1. verwerken van informatie
1.1. bewuste en onbewuste informatie
1.1.1. onbewuste informatie
1.1.1.1. opname van informatie zonder moeite te doen
1.1.1.2. zonder aandacht moet toesplitsen
1.1.1.3. zonder bewust zijn van verwerkingsproces
1.1.2. bewuste informatie
1.1.2.1. kost heel wat moeite om informatie optenemen
1.2. gestructueerde en losse informatie
1.2.1. gestructueerde informatie
1.2.1.1. je gebruikt een structuur
1.2.2. losse informatie
1.2.2.1. zonder enige structuur
2. opslaan van informatie
2.1. synaptische verbindingen
2.1.1. verbinding met andere hersencellen
2.1.2. via kennisvelden
2.2. wat?
2.2.1. in het LTG is de informatie opgeslagen in kennisvelden
2.2.2. met structuren met begrippen en verbanden ertussen
2.2.3. kennisvelden erg belangrijk voor het studeren
2.2.4. geheugen ook persoonlijke ervaringen, gevoelens, methodes, ...
3. 3 fasenmodel
3.1. zintuigelijk geheugen (ZG)
3.1.1. vangt zintuigelijke prickels op
3.1.2. even vast 1-5sec: waaarnemingsbeeld op het netvlies= nabeeld
3.1.3. net lang genoeg om te herkennen
3.2. kortetermijngeheugen (KTG)
3.2.1. korte tijd vast 30sec
3.2.2. iets langer door herhalen
3.2.3. capaciteit 7 eenheden (meer door chunking)
3.3. langetermijngeheugen (LTG)
3.3.1. onbeperkte duur
3.3.2. onbeperkte opslag
3.3.3. KTG -> LTG door herhaling: * onderhoud/pure * uitvoering/verdiepend