder reflexhandelingen (0-1 mnd)

2.1.1.1. Reflexen

2.1.2. Primaire circulaire reacties (1-4 mnd)

2.1.2.1. herhaling

2.1.3. Secundaire circulaire reacties (4-8 mnd)

2.1.3.1. effecten

2.1.4. Intentioneel handelen (8-12 mnd)

2.1.4.1. middel/doel

2.1.5. Tertiaire circulaire reacties (12-18 mnd)

2.1.5.1. variaties

2.2. Geïnterioriseerde tertiaire reacties/Mentale voorstellingen (18-24 mnd)

2.2.1. voorstellingen

2.3. Waarneming

2.4. Leren en geheugen

2.5. Intelligent handelen

2.6. Taalontwikkeling

2.6.1. Passieve interesse (tot 6 wkn)

2.6.2. Vocaliserenn (vanaf 6 wkn)

2.6.3. Brabbelfase (vanaf 4 mnd)

2.6.4. Sociaal brabbelen (vanaf 8 mnd)

3. Sociale ontwikkeling

3.1. Differentiatie sociale gerichtheid

3.1.1. 6-8 wkn: sociale glimlach

3.1.2. 3m: voorkeur

3.1.3. 6m: initiatief

3.1.4. 8m: scheidingsangst/vreemdenangst

3.2. Ontstaan van de hechtingsrelatie (Bowlby)

3.2.1. 4 periodes

3.2.1.1. Voorhechtingsfase (Eerste 2 tot 3 mnd)

3.2.1.2. Beginnende gehechtheid (2 tot 6 à 8 mnd)

3.2.1.3. Feitelijke gehechtheid (6 mnd tot einde peutertijd)

3.2.1.4. Van fysisch naar psychisch (overgang peuter naar kleuter)

3.2.2. 4 hechtingstypes - Mary Ainsworth

3.2.2.1. Veilige gehechtheid

3.2.2.2. Vermijdende gehechtheid

3.2.2.3. Afwerende gehechtheid

3.2.2.4. Gedesorganiseerde en gedesoriënteerde gehechtheid

4. Portmann

4.1. Fysiologische vroeggeboorte

5. Neonatus

5.1. Motorisch

5.1.1. Slaap - waak

5.1.2. Doelgerichte handelingen ?

5.1.3. Reflexen

5.1.3.1. Blijvend

5.1.3.2. Voorbijgaand

5.2. Waarneming

5.2.1. Basis vanuit de zwangerschap

5.2.2. Zintuigen

5.2.2.1. Tast

5.2.2.2. Smaak

5.2.2.3. Geur

5.2.2.4. Gehoor

5.2.2.5. Zicht

5.3. Cognitie

5.3.1. Habituatie

5.3.2. Klassieke conditionering

5.3.3. Operante conditionering

5.3.4. Nabootsend leren

5.4. Sociaal

5.4.1. Huilen als primitief communicatiemiddel

5.4.2. Pasgeborene als asociaal wezen

5.4.3. Beperkte gevoelswereld

6. Dynamisch-affectieve ontwikkeling

6.1. Nieuwe behoeften

6.2. Differentiatie in het gevoelsleven

6.3. Kernconflict van de babytijd

6.3.1. wantrouwen vs fundamenteel vertrouwen