Reageren op je omgeving

1. Kijken en pakken

1.1. zintuigen

1.1.1. via zenuwen

1.1.2. naar je hersenen

1.2. seintjes via zenuwen naar armspieren

1.3. daar door kan je het pakken

2. Zintuigen

2.1. veel zintuigen in lichaam

2.1.1. zintuig samen een zenuwstelsel

2.1.2. je kan er mee voelen

2.1.3. warmtezintuigen/Koudezintuigen/Drukzintuigen/tastzintuigen

2.2. warmte/koude zintuigen = huid in raking met iets warmst/koudst.

2.2.1. Drukzintuigen = Reageert als er iets drukt.

2.2.2. Tastzintuigen = kan je voorwerpen mee voelen

3. Het zenuwstelsel

3.1. Zenuwstelsel bestaat uitzet centrale zenuwstelsel en uit zenuwen

3.2. het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg.

3.3. Pijn kan je hebben door pijnpunten