hoofdstuk 4
by Enio Hertoghe
1. besmettingsbronnen
1.1. buiten ziekenhuis
1.2. personeel en patiënten
1.3. volledige ziekenhuisomgeving
2. besmetting organisch materiaal
2.1. reinigen
3. voorwerpen
3.1. kritische (sterilisatie nodig)
3.2. semi-kritische (ontreiniging en ontsmetting nodig
3.3. niet-kritische (enkel reiniging nodig)
4. ontsmetting slijmvliezen en genitalïen
4.1. geen orale voeding => mondtoilet
4.2. geintubeerde patiënten => mondtoilet van slijmvliezen tot cuff endo-tracheale tube
4.3. andere slijmvliezen + genitaliën: voor katherisatie/cytoscopie => waterige ontsmettingsmiddel
5. ontsmetting intacte huid
5.1. 15 seconden met steriele depper
5.2. 30 seconden steriel met Joodalcohol
5.3. Huid ontsmetten met ether
6. reinigen, ontsmetten en steriliseren
6.1. reinigen => verwijderen zichtbaar vuil.
6.2. ontsmetten =>verminderen aantal aanwezige kiemen
6.3. steriliseren => verwijderen alle micro organismen
7. afstervingscurve
7.1. vermindering aantal micro-organismen in grafiek.
8. verschil reinigen
8.1. Water verwijdert niet alle kiemen maar verdunt het wel
8.2. Detergent verwijdert 90% van de kiemen
8.3. Onstmetting verwijderd of dood 95-99% van de kiemen
9. ontsmetting weefsels
9.1. levende weefsels moeten gereinigd en ontsmet worden
9.2. niet levende weefsels moet gereinigd worden
10. terminologie weefsels
10.1. bij levend weefsel moet men rekening houden met eigen bacteriële flora.
10.2. bij niet levende weefsels kan men meer toxische middelen gebruiken
11. voorwaarde ontsmettingsmiddel
11.1. concentratie
11.2. prijs
11.3. toxiteit
11.4. inwerkingstijd
11.5. werkzaaam