1. strafuitsluitingsgronden
1.1. ontoerekeningsvastbaar
1.2. overmacht
1.3. noodweer
1.4. wettelijk voorschrift
1.5. ambtelijk bevel
2. misdrijven tegen de ambtenaar
2.1. ambtsdwang
2.2. wederspannigheid/verzet
2.3. opschudding veroorzaken
2.4. belediging tegen de ambtenaar
3. strafbare feiten door de ambtenaar
3.1. omkoping
3.1.1. actieve omkooop
3.1.2. passieve omkoop
3.2. meineed
3.3. valsheid in geschrift
3.4. ambtelijke huisvredebreuk
4. daders
4.1. pleger
4.2. medepleger
4.3. doen pleger
4.4. uitlokker
5. BOA
5.1. algemeen opsporingsambtenaar
5.1.1. officieren van justitie
5.1.2. ambtenaren van politie
5.1.3. koninklijke marechaussee
5.1.4. algemene opsporingsambtenaren
5.2. buitengewoon opsporinsambtenaar
6. dwangmiddelen
6.1. voorwerpen
6.2. persoonlijke vrijheid
6.2.1. aanhouden
6.2.1.1. staandehouden
6.2.2. de voorgeleiding
6.2.2.1. ophouden voor onderzoek
6.2.3. ophouden ter vaststelling identiteit
6.2.3.1. inverzekeringstelling
6.2.4. voorlopige hechtenis
6.2.4.1. pro-formazitting
6.3. lichamelijke integriteit
6.3.1. waarheidsfouilering
6.3.2. identiteitsfouillering
6.4. plaatsen
7. wetboek van strafrecht
7.1. wettelijke strafbepaling
7.1.1. norm
7.1.2. kwalificatie
7.1.3. sanctie
7.2. wetobek van strafrecht
7.2.1. algemene bepalingen
7.2.1.1. legaliteitsbeginsel
7.2.1.2. territorialiteitsbeginsel
7.2.1.3. vlagbeginsel
7.2.2. misdrijven
7.2.3. overtredingen
7.3. voorwaarden straf
7.3.1. voltooing strafbaar feit
7.3.2. feit is strafbaar gesteld
7.3.3. de gedraging moet in strijd zijn met het recht
7.3.4. verdachte moet schuld hebben
8. nederland
8.1. scheiding der machten
8.1.1. wetgevende macht
8.1.2. uitvoerende macht
8.1.3. rechterlijke macht
8.2. overheid
8.2.1. centrale overheid
8.2.1.1. statan generaal
8.2.1.2. regering en kabinet
8.2.2. provincie
8.2.2.1. provinciale staten
8.2.2.2. gedeputeerde staten
8.2.2.3. commisaris van de koning
8.2.3. gemeente
8.2.3.1. gemeenteraad
8.2.3.2. college van B en W
8.2.3.3. de burgemeester