1. Extern werven
1.1. Nieuwe medewerker buiten het bedrijf
1.1.1. Verschillende kanalen
1.1.1.1. Advertenties
1.1.1.1.1. Landelijke dagbladen
1.1.1.1.2. Regionele dagbladen
1.1.1.1.3. Vakbladen
1.1.1.1.4. Gratis streekbladen
1.1.1.2. Relaties
1.1.1.2.1. Familie
1.1.1.2.2. Vrienden
1.1.1.2.3. Kennissen
1.1.1.2.4. Eigen relaties
1.1.1.2.5. Medewerkers
1.1.1.2.6. Voordelen
1.1.1.2.7. Nadelen
1.1.1.3. Arbeidbureaus
1.1.1.3.1. CWI
1.1.1.3.2. Non-profit organisatie
1.1.1.3.3. Vraag een aanbod op de markt afstemmen
1.1.1.3.4. Voor werknemers en werkgevers
1.1.1.3.5. Voor vast werk en tijdelijk
1.1.1.4. Uitzendbureaus
1.1.1.4.1. Bemiddeling op arbeidsmarkt
1.1.1.4.2. Werken op commerciele basis
1.1.1.4.3. Vaak tijdelijk werk
1.1.1.4.4. Medewerker is bij het bureau in dienst
1.1.1.4.5. Medewerkers
1.1.1.5. Melden vacature bij scholen
1.1.1.5.1. (ex)cursisten
1.1.1.6. Internet
1.1.1.6.1. Vacaturesites zijn niet meer te tellen
1.1.1.7. Bijzondere acties
1.1.1.7.1. Luchtballon
1.1.1.7.2. Open dagen
1.1.1.7.3. ETC.
1.1.2. Betrokkenen
1.1.2.1. Directeur
1.1.2.2. Personeelschef
1.1.2.3. Afdelingschef
1.1.2.4. Advertentieschijver
2. Selecteren
2.1. Voorselectie
2.1.1. Sollicitatiebrieven/CV
2.1.2. Sollicitatieformulieren
2.1.2.1. Inzicht dat kan leiden tot
2.1.2.1.1. Afwijzing
2.1.2.1.2. Achter de hand houding
2.1.2.1.3. Uitnodigen
2.1.3. Telefonisch solliciteren
2.2. Selectiegesprek
2.2.1. De selecteur dient vooraf:
2.2.1.1. De sollicitaiebrief gelezen te hebben
2.2.1.2. Weten welke vragen hij gaat stellen
2.2.2. Na de binnenkomst:
2.2.2.1. Voorstellen
2.2.2.2. Afspraken maken
2.2.2.3. Doel uitgelegd
2.2.2.4. Laatste informatie gegeven
2.2.3. Begin
2.2.3.1. Zacht
2.2.3.1.1. Spanning verminderen
2.2.3.1.2. Initiatief geven
2.2.3.2. Hard
2.2.3.2.1. Functie
2.2.3.2.2. Functie-inhoud
2.2.3.2.3. Functief-eisen
2.2.3.2.4. Geschiktheid
2.2.3.3. Zacht
2.2.3.3.1. Afronden
2.2.4. Selectiemiddelen
2.2.4.1. Opvragen referenties
2.2.4.2. Afnemen psychologische test
2.2.4.3. Meewerken assessmentonderzoek
2.2.4.4. Medisch onderzoek
2.3. Eindbeslissing
2.3.1. Intelligentie
2.3.2. Vakkennis
2.3.3. Prestatie
2.3.4. Geschiktheid
3. Introductie
3.1. Aanstelling
3.1.1. Informatie over de onderneming aan de nieuwe werknemer
3.1.2. Informatie over de werkzaamheden
3.1.3. Mogelijkheid om thuis te voelen
3.1.4. mogelijkheid om zich aan te passen
3.2. Arbeidsovereenkomst
3.2.1. De medewerker is persoonlijk verplicht arbeid te verrichten
3.2.2. De werkgever betaald een bepaald loon
3.2.3. Er is spraken van gezagsverhouding
4. Soorten dienstverband
4.1. Vast in dienst
4.1.1. Parttimer
4.1.1.1. 12-30 uur per week
4.1.2. Fulltimer
4.1.2.1. 30+ uur per week
4.2. Tijdelijk in dienst
4.2.1. parttimer
4.2.1.1. 12-30 uur per week
4.2.2. Fulltimer
4.2.2.1. 30+ uur per week
4.2.3. Hulpkracht
4.2.3.1. -12 uur per week
4.3. Termijnen
4.3.1. Lange termijn
4.3.1.1. 3-5 jaar
4.3.2. Korte termijn
4.3.2.1. 1 jaar
4.3.3. Ultra korte termijnen
4.3.3.1. Week-maand
5. Functieomschrijving
5.1. Taak
5.2. Bevoegdheden
5.3. Verantwoordelijkheden
5.4. Functie
5.4.1. Functie-eisen
5.4.1.1. Kennis
5.4.1.2. Vaardigheden
6. Werven
6.1. Sollicitatiecode
6.1.1. Gelijke kansen
6.1.2. Evenredig
6.1.3. Vertrouwenlijk
6.1.4. Klachtenbehandeling
6.1.5. Geen wet maar richtlijn
6.2. Intern werven
6.2.1. Voordelen
6.2.1.1. Medewerkers gaan carrieremogelijkheden onderzoeken
6.2.1.2. Sneller
6.2.1.3. Goedkoper
6.2.1.4. Werknemers gemotiveerd om te scholen
6.2.1.5. Medewerkers zijn bekend
6.2.2. Nadelen
6.2.2.1. Er ontstaat elders een vacature
6.2.2.2. Een baan word gegund
6.2.2.3. Neemt genoegen met minder kwaliteit
6.2.2.4. Medewerkers die afvallen kunnen ongemotiveerd raken
6.3. Extern werven
6.4. Selecteren
6.5. Introduceren
7. Meten
7.1. Ziekteverzuim
7.1.1. Aantal ziektendagen per jaar/aantal werkdagen per jaar x 100%