Het aangaan van een gesprek. (Waar houd je rekening mee?)

1. Professionele communicatie = realiseren van een duidelijk doel

1.1. Doel is; beroepsmatig begeleiden van de patien

1.2. Iedereen gelijk behandelt ( geen vooroordelen)

1.3. Je inleven in het referentiekader van de patiënt

1.3.1. Daarbij je eigen referentiekader als hulpverlener wel raadplegen

1.4. Zorgen voor maximale nabijheid met behoudt van distantie

2. Referentiekader van de patiënt

2.1. Zijn waarden & normen

2.2. Geloofsovertuiging

2.3. Opvoeding

2.4. Cultuurverschil

3. Als je het even niet meer weet ---->LSD: luisteren, samenvatten, doorvragen

4. Houding; lichaamstaal

4.1. Manier van praten

4.2. Hoe je erbij zit (non-verbaal) = lichaamshouding

4.3. Actief luisteren

4.3.1. Samenvatten van de inhoud

4.3.2. Oogcontact

4.3.3. Het stellen van vragen

4.4. Mimiek

5. Signalen die de patient uitzendt

5.1. Non-verbaal

5.2. Verbaal

5.3. Somatisch

5.4. Psycho-sociaal

6. Soort vraag dat je stelt

6.1. Open vraag

6.2. Gesloten vraag

6.3. Keuzevraag

6.4. Suggestieve vraag

6.5. Samenvattende vraag

6.6. Kettingvraag