DEEL 4 BURGERLIJK RECHT

Jetzt loslegen. Gratis!
oder registrieren mit Ihrer E-Mail-Adresse
DEEL 4 BURGERLIJK RECHT von Mind Map: DEEL 4 BURGERLIJK RECHT

1. 3. PERSOON IN FAMILIEVERBAND

1.1. 3.1. DE BIOLOGISCHE AFSTAMMING

1.1.1. 3.1.1. De afstamming langs moederszijde

1.1.1.1. 3.1.1.1. Door de geboorteakte

1.1.1.1.1. Baren van kind ==> moeder

1.1.1.1.2. Document door arts + geboorteaangifte > ABS > naam overnemen in geboorteakte

1.1.1.1.3. Betwisting

1.1.1.2. 3.1.1.2. Door een uitdrukkelijke erkenning door de moeder

1.1.1.2.1. Naam niet in akte OF ontbreken van akte

1.1.1.2.2. Authentieke akte door ABS

1.1.1.2.3. Meerderjarig/ontvoogde minderjarige

1.1.1.2.4. Minderjarig/niet-ontvoogd

1.1.1.2.5. Schijnerkenningen

1.1.1.3. 3.1.1.3. Door een gerechtelijke beslissing

1.1.1.3.1. Afstamming staat niet vast door akte OF kind is niet erkend

1.1.1.3.2. Bevoegdheid: RBEA > familierechtbank

1.1.1.3.3. Bewijs

1.1.1.3.4. Meerderjarig/ontvoogde minderjarige

1.1.1.3.5. Minderjarige/niet-ontvoogde minderjarige ouder dan 12 jaar

1.1.2. 3.1.2. De afstamming langs vaderszijde

1.1.2.1. 3.1.2.1. Het vermoeden van vaderschap

1.1.2.1.1. Echtgenoot niet biologische vader? BETWISTING VAN VADERSCHAP

1.1.2.2. 3.1.2.2. De vrijwillige erkenning

1.1.2.2.1. Authentieke akte bij ABS

1.1.2.2.2. Prenatale erkenning

1.1.2.2.3. Meerderjarig/ontvoogde minderjarige

1.1.2.2.4. Minderjarig/niet-ontvoogde minderjarige

1.1.2.2.5. NOOT 1: Regels bij vaststelling van een overspelige afstamming

1.1.2.2.6. NOOT 2: erkenning van een overleden kind

1.1.2.3. 3.1.2.3. Door een gerechtelijke beslissing

1.1.2.3.1. Bewijs

1.1.2.3.2. Meerderjarig/ontvoogde minderjarige

1.1.2.3.3. Minderjarig/niet-ontvoogd + ouder dan 12

1.1.2.3.4. OPM: Afstamming staat niet vast? Onderhoudsgeld vorderen van waarschijnlijke vader

1.1.3. 3.1.3. Gevolgen v/d biologische afstamming

1.2. 3.2. ADOPTIE

1.2.1. 3.2.1. Inleiding

1.2.1.1. Bevoegdheid

1.2.1.1.1. Federaal

1.2.1.1.2. Gemeenschappen

1.2.1.1.3. Internationaal

1.2.1.2. Onderscheid

1.2.1.2.1. Interne <=> Interlandelijke

1.2.1.2.2. Gewone <=> volle adoptie

1.2.2. 3.2.2. Gemeenschappelijke bepalingen

1.2.2.1. 3.2.2.1. Voorwaarden adoptant

1.2.2.1.1. 1) Gezinssituatie

1.2.2.1.2. 2) Leeftijd

1.2.2.1.3. 3) Toestemming

1.2.2.1.4. 4) Geschiktheid

1.2.2.2. 3.2.2.2. Voorwaarden geadopteerde

1.2.2.2.1. 1) Leeftijd

1.2.2.2.2. 2) Toestemmingen

1.2.2.2.3. 3) Hoger belang van het kind

1.2.2.2.4. 4) Kenmerken van het gezin

1.2.2.3. 3.2.2.3. Gevolgen

1.2.2.3.1. Nationaliteit bepalen zoals bij biologische afstamming

