Hoe ziet het gunstigste rioleringsstelsel eruit in een te ontwikkelen woonwijk in Den Bosch in 2030?

Track and organize your meetings within your company

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Hoe ziet het gunstigste rioleringsstelsel eruit in een te ontwikkelen woonwijk in Den Bosch in 2030? by Mind Map: Hoe ziet het gunstigste rioleringsstelsel eruit in een te ontwikkelen woonwijk in Den Bosch in 2030?

1. Impact extreme neerslag

1.1. Traditionele controle functioneren stelsels

1.1.1. Water op straat

1.1.1.1. Buien onbetrouwbaar (Bui08)

1.1.1.1.1. Klimaatfactor 10%,20% of 50%

1.1.1.1.2. Wateroverlast

1.1.1.1.3. Schade

1.1.2. Voldoende afvoercapaciteit

1.1.2.1. Overstorten

1.1.3. Bui08 (traditionele beoordeling)

1.1.3.1. Afvoercapaciteit rioolstelsel

1.1.3.2. Gelijkmatig verdeelde neerslag

1.1.3.3. Neerslag enkel op daken en ween

1.1.3.4. Verwerking van water op straat buiten beschouwing

1.1.3.5. Niet stationair

1.2. Omgang wateroverlast t.g.v. extreme buien

1.2.1. Afvoercapaciteit stedelijk gebied

1.2.2. Lokale extremen

1.2.3. Neerslag op het hele gebied

1.2.4. Bovengrondse verwerking van regenwater meegenomen

1.2.5. Rekenmodel met totale stedelijk gebied en hoogtekaart

1.3. Benodigde gegevens

1.3.1. Ligging en capaciteit kolk- en huisaansluitingen

1.3.2. Hoogteligging van drempels van woningen en gebouwen

1.3.3. Ligging van ruimtes onder maaiveld

1.4. (Huis)aansluiting van terassen en tuinen

1.5. Soorten buien

1.5.1. Oplopende set buien , vereeld over het gehele gebied

1.5.2. Set historische extreme buien met kunstmatige ruimteverdeling

1.5.3. Geselecteerde set extreme buien uit radarbeelden

2. 's-Hertogenbosch

2.1. Visie ruimtelijke ontwikkeling

2.1.1. Open water

2.1.1.1. Diezedelta

2.1.1.1.1. Rivieren Dommel, Aa en Dieze en Zuid-Willemsvaart

2.2. Uitgangspunten stad

2.2.1. Schone en veilige stad

2.2.2. Compacte, levendige en complete stad

2.2.3. Zorgvuldig grondgebruik, multifunctionele ruimtes

2.2.4. Inspelen op klimaatverandering

2.2.4.1. Versterking van de robuustheid, water- en bodemsystemen en klimaatadaptie van de gebouwde sad

2.2.5. Klimaatneutrale stad

2.2.6. Zorgvuldig ruimtegebuik naar hinder

2.2.7. Sanering beheersbaar maken

2.2.7.1. Grondwatervervuiling

2.3. Trends

2.3.1. Ruimtelijke ontwikkeling

2.3.2. Toename druk

2.3.2.1. Vraag naar Huisvesting

2.3.2.2. Toename mobiliteit

2.3.2.3. Behoefte aan recreatie

2.3.2.4. Behoefte aan waterbergingsgebieden

2.3.3. Kwaliteit, variatie en vernieuwing

2.3.3.1. Concurrentie

2.3.3.2. Internationalisering

2.3.4. Bevolking en wonen

2.3.4.1. Bevolkingsgroei

2.3.4.2. Veelkleurigheid en vergrijzing

2.3.5. Werkgelegenheid

2.3.5.1. Centrale ligging

2.3.5.2. Snelweg A2

2.3.6. Bereikbaarheid

2.3.6.1. Redelijk stabiel

2.3.6.2. Toenemende mobiliteit

2.3.7. Groene delta

2.3.7.1. Stedelijke ontwikkeling

2.3.7.2. Verhouding, natuur, water, landschap, cultuurhistorie, landbouw en recreatie

2.3.7.3. Samenkomen Aa en Dommel

2.3.7.4. Ecologie (Flora en fauna)

