Autisme

1. verschil lijders en niet-lijders

1.1. teveel, te weinig of verkeerde prikkels selecteren <-> belangrijke prikkels selecteren

1.2. woord per woord zien <-> zin als geheel interpreteren

1.3. extreme uiting emotie's <-> gematigde uiting emotie's

1.4. zichtbaar niveau zien <-> concept erachter zien

1.5. minder verbeelding <-> meer fantasiespel

2. gelijkenissen lijders en niet-lijders

2.1. menselijke emotie's voelen

3. voordelen

3.1. meer kans op hoogbegaafdheid

4. nadelen

4.1. sociaal contact bemoeilijkt

4.2. sterk gehecht aan routine

5. verschil vroeger en nu

5.1. minder ontdekt <->  meer ontdekt

5.1.1. weinig informatie op ons af <-> veel informatie op ons af

5.1.2. minder keuzes maken <-> meer keuzes maken

5.1.3. moeizaam opsporen <-> gemakkelijk op te sporen

6. verschil mannen en vrouwen

6.1. vaker voorkomend <-> minder voorkomend

6.1.1. meer geraporteerd <-> minder geraporteerd

6.1.2. slechter in staat tot camouflage <-> beter in staat tot camouflage door vast te houden aan bekende situaties (vooral vroeger)