De Digitale Samenleving

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
De Digitale Samenleving by Mind Map: De Digitale Samenleving

1. Participatiecultuur Les 3

1.1. Kenmerken participatiecultuur

1.1.1. Mensen worden producent van media i.p.v. alleen maar consument

1.1.2. Bottom Up i.p.v. Top Down

1.1.3. Niches i.p.v. Mass media

1.1.4. Het web heeft het publiceren en delen van ontwerpen en productietechnieken vereenvoudigd, waardoor er steeds minder kennis, geld en ervaring nodig is voor de productie van goederen. Dit heeft geleidt tot de democratisering van het productieproces.

1.2. Wisdom of the Crowd

1.2.1. 4 Kwaliteiten die een groep slim maken

1.2.1.1. 1. Divers, zodat alle verschillende ideeën samenkomen.

1.2.1.2. 2. Decentraal, niet een punt van controle die de uitkomst bepaald.

1.2.1.3. 3. Al die meningen moeten samen komen om een uitkomst te geven.

1.2.1.4. 4. Onafhankelijk (eigen bijdrage zonder invloed van een ander).

1.2.2. Voorbeeld: Tutorials op internet, of digitale handleidingen gemaakt door meerdere mensen.

1.3. Collective intelligence

1.3.1. Samen weet je meer dan alleen als individu: ideeën ontwikkelen met elkaar; samen. Collectieve intelligentie, meer intelligentievermogen met meer mensen.

2. Prosumer & Co-creatie Les 4

2.1. Open-source

2.1.1. Een open-source refereert eigenlijk naar een computer programma met een open broncode die beschikbaar is voor het publiek/gebruikers: Het is eigenlijk het delen van de broninformatie/gegevens van een bedrijf die individuelen weer kunnen gebruiken om het bedrijf te helpen, ook een voorbeeld van collective intelligence en participatiecultuur. Het publiek/De gebruiker produceert mee aan de geemeenschap/bedrijf. Gemeenschappelijk participeren aan het productieproces / het bedrijf.

2.2. Co-creatie

2.2.1. Gezamenlijk produceren

2.2.1.1. Voorbeeld: LEGO IDEAS

2.3. DIY/Personal-fabrication

2.3.1. Onafhankelijk fabriceren/produceren, je kan zelf produceren, alleen, onafhankelijk

2.4. Commodificering

2.4.1. Wanneer alles ontmenselijkt en verkoopbaar wordt gesteld.

2.4.1.1. Voorbeeld: Wanneer het publiek (of de hoeveelheid bezoekers van een website) verkoopbaar gesteld wordt aan adverteerders (GOOGLE ADS)

2.5. Maker Movement

2.5.1. Is een trend waarbij individuen of groepen van individuen producten creëren en worden gerecreëerd uit ongebruikte, afgedankte elektronische of gebroken, plastic, silicium of vrijwel elke grondstof en / of product uit een computer-gerelateerde eenheid. Eigenlijk dus afgedankt materiaal nieuw leven in blazen (digitaal).

3. Traditionele en Nieuwe Media Les 2

3.1. Traditioneel

3.1.1. - Productie & Distibutie op grote schaal

3.1.2. - Institutionele scheiding

3.1.3. - Asymmetrische machtsverhouding (1 iemand, 1 organisatie die bepaald welke informatie verzonden wordt; houding mensen: passief, ze kijken naar wat de organisatie bepaald wat er uitgezonden wordt)

3.1.4. - Anoniem en onpersoonlijk

3.1.5. - Standaardisering van content (eentoon)

3.2. Nieuw

3.2.1. - Many 2 Many (iedereen kan informatie sturen naar iedereen)

3.2.2. - Lage kosten van productie en distributie (P/D) (iedereen heeft tegenwoordig een ‘supercomputer’ op zak, kosten productie ervan lager, consument kan reageren erop!)

3.2.3. - Productie, distributie en consument kunnen op elkaar reageren

3.2.4. - Productie en Distributie bieden persoonlijk contact met de consument

3.2.5. - Diversiteit van content (divers)

3.3. Historische veranderingen

3.3.1. Moderniteit (1 waarheid, bv. Nieuws was sowieso waarheid) i.p.v. Postmoderniteit (iedereen eigen waarheid, ieder heeft bijvoorbeeld eigen versie van een verhaal)

3.3.2. Schaalvergroting / Globalisering

3.3.3. Industrial age (productie belangrijk!) i.p.v. postindustrial information age (productie minder belangrijk, werkzaamheden bestaan meer uit het uitvoeren van taken binnen organisaties!).

4. Commodificering van het Web Les 5

4.1. Commodificering

4.1.1. Wanneer alles ontmenselijkt en verkoopbaar wordt gesteld.

4.1.1.1. Voorbeeld: Wanneer het publiek (of de hoeveelheid bezoekers van een website) verkoopbaar gesteld wordt aan adverteerders (GOOGLE ADS)

4.2. Tegenwoordig kunnen we steeds meer zelf maken, zelf de kaarten maken, zelf inhoud / nieuws maken i.p.v. experts. MAAR Bedrijvenorganisaties profiteren van al dat delen, mixen, creëren.

4.3. Applicaties als Facebook, Youtube, Foursquare zijn niet gratis, ook al lijkt dit van wel.

4.3.1. Je persoonlijke gegevens worden verhandeld (commodificering) verkoopbaar gesteld aan adverteerders, deze advertenties zijn zichtbaar voor jou.

4.4. Personalisering van Content

4.4.1. Content wordt gepersonaliseerd: Ik houd van Aardrijkskunde, dus van reizen, dus zie ik vaak reisadvertenties voorbij komen op mijn facebookpagina i.p.v. advertenties voor boormachines.

5. EINDOPDRACHT ESSAY

5.1. De algemene vraag die hierbij centraal staat: Wat betekenen de veranderingen door de digitale media voor jouw vakgebied?

5.1.1. Een essay over 1 van de behandelde onderwerpen (of wellicht wil je er meerdere koppelen, dat kan natuurlijk ook) en twee relevante termen. Een essay is een opiniërend, argumenterend, prikkelend betoog waarin de auteur stelling dura te nemen