2.3.8. Milieu en duurzaamheid

2.3.8.1. Duurzame ruimtelijke structuur

2.3.9. Klimaatverandering en waterveiligheid

2.3.9.1. Lage ligging

2.3.9.2. Afvoer Maas fluctuerend

2.3.9.3. Rivierenbeleid

2.3.10. Landbouw

2.4. Wensbeeld 2025

2.4.1. Behoud cultuurhistorisch centrum

2.4.2. Stedelijke verbinding zorgt voor zeer goede verbinding tussen vleugelsteden

2.4.3. Stedelijke ruggengraat (snelweg A2 / kanaalzone)

2.4.4. Infrastructuur en openbare ruimte

2.4.4.1. Leefbaarheid verbeteren

2.4.4.2. Hoofdinfrastructuur verbeteren

2.4.5. Oud tracé Zuid-Willemsvaart

2.4.5.1. Kansen

2.4.5.1.1. Recreatievaart

2.4.5.1.2. Lozen overtollig waterafvoer

2.4.5.1.3. Groen aanbrengen

2.4.5.1.4. Aantrekkelijk wonen

2.4.5.1.5. Beroepsvaart bevordert stadsbeeld

2.5. Stedelijke hoofdstructuur

2.5.1. Stadscentrum met vleugelsteden

2.5.2. Zuid-Willemsvaart in de binnenstad

2.5.3. Stationsbuurt (spoorvebinding)

2.5.4. Langs het water wonen

2.5.5. Duurzaam bouwen

2.5.6. Recreatieplassen

2.5.7. Rivierverruiming, hoogwater Maas

2.5.7.1. Lage ligging

2.5.7.2. Extra waterberging

2.5.7.3. Langer water vasthouden op de gevallen plaats

2.5.7.4. Ruimte voor extra waterberging

2.5.8. Grondwater

2.5.8.1. Bodemverontreinigingen

2.5.8.1.1. Risico's

2.5.8.2. Toepassingen

2.5.8.2.1. Ondergronds bouwen, bronnering etc.

3. Klimaatverandering

3.1. Scenario 2030

3.1.1. Gemiddelde neerslag (winter) +8,5%

3.1.2. Extreme droogte (zomer) +4%

3.1.3. Maximum neerslag per jaar (zomer) +5,5% tot 11%

3.1.4. Verdamping (zomer) +3,5%

3.2. Scenario 2050 (Voor toekomstgerichte dimensionering) (Wh-secenario maatgevend)

3.2.1. Gemiddelde neerslag (winter)

3.2.1.1. Gl: +3%

3.2.1.2. Gh: +8%

3.2.1.3. Wl: +8%

3.2.1.4. Wh: +17% (Maatgevend)

3.2.2. Extreme droogte (zomer)

3.2.2.1. Gl: +4,5%

3.2.2.2. Gh: +20%

3.2.2.3. Wl: +0,7%

3.2.2.4. Wh: +30% (Maatgevend)

3.2.3. Maximum neerslag per jaar (zomer)

3.2.3.1. Gl: +5,5% tot +11%

3.2.3.2. Gh: +7% tot +14%

3.2.3.3. Wl: +12% tot +23%

3.2.3.4. Wh: +13% tot +25% (Maatgevend)

3.2.4. Verdamping (zomer)

3.2.4.1. Gl: +4%

3.2.4.2. Gh: +7%

3.2.4.3. Wl: +4%

3.2.4.4. Wh: +11% (Maatgevend)

4. Oorzaken regenwateroverlast

4.1. Toename verhard oppervlak

4.2. Veranderingen bovengrondse inrichting

4.3. Verwijderen of verhogen riooloverstorten

4.4. Vervuiling (dichtslibben) van kolken, riolen en goten

5. Gemeentelijke zorgplicht

5.1. Inventarisatie

5.1.1. Selectie op maand

5.1.2. Modelmatige toetsing extremen

5.2. Categorisering karakters riolering

5.3. Opgave wateroverlast

5.3.1. Afstroming

5.3.2. Water op straat

5.3.3. Wateroverlast

5.4. Onderzoeksresultaten

5.4.1. Uiteenlopende wateroverlastsituaties

5.4.2. Meer inzichten benodigd

5.5. Maatregelen

5.5.1. Vergroten van de regenwaterberging

5.5.2. Vergroten van de regenwaterafvoer

5.6. Ontwikkelingen

5.6.1. Maatrregelen aan het riool, afkoppelen

5.6.2. Onderozek naar de toekomst

5.6.3. Vergroten afvoer naar landelijk gebied

5.6.4. Grotere controle waterafvoer

5.6.5. Betere modelsimulaties

5.7. Investeringen