Kom i gang. Det er Gratis
eller tilmeld med din email adresse
Politiek af Mind Map: Politiek

1. Politieke partijen

1.1. Rechtse partijen

1.1.1. Conservatief: (Gaan zo min mogelijk met de tijd mee, denken traditioneel) VVD (Mark Rutte) SGP (Kees van der Staaij PVV (Geert Wilders) TON (Theo Reijnen)  CDA (Sybrand van Haersma Bruma)

1.1.2. Progressief: (Denken aan de toekomst van Nederland) D66 (Alexander Pechtold)

1.2. Linkse partijen

1.2.1. Progressief: (Denken aan de toekomst van Nederland) PvdA (Job Cohen) GroenLinks (Jesse Klaver) SP (Emile Roemer)  PvdD (Diederik Samsom)

1.2.2. Conservatief: (Gaan zo min mogelijk met de tijd mee, denken traditioneel)   ChristenUnie (Gert Jan Segers)

2. Grondrechten in Nederland

2.1. 1. Stemmen vanaf 18 jaar, Je stem is privé. 2. Alle meerderjarigen mogen een partij oprichten. 3. Je mag zelf weten op welke partij je stemt. 4. Iedereen heeft vrijheid van meningsuiting. 5. Leden eerste en tweede kamer worden gekozen door een geheime stemming.    6. De wetten worden vastgesteld door de regering en de staten-generaal samen.   7. Vrije media: De media hebben vooraf geen toestemming nodig bij hun publicaties of uitzendingen.  De overheid moet er zelf voor zorgen dat de media over de juiste informatie kan beschikken.

3. wat is politiek? dit zijn meningen/opvattingen  over welke partij het land moet regeren.

4. Wat is Juridisch: Hiermee wordt aangegeven dat een bepaald onderwerp te maken heeft met een recht.

5. Democratie: In een democratie kiest het volk de eigen regering. Voorbeelden van landen met een democratie zijn 1. Nederland (Mark Rutte) 2. België (Koning Fillip

5.1. Dictatuur: In een dictatuur heeft 1 partij alle macht over het land., er word niet gestemd. Voorbeelden van een landen met een dictatuur zijn 1. Noord-Korea (Kim Jong-un) 2. China (Hu Jintao)

6. De rechtbank bestaat uit:  1. De rechter veroordeelt de verdachte op een strafbaar feit, dit oordeel is bindend. 2. De griffier maakt een verslag van wat wordt gezegd tijdens de rechtszaak, dit heet een proces-verbaal. 3. De verdachte is onschuldig tot het tegendeel is bewezen, de rechter, de officier van justitie en de advocaat mogen vragen stellen aan de verdachte. 4. De advocaat verdedigt de verdachte, de advocaat is verplicht om erbij te zijn. 5. De officier van justitie bepaalt of de verdachte voor de rechter moet komen, de officier van justitie hoort bij het openbaar ministerie. 6. Het slachtoffer verteld tijdens de zitting wat hem/haar is overkomen. 7. De getuige vertelt wat hij/zij heeft gezien, gehoord of meegemaakt heeft. 8. De parketpolitie zorg ervoor dat het tijdens de zitting rustig en veilig is. 9. De bode zorgt ervoor dat alles volgens de procedure loopt, hij is er o.a. voor praktische vragen/opmerkingen. 10. De pers en publiek mogen aanwezig zijn tijdens de zitting maar moeten wel stil en rustig zijn.

7. Juridisch

8. 1e kamer Keurt voorgestelde wetten goed of af.

9. 2e kamer: Dienen wetsvoorstellen in

9.1. Zorgen samen voor wet- en regelgeving in Nederland.