1. De Franse revolutie begint in 1789 met de bestorming van de Bastille.
1.1. Nationale vergadering: De nationale vergadering is een soort Staten-Generaal maar alleen voor de derde stand, omdat deze het niet eens waren met de stemwijze in de Staten-Generaal. Vanaf 1789 scheidde ze zichzelf af.
1.1.1. Radicalen: Dit zijn de mensen die vonden dat de revolutie nog niet klaar was, ze begonnen de terreur en zouden met geweld Frankrijk hervormen.
1.1.1.1. Staatsgreep: Met geweld aan de macht komen.
1.1.1.2. Terreur: De periode van 1792-1794 onder leiding van Robespierre, in deze tijd werden alle tegenstanders van de revolutie vermoord.
2. Nederland van 1995 tot 1806
2.1. Bataafse Republiek: De besturingsvorm van Nederland in 1795 tot 1806, de patriotten hadden de macht geholpen door de Franse invasie.
2.1.1. Patriotten: Burgers die verlichte ideeën in Nederland willen invoeren. Ze wilde van Nederland een democratie maken en niet in de handen van de regenten.
2.1.1.1. Regenten: Groep rijke burgers die de macht hebben.
3. Nederland vanaf 1814
3.1. constitutionele monarchie: Dit is de staatsvorm van Nederland sinds 1814, waarbij een koning of keizer regeert, maar wel gebonden is aan de grondwet.
3.1.1. Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Nederland vanaf 1814 verenigd met België en Luxemburg, met Willem I als staatshoofd.
4. Staten-Generaal: Dit was een algemene vergadering van vertegenwoordigers uit alle standen.
4.1. De staten generaal kan nu vergeleken worden met de eerste en tweede kamer.
4.2. De verklaring van de rechten van de mens en van de burger: Dit is een verklaring waarin rechten staan voor alle burgers, zoals vrijheid, gelijkheid en vrijheid van meningsuiting.
5. Nederland van 1806 tot 1810
5.1. Koninkrijk Holland: Nederland in 1806 tot 1810 bestuurt door Lodewijk en Napoleon.
5.1.1. Code Napoleon: Dit is een gecentraliseerd wetboek van Napoleon. Vanaf 1806 golden overal in Frankrijk dezelfde regels en wetten.
6. De meningen waren verdeeld over het bestuur tijdens de revolutie er ontstonden zo ook veel verschillende mensen.
6.1. Je hebt de gematigden: De mensen die vonden dat de revolutie ver genoeg was gegaan en ze wilde zonder enig geweld Frankrijk hervormen.
6.1.1. Radicalen: De mensen die vonden dat de revolutie nog lang niet klaar was en probeerde met geweld aan de macht te komen. Zo wilde ze Frankrijk hervormen.
6.1.1.1. Kleine burgerij: Dit was de middenstand, het enige wat zei deden was eisen om invloed in het bestuur geïnspireerd door de Verlichting.