la prononcation
by Damaso Van Hal
1. ai
1.1. j'ai
1.2. heet
2. oi
2.1. moi
2.2. mwa
3. ui
3.1. etui
3.2. kiwi
4. é
4.1. effilé
4.2. =ee bijvoorbeeld: café
5. ê
5.1. être
5.2. gek
6. h
6.1. harper
6.2. h spreek je niet uit!
7. s
7.1. croissants
7.2. s aan het eind spreek je niet uit
8. t-x-p-z-s
8.1. vert-prix-beaucoup-chez-gris
8.2. spreek je niet uit aan het eind
9. la liaison (de verbinding van klanken, het uitspreken van klanken achter elkaar)
9.1. verplichte liaisons
9.1.1. z-n-t-v-r als die aan het eind van een woord staan moet je het woord meteen doorspreken.
9.2. verboden liaisons
9.2.1. q
10. ou
10.1. bonjour
10.2. hoed
11. eau-au
11.1. eau
11.2. brood
12. ie
12.1. chien
12.2. jam
13. e
13.1. rouge
13.2. e spreek je niet uit op het einde
14. è
14.1. étagère
14.2. nek
15. ss
15.1. basse
15.2. spreek je uit als een z
16. ç
16.1. garçon
16.2. ç = s
17. neusklanken
17.1. klinker+n
17.1.1. 4neusklanken
17.1.1.1. u+n ( un )
17.1.1.2. o+n ( bon )
17.1.1.3. i+n (vin)
17.1.1.4. a+n ( blanc )
17.2. en
17.2.1. bij werkwoord uitgang niet uitspreken
17.2.1.1. il PARLe = ils PARLent
17.2.2. meestal en : an (cent)
17.2.3. soms en : in ( rien)