1.2.2.3.2. Ouderlijk gezag berust bij adoptanten

1.2.2.3.3. Ontstaan van huwelijksbeletselen

1.2.3. 3.2.3. Gewone adoptie

1.2.3.1. ZOWEL MEERDERJARIG ALS MINDERJARIG

1.2.3.2. Juridische band geadopteerde <=> adoptant

1.2.3.3. Juridische band oorspronkelijke familie

1.2.3.4. Herroepbaar

1.2.4. 3.2.4.Volle adoptie

1.2.4.1. ENKEL MINDERJARIG

1.2.4.2. Zelfde positie als biologische kinderen

1.2.4.3. Verlies juridische band oorspronkelijke familie

1.2.4.4. Juridische band met volledige familie van adoptant

1.2.4.5. Onherroepbaar

1.2.5. 3.2.5. Procedure

1.2.5.1. Lang

1.2.5.2. Zwaar

1.2.5.3. 1) Voorbereidingscursus

1.2.5.4. 2) Maatschappelijk onderzoek

1.2.5.5. 3) Procedure voor familierechtbank

1.3. 3.3. DE ARTIFICIËLE AFSTAMMING

1.3.1. 3 technieken

1.3.1.1. 1) Kunstmatige inseminatie

1.3.1.2. 2) IVF

1.3.1.3. 3) ICSI

1.3.2. Leeftijdsgrenzen

1.3.2.1. WEGNEMEN EICEL: min 18-max. 45

1.3.2.2. Kunstmatige inseminatie: verzoek op max. 45, uitvoering max. 47

1.3.2.3. MANNEN: geen

1.3.3. Koppels

1.3.3.1. Gewetensclausule

1.3.4. Overtollige embryo's

1.3.5. Geen eugenetica

1.3.6. Matching

1.3.7. Correctionele straffen

2. 4. PERSOON IN PARTNERVERBAND

2.1. 4.1. INLEIDING

2.1.1. Maatschappelijke en wettelijke ontwikkelingen

2.1.1.1. Soepele houding t.o.v. echtscheiding

2.1.1.2. Verminderde invloed van de Katholieke kerk

2.1.1.3. Verhoogde economische onafhankelijkheid van de vrouw

2.2. 4.2. HET HUWELIJK

2.2.1. 4.2.1. Begrip huwelijk

2.2.1.1. Overeenkomst tussen twee partners

2.2.1.2. Wordt bekrachtigd door de wet

2.2.1.3. Vormelijk

2.2.1.4. Institutioneel

2.2.1.5. Doel: duurzame levensgemeenschap op te bouwen

2.2.2. 4.2.2. Grondvereisten om te huwen

2.2.2.1. 4.2.2.1. Huwbare leeftijd

2.2.2.1.1. Min. 18 jaar

2.2.2.1.2. Geen toestemming vereist

2.2.2.2. 4.2.2.2. Vrije toestemming van de aanstaande echtgenoten

2.2.2.2.1. Persoonlijke verschijning bij ABS

2.2.2.2.2. Wanneer geen vrije toestemming

2.2.2.3. 4.2.2.3. Geen bigamie

2.2.2.3.1. Geen tweede huwelijk voor de ontbinding van de eerste

2.2.2.4. 4.2.2.4. Geen bloed- of aanverwantschap in verboden graad

2.2.2.4.1. Bloedverwanten in rechte lijn

2.2.2.4.2. Bloedverwanten in de zijlijn, t.e.m. derde graad

2.2.2.4.3. Aanverwanten in rechte lijn

2.2.2.4.4. WEL: aanverwanten in de zijlijn

2.2.2.4.5. Gewone adoptie: niet huwen

2.2.2.4.6. Volle adoptie: niet huwen ~ biologische afstamelingen

2.2.2.5. Schijnhuwelijk

2.2.2.5.1. ABS stelt huwelijksvoltrekking uit > OM of cel schijnhuwelijken > negatief advies van OM > ABS weigert > melden Dienst Vreemdelingenzaken

