MOTORIEK WOOLFSON

1. 22 - 24 maanden

1.1. Vast op benen, valt zelden

1.2. Bukken

1.3. Zwembadjes bij zwemmen

1.4. Leren zitten op een stoel

1.5. Loopt sneller rechtuit

1.6. één voet staan terwijl hij met de ander schopt

1.7. Pedalen is dikke pret

1.7.1. Kan wel nog niet fietsen

2. 25 - 30 maanden

2.1. Springen

2.1.1. Sterkte spieren

2.1.2. Evenwicht

2.1.3. Coördinatie

2.2. Lopen zonder stoten terwijl concentratie tegelijk op iets anders ligt

2.3. Trappen alleen

2.3.1. groter vertrouwen

2.3.2. betere motorische vaardigheden

3. 31 - 36 maanden

3.1. Springen zonder evenwicht verliezen als hij neerkomt

3.2. Zelfverzekerd en nauwkeurig moeilijke fysieke activiteiten

3.3. Grote speeltoestellen

4. 15 - 18 maanden

4.1. Evenwicht en houding goed

4.1.1. VW oprapen zonder om te vallen

4.2. Trappen fascineren het kind

4.3. Onstabiel wanneer snel lopen

4.4. Rond spetterende water is leuk

4.4.1. Maar te veel mensen en golven maken het bang

5. 19 - 21 maanden

5.1. Nieuwe plekken verkennen adhv klimmen

5.2. Struikelt en valt minder

5.2.1. evenwicht

5.2.2. coördinatie

5.2.3. zelfvertrouwen

5.3. 2 dingen tegelijk doen zonder vallen