1. Hypnotica, Sedativa, Anxiolytica
1.1. Benzodiazepines
1.1.1. Tranxene
1.1.2. Valium
1.1.3. Temesta
1.1.4. Loramet
1.2. Verwanten van benzodiapines
1.2.1. Stilnoct
2. Middelen i.v.m. afhankelijkheid
2.1. Alcoholisme
2.1.1. Antabuse
2.2. Tabakmisbruik
2.3. Middelen bij oplaatafhankelijkheid
3. Centrale stimulantia
3.1. Rilatine
4. Anti-epileptica
4.1. Anti-epilectica met breed spectrum
4.1.1. Valproïnezuur
4.1.1.1. Depakine
4.1.2. Lamotrigine
4.1.2.1. Lamictal
4.1.3. Levetiracetam
4.1.3.1. Keppra
4.1.4. Topiramaat
4.2. Anti-epileptica met nauw spectrum
4.2.1. Carbamazepine & oxcarbazepine
4.2.2. Gabapentine & Pregabaline
4.2.3. Feneturide
4.2.4. Fenobarbital & primidon
4.2.5. Fenytoïne
4.2.6. Tiagabine
4.2.7. Lacosamide
4.2.8. Retigabine
4.2.9. Perampanel
4.3. Andere anti-epileptica
4.3.1. Ethosuximide
4.3.2. Felbamaat
4.3.3. Rufinamide
4.3.4. Stiripentol
4.3.5. Vigabatrine
4.3.6. Koolzuuranhydrase-inhibitoren
4.3.7. Sommige benzodiazepines
5. Antipsychotica
5.1. Fenothiazinen &thioxanthenen
5.1.1. Etumine
5.2. Butyrofen & difenylproperidinen
5.2.1. Dipideron
5.2.2. Haldol
5.3. Benzamides
5.3.1. Solian
5.4. Andere antipsychotica
5.4.1. Abilify
5.4.2. Zyprexa
5.4.3. Seroquel
5.4.4. Risperdal
5.4.5. Zypadhera
5.4.6. Xeplion
6. Anti-depressiva
6.1. Selectieve heropnameremmers (SSRI'S)
6.1.1. Cipramil
6.1.2. Sipralexa
6.2. Niet-selectieve heropnameremmers
6.2.1. Tricyclische antidepressiva
6.2.2. Noradrenaline- en serotonine-heropnameremmers
6.2.2.1. Cymbal
6.2.2.2. Efexor
6.2.3. Noradrenaline- en dopamine-heropnameremmers
6.3. Monoamineoxidase-inhibitoren
6.4. Antidepressiva werkend op de neuroreceptoren
6.4.1. Mirtezepine
6.4.2. Trazodone
6.5. Sint-janskruid
6.6. Middelen bij bipolaire stoornissen
6.6.1. Lithiumzouten
6.6.1.1. Comcolit