2.2.2.5.2. Beroep tegen weigering; familierechtbank

2.2.2.5.3. Correctionele straf

2.2.2.5.4. Bewijs is moeilijk

2.2.3. 4.2.3. Vormvereisten voor het afsluiten van het huwelijk

2.2.3.1. VROEGER

2.2.3.1.1. Minstens 10 dagen op voorhand aankondigen

2.2.3.1.2. Bepaalde mensen konden verzet aantekenen

2.2.3.2. NU

2.2.3.2.1. Enkel PdK kan verzet aantekenen

2.2.3.2.2. Openbaar

2.2.3.2.3. Max. 4 getuigen

2.2.3.2.4. Vorm

2.2.4. 4.2.4. De gevolgen van het huwelijk: het primair huwelijksstelsel

2.2.4.1. 4.2.4.1. De wederzijdse verplichtingen van de echtgenoten

2.2.4.1.1. Samenwonen

2.2.4.1.2. Trouw

2.2.4.1.3. Hulp en bijdrage

2.2.4.1.4. Bijstand

2.2.4.2. 4.2.4.2. Wat bij niet-naleving

2.2.4.2.1. Feitelijk uiteengaan in onderling overleg

2.2.4.2.2. Inkomstendelegatie vragen aan de familierechter

2.2.4.2.3. Dringende en voorlopige maatregelen vragen aan de familierechter

2.2.4.2.4. Echtscheiding vragen

2.2.4.3. 4.2.4.3. Enkele regels i.v.m. de juridische gelijkheid en de goederen van de echtgenoten

2.2.4.3.1. De vrije keuze van het beroep

2.2.4.3.2. Het gebruik van elkaars naam

2.2.4.3.3. De inning van de inkomsten

2.2.4.3.4. De bankrekening en bankkluis

2.3. 4.3. ONGEHUWD SAMENWONEN

2.3.1. 4.3.1. Inleiding

2.3.1.1. Duurzame relatie tussen twee mensen

2.3.1.2. Gebaseerd op een seksuele relatie

2.3.1.3. Niet in de vorm van een huwelijk

2.3.1.4. EVOLUTIE

2.3.1.4.1. VROEGER

2.3.1.4.2. NU

2.3.2. 4.3.2. De juridische draagwijdte van het ongehuwd samenwonen

2.3.2.1. 4.3.2.1. Feitelijke samenwoning

2.3.2.1.1. Minste zekere

2.3.2.1.2. Bevoegdheid bij geschil zonder gemeenschappelijke kinderen > voorzitter RBEA (kortgeding), hoodringendheid

2.3.2.2. 4.3.2.2. Samenwoners die een samenlevingsovereenkomst opstellen

2.3.2.2.1. Onderhands of notarieel

2.3.2.2.2. Overeenkomsten

2.3.2.2.3. Geen persoonlijke afspraken

2.3.2.2.4. Geldt enkel tussen samenwoners en erfgenamen, derden niet

2.3.2.3. 4.3.2.3. Samenwoners die een samenlevingsovereenkomst laten registreren

2.3.2.3.1. Juridisch geen gevolg

2.3.2.3.2. Psychologisch effect

2.3.2.4. 4.3.2.4. Samenwoners met een verklaring van wettelijke samenwoning

2.3.2.4.1. Rechten en plichten

2.3.2.4.2. Verklaring van samenwoonst afleggen bij ABS

2.3.2.4.3. Bevoegdheid

2.3.2.4.4. STOPZETTING

2.4. 4.4. DE ECHTSCHEIDING

2.4.1. 4.4.1. Inleiding

2.4.1.1. =/= scheiding (samenwonen)

2.4.1.2. Burgerlijk Wetboek (inhoudelijke vereisten) en Gerechtelijk Wetboek (vormelijke vereisten)

2.4.1.3. EVOLUTIE: sanctie > oplossing

2.4.2. 4.4.2. Het recht om gehoord te worden

2.4.2.1. Gebaseerd op Artikel (recht op participatie)

2.4.2.2. Invoering familie- en jeugdrechtbank > discussie

2.4.2.3. MINDERJARIGE OUDER DAN 12

2.4.2.3.1. Geïnformeerd per brief

2.4.2.3.2. Geen verplichting

2.4.2.3.3. Antwoordformulier bij brief

2.4.2.4. MINDERJARIGE JONGER DAN 12

2.4.2.4.1. Rechter kan dit weigeren

2.4.3. 4.4.3. De wet op de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag

2.4.3.1. Rechten en plichten

2.4.3.1.1. Plichten: zorgen voor huisvesting, toezicht, ...

2.4.3.1.2. Rechten: om plichten te kunnen uitoefenen ==> ouderlijk gezag

2.4.3.2. Ouderlijk gezag

2.4.3.2.1. Gezag over de persoon

2.4.3.2.2. Beheer van goederen en recht van vertegenwoordiging

2.4.3.2.3. Genot van goederen

2.4.3.3. Ouders willen geen gezamenlijk ouderlijk gezag > Familierechter > één ouder exclusieve ouderlijk gezag, ander recht op contact en toezicht

2.4.3.4. Co-ouderschap

2.4.3.4.1. Echte betekenis: ouders blijven ondanks dat ze niet meer samen zijn, ouderlijk gezag samen uitoefenen

2.4.3.4.2. Afgeleide betekenis: verblijfsregeling waarbij kinderen evenveel bij de enen als bij de andere ouderverblijven

2.4.4. 4.4.4. De verblijfsregeling van de kinderen na scheiding van de ouders

2.4.4.1. 2006: nieuwe wet

2.4.4.2. Enkel wanneer ouders onderling niet akkoord gaan

2.4.4.3. Gelijkmatig verdeelde verblijfsregeling

2.4.4.3.1. kinderen brengen evenveel tijd door bij elke ouder

2.4.4.3.2. Wet geldt enkel bij gebrek aan akkoord

2.4.4.3.3. Rechter moet deze mogelijkheid enkel onderzoeken, niet verplicht deze op te leggen

2.4.4.3.4. Rechter zal dit enkel opleggen als het de beste oplossing is

3. 1. INLEIDING

3.1. PRIVAATRECHT

3.2. NATIONAAL RECHT

3.3. BURGERLIJK WETBOEK

3.3.1. Boek 1: Personen en Familie

3.3.2. Boek 2: Goederen en zakenrecht

3.3.3. Boek 3: Hoe goederen kunnen verkregen worden

4. 2. PERSOON ALS INDIVIDU

4.1. 2.1. GENOTSBEKWAAMHEID

4.2. 2.1. HANDELINGSBEKWAAMHEID

4.2.1. Bijstand

4.2.2. Vertegenwoordiging

4.3. 2.2. HET BEWIND

4.3.1. VROEGER: 3 beschermingsstatuten

4.3.1.1. Verlengde minderjarigheid

4.3.1.2. Gerechtelijke onbekwaamverklaring

4.3.1.3. Voorlopig bewind

4.3.2. NU: 1 beschermingsstatuut

4.3.2.1. Het bewind

4.3.2.1.1. Doel: zoveel mogelijk autonomie voor beschermde persoon

4.3.2.1.2. Rechterlijke bescherming

4.3.2.1.3. Buiten rechterlijke bescherming: KENMERKEN

4.3.2.1.4. 3 categorieën

4.3.2.1.5. Bescherming op maat

4.4. 2.3. DWANGOPNEMING VAN GEESTESZIEKEN

4.4.1. 5 cumulatieve voorwaarden voor dwangopneming

4.4.1.1. 1) Een geesteszieke

4.4.1.2. 2) Gevaar voor zichzelf en/of voor anderen

4.4.1.3. 3) Causaal verband tussen geestesziekte en gevaar

4.4.1.4. 4) Toestand moet opneming vereisen

4.4.1.4.1. Proportionaliteitsbeginsel

4.4.1.5. 5) Er mag geen andere geschikte behandeling zijn

4.4.1.5.1. Subidiariteitsbeginsel

4.4.2. Bevoegdheid meerderjarigen

4.4.2.1. Vrederechter

4.4.2.2. Spoedeisende gevallen: PdK

4.4.2.3. Beroep: Familierechtbank

4.4.3. Bevoegdheid minderjarigen

4.4.3.1. Jeugdrechter

4.4.3.2. Spoedeisende gevallen: PdK

4.4.3.3. Beroep: Jeugdkamer HvB

4.4.4. Medisch verslag verplicht

4.4.5. Twee soorten maatregelen

4.4.5.1. 1) Behandeling in een ziekenhuis

4.4.5.2. 2) Verpleging in een gezin