Het menselijke lichaam

Jetzt loslegen. Gratis!
oder registrieren mit Ihrer E-Mail-Adresse
Het menselijke lichaam von Mind Map: Het menselijke lichaam

1. Spijsverteringsstelsel

1.1. Voedsel opnemen

1.1.1. Energie nodig om te leren, spelen, ...

1.1.2. Spijsvertering

1.1.2.1. Zorgt ervoor dat je juiste voedingsstoffen binnenkrijgt

1.2. De mond

1.2.1. Voedsel komt langs je mond in het spijsverteringsstelsel

1.2.2. Snijtanden

1.2.2.1. Snijden het voedsel

1.2.3. Hoektanden

1.2.3.1. Hakken het voedsel

1.2.4. Kiezen

1.2.4.1. Kauwen het voedsel

1.2.5. Speekselklieren

1.2.5.1. Speeksel maakt het voedsel vochtig

1.2.6. Verteren

1.2.6.1. Wordt een brij

1.2.6.1.1. Kan gemakkelijker worden doorgeslikt

1.3. Reis door je lichaam

1.3.1. 1:Mond

1.3.2. 2:Slokdarm

1.3.3. 3:Maag

1.3.3.1. Maagsappen worden aan het voedsel toegevoegd

1.3.4. 4:Dunne darm

1.3.4.1. 6 tot 8 meter lang

1.3.5. 5:Lever en de alvleesklier

1.3.5.1. Scheiden stoffen af

1.3.6. 6:Dikke darm

1.3.6.1. Voedingsstoffen en water worden opgenomen

1.3.7. 7:Endeldarm

1.3.7.1. Spier die de darm afsluit

2. Zintuigen

2.1. Smaak

2.1.1. Proeven

2.1.1.1. Bitter

2.1.1.2. Zuur

2.1.1.3. Zoet

2.1.1.4. Zout

2.1.1.5. Umami

2.2. Tast

2.2.1. Voelen

2.2.1.1. Prikkels

2.2.1.1.1. Zachts

2.2.1.1.2. Ruws

2.2.1.1.3. Harigs

2.2.1.1.4. Verstuurd door hersens

2.3. Zicht

2.3.1. Ogen

2.3.1.1. Verstuurd naar hersens

2.3.1.1.1. Oogwit

2.3.1.1.2. Iris

2.3.1.1.3. Pupil

2.3.1.1.4. Oogleden

2.3.1.1.5. Wimpers

2.3.1.1.6. Wenkbrauwen

2.4. Gehoor

2.4.1. Vangen geluiden op

2.4.1.1. Oorschelp

2.4.1.2. Gehoorgang

2.4.1.3. Trommelvliezen

2.4.1.4. Drie beentjes

2.4.1.5. Gehoorzenuw

2.5. Reuk

2.5.1. Speciale haartjes

2.5.1.1. Uiteinden zenuwen

2.5.1.1.1. Vangen geurberichten op

3. Ademhalingsstelsel

3.1. Ademen

3.1.1. Energie nodig om te leven

3.1.1.1. Spijsvertering zorgt dat de voedingsstoffen worden opgenomen

3.1.1.1.1. Bloedsomloop transporteert naar delen in ons lichaam

3.1.1.1.2. Voedingsstoffen verbranden?

3.2. De juiste weg

3.2.1. Inademen

3.2.1.1. Mond

3.2.1.2. Neus

3.2.1.2.1. Bedekt met slijmvliezen

3.2.1.3. Lucht stroomt door het strottenhoofd naar de luchtpijp

3.2.1.3.1. Luchtpijp heeft kraakbeenachtige wanden

3.2.1.4. De ribben gaan open zodat de longen lucht kunnen zuigen

3.2.2. Longen

3.2.2.1. Sponsachtig/roos

3.2.2.2. bestaan uit miljoenen luchtblaasje

3.2.2.2.1. Kleine zakjes

3.2.2.3. Steunen op het middenrif

3.2.2.3.1. Het middenrif wordt naar beneden gedrukt bij iedere ademhaling

3.2.3. Uitademen

3.2.3.1. Koolstofdioxide en water worden uit het bloed opgenomen door de longen

3.2.3.1.1. Daarna worden ze uitgeademd

3.2.3.2. Bij het uitademen ontspant het middenrif zich

3.3. Het hart

3.3.1. Vuist groot

3.3.2. Spierpomp

3.3.2.1. Klopt ongeveer 70x per minuut

3.3.2.1.1. Kloppen komt door de hartboezems

3.4. Bloedsomloop

3.4.1. 1: Uit linkerkamer vertrekt zuurstofrijk bloed naar de slagaders.

3.4.2. 2: Het bloed komt in aders en bloedvaten terecht, het bloed laat zuurstof en voedsel achter in de cellen

3.4.3. 3: Zuurstofarm bloed wordt via aders terug naar het hart gepompt

3.4.4. 4: De rechterhelft van het hart pompt het bloed langs de kleine bloedsomloop naar de longen

3.4.5. 5: Er wordt koolstofdioxide afgenomen, en opnieuw zuurstof opgenomen

3.4.6. 6: Het bloed maakt opnieuw het zelfde proces, het bloed stroomt in 1 richting door de aders

3.4.7. Belangrijkste transportsysteem

3.4.7.1. Bloed voorziet alle cellen van zuurstof

3.4.7.2. Neemt koolstofdioxide op

3.4.7.3. Vervoert voedingsstoffen, afvalstoffen en warmte

3.4.7.3.1. Voedingsstoffen komen in je bloed en darmen

3.4.7.3.2. Afvalstoffen worden gefilterd door de nieren

4. Skelet/Spieren

4.1. Het lichaam

4.1.1. Algemeen

4.1.1.1. Sterke machine

4.1.1.2. Sterk en lenig

4.1.1.3. Slim

4.1.2. Vanbinnen

4.1.2.1. Stelsel

4.1.2.1.1. Hersenen

4.2. Drie grote delen van ons lichaam

4.2.1. Belangrijkste delen

4.2.1.1. Hoofd

4.2.1.2. Romp

4.2.1.2.1. Borstkas

4.2.1.2.2. Buik

4.2.1.3. Ledematen

4.2.1.3.1. Bovenste

4.2.1.3.2. Onderste

4.3. Skelet/geraamte

4.3.1. 206 botten

4.3.1.1. Geven vorm

4.3.2. Geen botten?

4.3.2.1. Puddinkje :)

4.3.3. Spieren, Pezen, Gewrichten

4.3.3.1. Houden beenderen bij elkaar

4.3.3.2. Zorgen dat we kunnen bewegen

4.3.3.3. *kapstok*

4.3.4. Beenderen

4.3.4.1. Uiteinden bedekt met kraakbeen

4.3.4.1.1. Glad en veerkrachtig oppervlak

4.3.4.1.2. Botten niet beschadigd tijdens bewegen

4.3.4.2. Beschermen de organen

4.3.4.2.1. Achter de ribbenkast belangrijkste organen

4.3.4.3. Ruggengraat

4.3.4.3.1. 32 wervels

4.3.4.3.2. Heupen

4.3.4.3.3. Schouders

4.3.4.4. Handen en voeten

4.3.4.4.1. Meeste botjes

4.3.5. 206 botten

4.4. Spieren-> beweging

4.4.1. Stevigheid en vorm

4.4.2. Spieren

4.4.2.1. Hartspier

4.4.2.1.1. Pompt bloed rond in ons lichaam

4.4.2.2. Andere spieren

4.4.2.2.1. Voedsel wordt voortgeduwd

4.4.2.2.2. Ademhalen

4.4.2.2.3. ...

4.4.2.3. Lichaam in beweging

4.4.2.3.1. Zorgen er voor dat we kunnen...

4.4.2.4. 650 spieren

4.4.2.4.1. Meestal vastgehecht aan ons skelet

4.4.2.4.2. Rood

4.4.2.4.3. 40% van ons lichaamsgewicht

4.5. Soorten spieren

4.5.1. Automatisch

4.5.1.1. Spieren van je maag

4.5.2. Bevel van je hersens

4.5.2.1. Naam opschrijven

4.5.3. Gezicht

4.5.3.1. Tientallen kleine spieren

4.5.3.1.1. Eten

4.5.3.1.2. Spreken

4.5.3.1.3. Zien

4.5.3.1.4. ...

4.5.3.1.5. Gevoelens aflezen